Op 18 mei 2020 heeft de Rechtbank Limburg een beschikking gegeven inzake de voortzetting van de inbewaringstelling van een betrokkene, geboren in 1943, die verblijft in een psychogeriatrisch centrum. Het verzoek tot voortzetting is ingediend door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) op basis van artikel 37 van de Wet zorg en dwang (Wzd). De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, waaronder het risico op levensgevaar en ernstige psychische schade, als gevolg van de situatie thuis. De betrokkene heeft haar echtgenoot met de dood bedreigd, wat de noodzaak voor de inbewaringstelling onderstreept. Tijdens de zitting is de betrokkene gehoord via telehoren, waarbij ook haar advocaat en zorgprofessionals aanwezig waren. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de betrokkene onvoldoende inzicht heeft in haar situatie en dat er geen minder bezwarende alternatieven zijn voor de voortzetting van de inbewaringstelling. De machtiging is verleend voor de duur van twee weken, tot en met 1 juni 2020, met een aanhouding van de overige beslissingen in afwachting van meer informatie over de thuissituatie en de beperkingen van de betrokkene.