Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.[eiser] ,
[eiseres], echtgenote van
[eiser],
[gedaagde 1], pro sé en q.q. in hoedanigheid van wettelijk vertegenwoordiger van haar minderjarige dochter
[naam dochter],
[gedaagde 2],
1.De procedure
- de dagvaarding met producties 1 tot en met 15
- de mondelinge behandeling van 28 mei 2020 met de pleitaantekeningen van mr. Cuppen.
2.Het geschil
- de woning, staande en gelegen aan de [adres 2] te [plaatsnaam] , binnen twee dagen na betekening van het vonnis te ontruimen en onder afgifte der sleutels ter vrije beschikking van [eiser] te stellen, een en ander zonder deze woonruimte te beschadigen en met de verplichting die woonruimte correct en tijdig op te leveren en/of te herstellen naar de toestand waarin deze zich bij aanvang van de huur bevond, zulks met machtiging van [eiser] om de ontruiming zelf uit te voeren met behulp van de sterke arm op kosten van [gedaagde 1] en [gedaagde 2] ;
- tot betaling van € 5.200,00, bestaande uit € 4.000,00 aan huurachterstand over de maanden september 2019 tot en met mei 2020 en € 1.200,00 aan achterstallige voorschotten gas, water en licht, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de respectievelijke opeisbaarheid (vanaf de 24ste van de daaraan voorafgaande maand), althans vanaf de dag van dagvaarding, althans een door de kantonrechter in goede justitie te bepalen bedrag en datum, tot de dag van algehele voldoening;
- tot betaling van € 500,00 aan huur c.q. schadevergoeding ter grootte van de huur, zulks bij vooruitbetaling te voldoen, voor elke maand of gedeelte daarvan vanaf 1 juni 2020 totdat [gedaagde 1] en [gedaagde 2] correct hebben opgeleverd en tot en met uiterlijk de expiratiedatum van de huurovereenkomst (17 september 2020), of zoveel eerder als [eiser] erin slaagt de woonruimte onder gelijkluidende voorwaarden aan een derde te verhuren, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de respectieve vervaldag(en) tot aan de dag der algehele voldoening;
- tot betaling van € 500,00 aan gebruikersvergoeding, zulks bij vooruitbetaling te voldoen, voor elke maand of gedeelte daarvan dat [gedaagde 1] en [gedaagde 2] na de ontruiming nog in de woning verblijven c.q. weigeren tijdig en/of correct op te leveren, dan wel de woning na ontruiming en oplevering nog niet verhuurd kan worden vanwege noodzakelijke herstelwerkzaamheden, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de respectieve vervaldag(en) tot aan de dag der algehele voldoening;
- tot betaling van € 977,29 aan buitengerechtelijke kosten;
- in de (werkelijke) proceskosten en nakosten.
3.De beoordeling
- gemachtigde salaris €
720,00
4.De beslissing
- € 4.875,00, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de dag van respectievelijke opeisbaarheid (vanaf de 24ste van de daaraan voorafgaande maand) tot de dag van algehele voldoening,
- € 500,00 voor elke maand of gedeelte daarvan, zulks bij vooruitbetaling te voldoen, vanaf 1 juni 2020 tot de datum van ontruiming, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de dag van respectievelijke opeisbaarheid (vanaf de 24ste van de daaraan voorafgaande maand) tot de dag van algehele voldoening,