Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.[eiser] ,
2.[eiseres] ,
1.[gedaagde sub 1] ,
2.[gedaagde sub 2] ,
1.Het verdere verloop van de procedure
- het tussenvonnis van 26 juni 2019;
- het deskundigenbericht van 1 november 2019;
- de conclusie na deskundigenbericht van [eisers] ;
- de conclusie na deskundigenbericht van [gedaagden] ;
- de “antwoordconclusie” van [eisers] n.a.v. de conclusie na deskundigenbericht van [gedaagden] ;
- de “conclusie van repliek” na deskundigenbericht van [gedaagden] .
2.De verdere beoordeling
gespecificeerd: arbeidskosten € 1.545,00, kosten minigraver € 350 en materiaal/machinekosten € 2.200,00,opmerking rechtbank] en factuurnummer 17-054 van 8-10-2017 ad € 1.790,20 van Hoveniersbedrijf [naam 1] [
betreft werkzaamheden op 26 en 27 september 2017 aan de inrit] en factuurnummer van 7295 van 23-10-2017 ad € 297,04 van [naam 2] [
betreft de levering van menggranulaat op 27 september 2017] zijn redelijk. De rechtbank begrijpt dat hij het totaal bedrag € 7.042,19 inclusief btw redelijk acht. De deskundige raamt de kosten van het leveren en aanbrengen van circa 52,5 m² nidagravel grindplaten op € 1.280,-- inclusief btw. De kosten van het leveren en aanbrengen van kinderkopjes in stabilisatie worden door de deskundige begroot op € 1.117,-- inclusief btw. De kosten van het leveren en aanbrengen van de volgens de deskundige noodzakelijke materialen worden door de deskundige begroot op € 4.982,-- (= € 7.000,-- - € 1.280,-- - € 1.168,-- [de rechtbank leest: € 1.117,--] + € 430,--).