Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
- gemachtigde salaris €
720,00
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft de kantonrechter op 25 juni 2020 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een eiser en Bureau Inkomensbeheer Brunssum B.V. (BIB q.q.), die als bewindvoerder optreedt voor de rechthebbende. De eiser vorderde ontruiming van een kamer die verhuurd was aan de rechthebbende, die onder bewind was gesteld. De huurovereenkomst was op 13 mei 2019 gesloten, maar de rechthebbende had sinds december 2019 geen huur meer betaald, wat leidde tot een huurachterstand van zeven maanden. De kantonrechter oordeelde dat de eiser voldoende spoedeisend belang had bij de gevorderde ontruiming, gezien de aanzienlijke huurachterstand en het feit dat de rechthebbende geen rechtsgrond had om de huurbetalingen te staken. De rechter wees de vorderingen van de eiser toe, inclusief de ontruiming van de kamer binnen een maand na betekening van het vonnis en de betaling van de achterstallige huur. BIB q.q. werd veroordeeld in de proceskosten. De uitspraak benadrukt de noodzaak van tijdige huurbetalingen en de gevolgen van het niet nakomen van huurverplichtingen, vooral in situaties van beschermingsbewind.