In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 9 juli 2020 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen de besloten vennootschap Noteborn B.V. en de werknemer, aangeduid als [verweerder]. De procedure volgde op een reeks van incidenten waarbij [verweerder] zich niet hield aan redelijke voorschriften van de werkgever, Noteborn. De werknemer was sinds 16 december 2016 in dienst als productiemedewerker en had te maken met verschillende gesprekken over zijn werkhouding en gedrag. Na een ziekmelding en advies van de bedrijfsarts om een mediationtraject te volgen, heeft [verweerder] twee keer niet op een uitnodiging voor een mediationgesprek gereageerd. Dit leidde tot de conclusie van de kantonrechter dat [verweerder] ernstig verwijtbaar had gehandeld door niet te verschijnen en niet bereikbaar te zijn voor Noteborn. De kantonrechter oordeelde dat het verzoek van Noteborn om de arbeidsovereenkomst te ontbinden, gegrond was. De arbeidsovereenkomst werd ontbonden met onmiddellijke ingang en [verweerder] werd geen transitievergoeding toegekend, omdat zijn handelen als ernstig verwijtbaar werd beschouwd. Tevens werd [verweerder] veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan Noteborn, die op € 844,00 werden vastgesteld.