Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
[handelsnaam],
[verwerende partij, tevens verzoekende partij in het (deels voorwaardelijke) tegenverzoek],
1.De procedure
- het verzoekschrift met bijlagen
- het verweerschrift met bijlagen
- de nagezonden bijlagen van [verzoekende partij, tevens verwerende partij in het (deels voorwaardelijke) tegenverzoek] (producties 25 t/m 35)
- de mondelinge behandeling op 17 juni 2020 waarbij mr. Van Mulken een pleitnota heeft overgelegd.
2.De feiten
- betaling van € 45.585,18 aan achterstallig loon, vakantiebijslag en wettelijke verhoging
- het overhandigen van een zwarte map met belangrijke documenten van [verzoekende partij, tevens verwerende partij in het (deels voorwaardelijke) tegenverzoek] .
3.Het geschil
€ 13.528,41 bruto, te vermeerderen met de wettelijke rente;
4.De beoordeling
[verzoekende partij, tevens verwerende partij in het (deels voorwaardelijke) tegenverzoek] niet-onvankelijk?
€ 29.761,45 bruto.
€ 6.751,00) bruto, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van verzuim tot de dag van betaling. Voor zover dit deel van het verzoek voorwaardelijk is ingesteld tegen [verwerende partij, tevens verzoekende partij in het (deels voorwaardelijke) tegenverzoek] behoeft dit geen verdere bespreking omdat niet aan de voorwaarde is voldaan.
€ 100,00 per dag dat zij daarmee in gebreke blijft tot een maximumbedrag van € 2.000,00.
€ 720,00
5.De beslissing
woensdag 29 juli 2020 om 10.00 uur,
4 weken na voormelde roldatum moet zijn bijgeschreven op de rekening van de rechtbank dan wel ter griffie zijn gestort;