ECLI:NL:RBLIM:2020:5037

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
8 juli 2020
Publicatiedatum
10 juli 2020
Zaaknummer
7435483 / BR VERZ 18-362
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beschikking inzake de nalatenschap van een erflater met betrekking tot vereffening en uitdeling van boedelbeschrijvingen

In deze beschikking van de Rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, wordt de nalatenschap van de erflater behandeld. De kantonrechter heeft op 8 juli 2020 uitspraak gedaan in een zaak met zaaknummer 7435483 / BR VERZ 18-362. De procedure is gestart naar aanleiding van een brief van een concurrente crediteur, ontvangen op 10 juni 2020. De kantonrechter heeft eerder op 27 maart 2020 een beschikking gegeven, maar [naam 2] heeft niet tijdig de gevraagde gegevens aangeleverd. Dit leidde tot de huidige beschikking.

De kantonrechter heeft de drie meest recente versies van de boedelbeschrijving beoordeeld, die op 12 februari 2020 en op 2 en 4 juni 2020 zijn ingediend. De vereffeningskosten zijn vastgesteld op € 14.193,79, waarvan nog € 5.536,20 vanaf de boedelrekening moet worden voldaan. De vereffening is inmiddels voltooid en er resteert een bedrag van € 91.367,07 ter verdeling onder de crediteuren van de nalatenschap, na aftrek van uitvaartkosten en nog niet betaalde vereffeningskosten.

De kantonrechter heeft [naam 2] opgedragen om binnen een maand een rekening en verantwoording, alsook een uitdelingslijst ter inzage te leggen en deze te publiceren. Tevens dient [naam 2] de schuldeisers per brief op de hoogte te stellen van deze publicatie. De kantonrechter wijst [naam 2] op de relevante artikelen van het Burgerlijk Wetboek die van toepassing zijn op deze procedure. De beschikking is gegeven door mr. R.P.J. Quaedackers en is in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht / Kantonrechter
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer 7435483 BR VERZ 18-362
Beschikking van 8 juli 2020
inzake de nalatenschap van [erflater] (verder: de erflater).

1.Verder verloop van de procedure

1.1.
Op 10 juni 2020 is door tussenkomst van [naam 1] (Huis-Meesters) een brief van een concurrente crediteur van de onderwerpelijke nalatenschap ter griffie van deze rechtbank ontvangen.
1.2.
Naar aanleiding van de beschikking van de kantonrechter van 27 maart 2020 heeft [naam 2] niet binnen de daarvoor gestelde termijn de in r.o. 2.5. verzochte gegevens aangeleverd.
1.3.
Vervolgens is beschikking bepaald op heden.

2.De beoordeling

2.1.
Gelet op de door [naam 2] aangeleverde drie recentste versies van de boedelbeschrijving (12 februari 2020 en 2 en 4 juni 2020 die alle van elkaar afwijken) en op de inhoud van opgemelde beschikking zal de kantonrechter de vereffeningskosten definitief vaststellen op in totaal € 14.193,79. Van dat bedrag moet nog € 5.536,20 vanaf de boedelrekening worden voldaan. De vereffening is inmiddels voltooid en, anders dan [naam 2] stelt dat er niets ter verdeling onder de crediteuren van de nalatenschap resteert, blijkt dat van de activa van
€ 98.651,02 minus de uitvaartkosten van € 1.747,75 en de nog niet betaalde vereffeningskosten van € 5.536,20 er een bedrag van € 91.367,07 gereed ligt ter verdeling onder de preferente en concurrente crediteuren van de nalatenschap.
2.2.
Met inachtneming van het bewaken van de belangen van alle crediteuren van de nalatenschap van [erflater] bepaalt de kantonrechter dat [naam 2] ex
art. 4:221 jo. 4:218 BW binnen een maand na heden een rekening en verantwoording en een uitdelingslijst ter inzage dient te leggen en te publiceren en deze per brief aan de schuldeisers bekend dient te maken. Van voormelde publicatie dient [naam 2] een afschrift aan te leveren. De kantonrechter wijst [naam 2] op het bepaalde in art. 4:184 lid 2 sub d BW en gaat er van uit dat [naam 2] de termijn als bepaald in art. 4:218 lid 3 BW in acht neemt voordat zij tot verdeling van het saldo van € 91.367,07 onder de preferente en concurrente schuldeisers zal overgaan.

3.De uitspraak

De kantonrechter
3.1.
bepaalt dat [naam 2] binnen een maand na heden een rekening en verantwoording en een uitdelingslijst van de nalatenschap van [erflater] ter inzage dient te leggen en te publiceren en per brief aan de schuldeisers bekend dient te maken en dat [naam 2] een bewijs van die publicatie aanlevert.
Deze beschikking is gegeven door mr. R.P.J. Quaedackers, kantonrechter, en is in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken.
YT