Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure in conventie en in reconventie
2.De feiten in conventie en in reconventie
3.Het geschil
4.De beoordeling in conventie en in reconventie
kunnenleiden tot vrijkomende asbestdeeltjes en dat met name die deeltjes gevaarlijk
kunnenzijn voor de volksgezondheid. Gelet hierop en op de stellingen van partijen staat ook de gestelde spoedeisendheid van de vervanging van het asbesthoudende dak genoegzaam in rechte vast waardoor de vordering van Weller ter zake voor toewijzing gereed ligt.
Overigens hebben wij de stagnatiekosten voor het niet kunnen saneren van deze berging zijnde € 1.430,64, in overleg mogen factureren (zie factuur 1900027), wellicht is je dat bekend” . Niet kan worden geoordeeld dat genoegzaam in deze procedure vast staat dat de algemeen geformuleerde stagnatieschade tot het door Weller als voorschot gevorderde bedrag aan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] valt toe te rekenen. Dat is in kort geding niet eenvoudig vast te stellen. Bovendien heeft Weller niets gesteld waaruit zou kunnen blijken dat zij een spoedeisend belang heeft bij betaling van het gevorderde bedrag, terwijl volgens vaste rechtspraak bij een geldvordering een nadere onderbouwing van die spoedeisendheid is vereist. De stelling van Weller dat zij zich, indien de vordering tot schade in dit kort geding wordt afgewezen, genoodzaakt ziet om voor de schade jegens [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] een separate bodemprocedure te starten leidt niet tot die onderbouwing.
- gemachtigde salaris €
720,00
5.De beslissing
- vervangen van het raampje,
- vervangen van het asbesthoudend dak,
- egalisatie van de vloer,
- reparatie van voegwerk aan een zijgevel, gevolgd door wit ‘texen’,
- vervangen houten voor- en achterdeur inclusief kozijnen,
- vervangen boeiboorden/windveren voor boeiboorden/windveren bestaande uit Trespa,
- herstel c.q. onderhoud van kozijnen op de begane grond,