ECLI:NL:RBLIM:2020:4607

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
25 juni 2020
Publicatiedatum
26 juni 2020
Zaaknummer
8327370 cv expl 20-712
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • M.J.H.A. Venner-Lijten
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Huurgeschil over uitvoering van herstelwerkzaamheden en medewerking van de huurder

In deze zaak, die voor de Rechtbank Limburg is behandeld, heeft de stichting Weller Wonen een kort geding aangespannen tegen een huurder, [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie], met als doel om uitvoering van noodzakelijke herstelwerkzaamheden aan de huurwoning te verkrijgen. De huurder weigerde medewerking te verlenen aan de herstelwerkzaamheden, tenzij deze op haar voorwaarden en met door haar gewenste materialen zouden worden uitgevoerd. De verhuurder, Weller, stelde dat zij de werkzaamheden niet kon uitvoeren zonder de medewerking van de huurder, wat leidde tot schade en een schending van de huurovereenkomst. De kantonrechter oordeelde dat de huurder haar medewerking moest verlenen aan de werkzaamheden, aangezien deze dringend noodzakelijk waren en geen uitstel konden dulden. De rechter wees de vorderingen van Weller grotendeels toe, met uitzondering van de gevorderde ontruiming van de woning, die als te ingrijpend werd beschouwd. De huurder had ook een reconventionele vordering ingediend, maar deze werd afgewezen. De rechter veroordeelde de huurder tot betaling van de proceskosten en stelde een termijn van veertien dagen vast voor de uitvoering van de werkzaamheden.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: 8327370 \ CV EXPL 20-712
Vonnis in kort geding van de kantonrechter van 25 juni 2020
in de zaak van:
de stichting
STICHTING WELLER WONEN,
gevestigd te Heerlen,
eiseres in conventie, verweerster in reconventie,
gemachtigde mr. J.M.H. van den Mosselaar,
tegen:
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie],
wonend [adres] ,
[woonplaats] ,
gedaagde in conventie, eiseres in reconventie,
gemachtigde mr. A.J.J. Kreutzkamp.
Partijen zullen hierna Weller en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] worden genoemd.

1.De procedure in conventie en in reconventie

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding met producties 1 t/m 21
- producties 1 t/m 7 van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie]
- de vordering in reconventie van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie]
- de producties 22 t/m 38 van Weller
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 11 juni 2020 waarbij Weller, vertegenwoordigd door haar technisch medewerker ad interim [naam 1] en haar adviseur wijk en buurten [naam 2] bijgestaan door mr. van de Mosselaar voornoemd en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] , bijgestaan door mr. Kreutzkamp voornoemd zijn verschenen.
- de pleitnota van mr. van den Mosselaar voornoemd
- de pleitnota, tevens conclusie van antwoord in conventie en conclusie van eis in reconventie van mr. Kreutzkamp.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten in conventie en in reconventie

2.1.
Weller heeft op 7 november 2000 met [naam 3] een schriftelijke huurovereenkomst gesloten op grond waarvan laatstgenoemde per 7 november 2000 voor onbepaalde tijd van Weller de woonruimte, tuin en berging, staande en gelegen aan de [adres] te [woonplaats] (verder: het gehuurde) tegen een bij vooruitbetaling maandelijks verschuldigd bedrag van fl. 870,23 huurt. Op de huurovereenkomst is het door Weller gebruikte Huurreglement van toepassing. Na de echtscheiding met [naam 3] heeft [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] de huurovereenkomst van het gehuurde voortgezet.
2.2.
In het voorjaar van 2017 heeft Weller aan Heythuysen BV (verder: Heythuysen) opdracht gegeven om een bouwtechnisch onderzoek uit te voeren naar de technische staat van onderdelen van de woning van het gehuurde. Uit het naar aanleiding van dat onderzoek gemaakte rapport bleek dat herstel van de kozijnen op de bovenverdieping niet meer mogelijk was en dat het herstel van de kozijnen op de benedenverdieping door middel van het aanbrengen van pasta mogelijk zou zijn. Voormeld rapport is op 24 mei 2017 aan de gemachtigde van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] verzonden. Bij brief van 7 juni 2017 heeft de gemachtigde van Weller aan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] verzocht om uiterlijk op 15 juni 2017 kenbaar te maken of [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] medewerking zou verlenen aan het buitenschilderwerk aan alle ramen en deuren, kozijnen en overstekken. In januari 2018 zijn de houten kozijnen op de bovenverdieping vervangen door kunststofexemplaren. Door een fout van Weller is toen het schilderwerk van de kozijnen op de benedenverdieping niet uitgevoerd. Op 8 november 2019 heeft de gemachtigde van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] Weller verzocht om de kozijnen op de benedenverdieping van het gehuurde te vervangen door kunststof en om de ramen daarvan te voorzien van dubbelglas. Weller heeft daarop bericht dat zij de werkzaamheden aan de kozijnen aan de begane grond zou uitvoeren zoals verwoord in het rapport van Heythuysen. Heythuysen heeft daarop op 9 december 2019 een bezoek aan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] gebracht om de kozijnen en deuren te inspecteren en op 20 januari 2020 met [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] contact gehad over een datum voor de uitvoering van het herstellen van de houten kozijnen op de benedenverdieping, de houten voor- en achterdeur, het geheel vervangen van de kozijnen daarvan en het vervangen van de boeiboorden/windveren door middel van Trespa. Heythuysen heeft de bestelling “on hold” gezet omdat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] aangaf dat de raamkozijnen op de begane grond absoluut geen houten maar kunststofkozijnen dienden te zijn net als op de bovenverdieping van de woning. De gemachtigde van Weller heeft [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] bij brief van 6 februari 2020 tevergeefs gesommeerd om uiterlijk 11 februari 2020 te berichten dat zij onvoorwaardelijk haar medewerking verleent aan de op 20 januari 2020 besproken werkzaamheden.
2.3.
Aan de berging van het gehuurde wil Weller renovatiewerkzaamheden laten uitvoeren bestaande uit het vervangen van de asbesthoudende platen van de dakbedekking door asbestvrije golfplaten, het egaliseren van de vloer, het vervangen van het raam en het kozijn, het repareren van de scheuren (het voegwerk) en het wit texen van de berging. Weller heeft daarvoor [naam bedrijf 1] ingeschakeld die voor het uitvoeren van de werkzaamheden met [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] een afspraak heeft gemaakt. De werkzaamheden zouden in december 2018 worden uitgevoerd doch [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] weigerde op 17 december 2018 de toegang tot het gehuurde aan de medewerkers van [naam bedrijf 1] waardoor die werkzaamheden niet zijn uitgevoerd.
2.4.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] heeft op 7 december 2018 door BESKA Elektro en Infra een rapport van de staat van de berging laten opmaken. Weller heeft daarop op 18 januari 2019 [naam bedrijf 2] opdracht gegeven om de staat van de berging op te nemen hetgeen [naam bedrijf 2] op 22 januari 2019 heeft gedaan en waarvan deze begin mei 2019 een rapport heeft opgesteld waarna Weller heeft besloten om de berging te laten herstellen. Aangezien [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] vervanging van de gehele berging wenste en partijen daarover van mei 2019 tot eind september 2019 debatteerden, heeft de gemachtigde van Weller [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] bij brief van 1 oktober 2019 voor de laatste maal in de gelegenheid gesteld om Weller te berichten of [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] onvoorwaardelijk haar medewerking tot herstel van de berging zou verlenen. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] heeft niet op de sommatie gereageerd.

3.Het geschil

3.1.
Weller vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
I. machtiging om aan de berging in de tuin van het gehuurde
- vervangen van het raampje
- vervangen van het asbesthoudende dak
- egalisatie van de vloer
- reparatie van voegwerk aan een zijgevel, gevolgd door “wit” texen
te (laten) uitvoeren,
en
machtiging om aan de woning van het gehuurde:
- vervangen houten voor- en achterdeur inclusief kozijnen
- vervangen boeiboorden/windveren uit Trespa
- herstel c.q. onderhoud van kozijnen op de begane grond
te (laten) uitvoeren;
II. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] te veroordelen om onmiddellijk na betekening van het vonnis de onder I gevoerde werkzaamheden toe te laten, te gedogen en daaraan de nodige medewerking te verlenen, waaronder begrepen het verschaffen van toegang tot het gehuurde aan medewerkers van Weller en/of derden die hiertoe van Weller opdracht hebben gekregen en het voorafgaand leeg maken van de berging in haar tuin;
III. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] , wanneer zij niet vrijwillig aan de veroordeling onder II voldoet, te veroordelen om uiterlijk binnen drie dagen na betekening van dit vonnis, althans binnen een in goede justitie te bepalen termijn, het gehuurde met al het hare, tijdelijk voor de duur van de noodzakelijke onderhouds- en controlewerkzaamheden te ontruimen althans, een voor deze werkzaamheden vereist gedeelte van het gehuurde een en ander ter uitsluitende beoordeling van Weller, te bewerkstelligen door de gerechtsdeurwaarder overeenkomstig het bepaalde in artt. 558 sub a jo. 556 lid 1 jo. 557 RV;
IV. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] te veroordelen om aan Weller tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen een bedrag van € 2.281,70, zijnde een voorschot op de door Weller geleden schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
V. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] te veroordelen tot betaling van de proces- en nakosten.
3.2.
Weller legt aan haar vorderingen ten grondslag dat zij de dringende en noodzakelijke onderhoudswerkzaamheden aan het gehuurde niet kan uitvoeren omdat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] haar medewerking daaraan weigert te verlenen. Hierdoor handelt [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] in strijd met het bepaalde in de huurovereenkomst en de wet en gedraagt zij zich niet als een goed huurder. Door die gedraging lijdt Weller schade omdat - onder meer - de onderdelen die aan het gehuurde vervangen of gerepareerd moeten worden geen verder uitstel kunnen dulden gelet op de staat van die onderdelen, die enkel maar slechter wordt. Weller voert verweer tegen de vordering in reconventie.
3.3.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, Weller te veroordelen om binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis, althans binnen een in goede justitie te bepalen termijn, om op kosten van Weller, met betrekking tot het gehuurde de navolgende werkzaamheden te verrichten:
de kelderruimte vochtvrij te maken en zodanige voorzieningen te treffen dat hemelwater niet meer in deze ruimte kan binnendringen
al het voegwerk van de buitenmuren te vervangen c.q. te herstellen
alle ruimtes in de woning deugdelijk te laten ontvochtigen en isoleren, waaronder ook de zolderverdieping inclusief dakpartij en tevens de vlizotrap naar de zolder te vervangen door een vaste trap
in de gehele woning de elektriciteitsvoorziening te vervangen
het berginggebouw in de tuin te slopen en te vervangen door een geheel nieuw berginggebouw
een nieuwe schutting te plaatsen aan de achterzijde van de tuin en tevens over te gaan tot vervanging van de schutting aan de rechter zijkant van de tuin
in de badkamer een elektrische ventilatie aan te brengen
in alle ruimtes van de woning de eventueel aanwezige schimmel c.q. schimmelresten deugdelijk te verwijderen en te behandelen
over te gaan tot vervanging van de houten voor- en achterdeur inclusief kozijnen door nieuwe houten voor- en achterdeur inclusief kozijnen en tevens over te gaan tot het vervangen van alle overige kozijnen op de begane grond door nieuwe houten kozijnen
in de achtertuin over te gaan tot het verwijderen van alle grote wortelpartijen in het maaiveld en tevens het aanwezige terras te verwijderen en opnieuw te leggen en tevens zorg te dragen voor een dusdanig deugdelijke afwatering, dat het hemelwater fatsoenlijk in de daarvoor bestemde putten c.q. riolering wordt afgevoerd
op straffe van een dwangsom van € 500,00 per dag en voor iedere dag dat Weller aan deze veroordeling of gedeelte daarvan niet voldoet en met veroordeling van Weller in de proceskosten.
3.4.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] legt aan haar vordering ten grondslag dat zowel zijzelf als haar gemachtigde Weller tevergeefs tot het herstel aan de gebreken aan het gehuurde heeft benaderd. Zij weigert haar medewerking tot herstel c.q. vervanging niet maar stelt als voorwaarde dat sommige punten van de vervanging zonder gehele herbouw of de door haar gewenste materialen niet afdoende zijn en voert verweer tegen de vorderingen in conventie.
3.5.
Op de inhoud van de stellingen van partijen zal hierna, voor zover van belang worden ingegaan.

4.De beoordeling in conventie en in reconventie

4.1.
Gelet op de samenhang van de vorderingen in conventie en die in reconventie zullen deze gezamenlijk beoordeeld worden.
4.2.
De vraag of Weller en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] voldoende spoedeisend belang hebben bij de gevraagde voorzieningen dient te worden beantwoord aan de hand van de afweging van de belangen van partijen, beoordeeld naar de toestand ten tijde van de uitspraak. Gelet op de stellingen van partijen en het verhandelde ter mondelinge behandeling oordeelt de kantonrechter naar aanleiding van de diverse werkzaamheden als volgt.
4.3.
Daarbij stelt de kantonrechter nog het volgende voorop. Vaststaat dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] haar medewerking tot het laten uitvoeren van de door Weller geplande werkzaamheden slechts zal verlenen indien dat op haar voorwaarden geschiedt. Voorop staat dat een gehuurde onroerende zaak wind- en waterdicht dient te zijn en dat het aan de verhuurder is om daarvoor te zorgen. Met welke materialen Weller daarvoor zorgt is aan Weller en niet aan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] tenzij het op voorhand evident zou zijn dat de door Weller gebruikte materialen ondeugdelijk zijn. Dat is echter gesteld noch gebleken.
de voor- en achterdeur en de kozijnen daarvan
4.4.
Uit het verhandelde ter mondelinge behandeling volgt dat partijen het er over eens zijn dat de vervanging van de voor- en achterdeur als de kozijnen daarvan dringend noodzakelijke werkzaamheden zijn die geen uitstel kunnen dulden gelet op de slechte staat waarin deze onderdelen verkeren. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] heeft in zoverre bij haar reconventionele vordering als vermeld in (nr. 9) geen belang meer. Aangezien het aannemelijk is dat in een bodemprocedure overeenkomstig zal worden beslist, zal de vordering van Weller te dien aanzien worden toegewezen en zal het daarop betrekking hebbende onderdeel van de reconventionele vordering van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] als vermeld in nr. 9 worden afgewezen.
4.4.1.
Wat de aan (onder meer) die vordering gelieerde ontruiming betreft is de kantonrechter het met [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] eens dat een tijdelijke en gedeeltelijke ontruiming van de woning voor de uitvoering van die werkzaamheden te ver voert om de tenuitvoerlegging van voormelde werkzaamheden mogelijk te maken. Het spreekt voor zich dat eenieder zaken die zich in de directe omgeving bevinden waar werkzaamheden worden uitgevoerd, uit de weg zet om schade te voorkomen en om te verhinderen dat de uitvoerders van de werkzaamheden daar hinder van ondervinden. De gevorderde ontruiming is daarom, afgezet tegen de uit te voeren werkzaamheden, een te zeer ingrijpende maatregel om die ontruiming te rechtvaardigen en wordt afgewezen.
het asbesthoudende dak van de berging
4.5.
Wat de vervanging van het asbesthoudende dak betreft, stelt Weller dat zij, naar aanleiding van een mededeling van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] dat er asbestdeeltjes loslaten, een asbestinventarisatie heeft laten maken waarbij weliswaar geen asbestdeeltjes zijn aangetroffen maar wel bleek dat op twee plekken sprake is van schade aan het asbesthoudende dak. Die omstandigheid sterkt Weller in haar vordering dat de asbesthoudende dakbedekking van de berging dient te worden vervangen aangezien dat niet zonder nadeel voor haar kan worden uitgesteld, aldus Weller.
4.5.1.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] voert aan dat er asbestdeeltjes van de dakbedekking van de berging vrij komen en dat enkel de vervanging van het asbesthoudende dak onvoldoende is omdat de berging ernstig gebrekkig is. Zij weigert geen noodzakelijke renovatie maar vindt dat die renovatie geheel (dat wil zeggen door het vervangen van de gehele berging door een nieuwe berging) dient plaats te vinden. Een toezegging van Weller dat het asbesthoudende dak wordt vervangen en dat andere werkzaamheden aan de berging zullen worden uitgevoerd zonder dat de berging wordt gesloopt en herbouwd, is voor haar onvoldoende, aldus [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] .
4.5.2.
Hoewel asbestsanering op zichzelf bezien geen dringende werkzaamheid betreft die geen uitstel kan dulden, is het een feit van algemene bekendheid dat beschadigde asbestplaten
kunnenleiden tot vrijkomende asbestdeeltjes en dat met name die deeltjes gevaarlijk
kunnenzijn voor de volksgezondheid. Gelet hierop en op de stellingen van partijen staat ook de gestelde spoedeisendheid van de vervanging van het asbesthoudende dak genoegzaam in rechte vast waardoor de vordering van Weller ter zake voor toewijzing gereed ligt.
4.5.3.
Weller trekt het spoedeisend belang van de vervanging van het asbesthoudende dak van de berging door op de vervanging van het raampje, het egaliseren van de vloer, de reparatie van het voegwerk van een zijgevel en het wit laten texen, die zij aan de berging wil uitvoeren en betwist de stelling van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] dat de berging ernstig gebrekkig is en geheel dient te worden afgebroken en herbouwd.
4.5.4.
Nu partijen al sinds geruime tijd en thans nog over vermeende gebreken aan de berging en over de staat van de berging debatteren en verwijzen naar de door hun overgelegde rapportages, kan niet worden geoordeeld dat de gehele berging in een zo’n slechte staat verkeert dat deze geheel dient te worden afgebroken en te worden herbouwd. De vordering van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] onder nr. 5 zal dan ook worden afgewezen. Wel leidt de stelling van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] omtrent de slechte staat van de berging tot de conclusie dat ook de overige werkzaamheden die Weller aan de berging wenst uit te voeren, spoedeisend zijn. Dat betekent dat de overige door Weller voorgenomen werkzaamheden aan de berging zullen worden toegewezen. Met inachtneming van het bepaalde in r.o. 4.4.1. zal de gevorderde ontruiming worden afgewezen.
de overige door partijen gewenste werkzaamheden
4.6.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] heeft de spoedeisendheid van de werkzaamheden wat betreft de boeiboorden/windveren en de (overige) kozijnen op de begane grond, waarvan Weller de uitvoering vordert, als zodanig niet bestreden. Zij heeft wel haar eigen wensen geformuleerd, onder andere wat betreft het materiaal van de aan te brengen kozijnen (kunststof), maar, zoals overwogen (zie rechtsoverweging 4.3.), dat is niet aan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] als huurder om te bepalen. De vorderingen van Weller tot het uitvoeren van de overige werkzaamheden zullen dan ook worden toegewezen. Onder verwijzing naar de rechtsoverwegingen 4.4.1. en 4.5.4. zal de gevorderde ontruiming worden afgewezen.
Wat betreft de overige werkzaamheden waarvan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] in reconventie de uitvoering vordert, heeft zij onvoldoende aannemelijk en inzichtelijk gemaakt dat die werkzaamheden dringend zijn en onverwijld dienen te worden uitgevoerd. Niet kan dus worden geoordeeld dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] een spoedeisend belang heeft bij die vorderingen. Deze alsmede de daarbij gevorderde dwangsom zullen worden afgewezen.
de medewerking
4.7.
Nu, zoals eerder overwogen, vaststaat dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] haar medewerking slechts zal verlenen indien dat op haar voorwaarden geschiedt en het met inachtneming van het vorenoverwogene duidelijk is dat die voorwaarden niet of niet geheel zullen worden vervuld, zal het door Weller onder II gevorderde worden toegewezen. De door Weller gestelde termijn - onmiddellijk na betekening van dit vonnis - oordeelt de kantonrechter als te kort en zal daarom worden gesteld op veertien dagen na betekening van dit vonnis.
de schade
4.8.
Weller stelt dat zij door toedoen van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] schade heeft geleden en vordert betaling van een voorschot daarop van € 2.281,70. Weller verwijst naar de rekening van [naam bedrijf 1] bestaande uit stagnatiekosten van € 1.430,64 exclusief btw en een meerprijs van € 455,06 exclusief btw. Nu [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] door de weigering van de medewerking aan de werkzaamheden aan de berging een inbreuk maakte op haar eigendomsrecht, heeft [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] jegens haar een onrechtmatige daad gepleegd. Weller is zich er van bewust dat er terughoudendheid geboden is bij een dergelijke vordering in kort geding maar door toewijzing van de schade wordt voorkomen dat Weller zich genoodzaakt ziet om hiervoor een separate bodemprocedure te starten om haar schade op [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] te verhalen. Het voorschot op de schade kan volgens Weller worden toegewezen en Weller verwijst ter onderbouwing van haar stelling naar r.o. 3.4 in het arrest van de Hoge Raad (ECLI:NL:HR:2007:BA1522) en voor haar vordering naar de e-mail van [naam bedrijf 1] van 20 januari 2020 (producties 7 en 8).
4.9.
Voorop staat dat de gevraagde voorziening strekt tot betaling van een geldsom. Voor toewijzing van een dergelijke vordering in kort geding is slechts dan aanleiding als het bestaan en de omvang van de vordering in hoge mate aannemelijk zijn, terwijl voorts uit hoofde van onverwijlde spoed een onmiddellijke voorziening vereist is en het risico van onmogelijkheid van terugbetaling - bij afweging van de belangen van partijen - aan toewijzing niet in de weg staat. Het bestaan en de omvang van de vordering is niet in voldoende mate aannemelijk gemaakt door Weller. Weller vordert een voorschot op de gestelde schade die Weller kennelijk aan [naam bedrijf 1] heeft toegestaan om aan haar te factureren. Dat volgt uit de e-mail van 20 januari 2020 van [naam bedrijf 1] “
Overigens hebben wij de stagnatiekosten voor het niet kunnen saneren van deze berging zijnde € 1.430,64, in overleg mogen factureren (zie factuur 1900027), wellicht is je dat bekend” . Niet kan worden geoordeeld dat genoegzaam in deze procedure vast staat dat de algemeen geformuleerde stagnatieschade tot het door Weller als voorschot gevorderde bedrag aan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] valt toe te rekenen. Dat is in kort geding niet eenvoudig vast te stellen. Bovendien heeft Weller niets gesteld waaruit zou kunnen blijken dat zij een spoedeisend belang heeft bij betaling van het gevorderde bedrag, terwijl volgens vaste rechtspraak bij een geldvordering een nadere onderbouwing van die spoedeisendheid is vereist. De stelling van Weller dat zij zich, indien de vordering tot schade in dit kort geding wordt afgewezen, genoodzaakt ziet om voor de schade jegens [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] een separate bodemprocedure te starten leidt niet tot die onderbouwing.
4.10.
Met inachtneming van al het vorenoverwogene ligt de vordering van Weller ter zake de berging en de woning inclusief de gevorderde medewerking zijdens [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] voor toewijzing gereed en zullen het overige in conventie gevorderde alsmede de reconventionele vorderingen van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] worden afgewezen.
4.11.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] zal, als de overwegend in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van deze procedure in conventie en in reconventie. De kosten aan de zijde van Weller worden met toepassing van het liquidatietarief in conventie begroot op:
- dagvaarding € 102,96
- griffierecht € 236,00
- gemachtigde salaris €
720,00
Totaal € 1.058,96,
en in reconventie begroot op € 360,00 aan salaris gemachtigde van Weller.

5.De beslissing

De kantonrechter:
in conventie
5.1.
verleent Weller machtiging om de volgende onderhouds- en controlewerkzaamheden in-, op- en/of aan de woning te [woonplaats] , aan het adres [adres] , welke [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] van Weller huurt, uit te (laten) voeren:
de berging in de tuin:
  • vervangen van het raampje,
  • vervangen van het asbesthoudend dak,
  • egalisatie van de vloer,
  • reparatie van voegwerk aan een zijgevel, gevolgd door wit ‘texen’,
de woning:
  • vervangen houten voor- en achterdeur inclusief kozijnen,
  • vervangen boeiboorden/windveren voor boeiboorden/windveren bestaande uit Trespa,
  • herstel c.q. onderhoud van kozijnen op de begane grond,
5.2.
veroordeelt [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] om binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis de onder 5.1. vermelde werkzaamheden toe te laten, te gedogen en daaraan de nodige medewerking te verlenen, waaronder begrepen het verschaffen van toegang tot het gehuurde aan medewerkers van Weller en/of derden die hiertoe van Weller opdracht hebben gekregen en het voorafgaand leeg maken van de berging in haar tuin,
5.3.
veroordeelt [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] in de kosten van deze procedure, tot aan dit vonnis aan de zijde van Weller gerezen en begroot op € 1.058,96,
5.4.
wijst af het meer of anders gevorderde,
in reconventie
5.5.
wijst de vorderingen af,
5.6.
veroordeelt [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] in de kosten van deze procedure, tot aan dit vonnis aan de zijde van Weller gerezen en begroot op € 360,00,
in conventie en in reconventie
5.7.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.J.H.A. Venner-Lijten en is in het openbaar uitgesproken.
YT