ECLI:NL:RBLIM:2020:5225

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
16 juli 2020
Publicatiedatum
16 juli 2020
Zaaknummer
8369209 CV EXPL 20-1037
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing vorderingen huurders tegen verhuurder inzake renovatiewerkzaamheden en vervangende woonruimte

In deze zaak, die op 16 juli 2020 door de Rechtbank Limburg is behandeld, hebben de huurders, aangeduid als [eisende partij], een kort geding aangespannen tegen hun verhuurder, de stichting Woonpunt. De huurders vorderden dat Woonpunt zou worden verplicht om dringend noodzakelijke renovatiewerkzaamheden aan hun huurwoning uit te voeren en hen vervangende woonruimte te bieden, inclusief een vergoeding voor verhuiskosten. De huurders stelden dat de renovatiewerkzaamheden, die onder andere het verwijderen van schimmel en het vervangen van lekkende kozijnen omvatten, niet zijn uitgevoerd, waardoor hun woongenot ernstig werd geschaad.

Woonpunt voerde verweer en stelde dat de gevraagde werkzaamheden niet dringend noodzakelijk waren en dat de huurders zelf verantwoordelijk waren voor het vertragen van de uitvoering door onredelijke eisen te stellen. De kantonrechter oordeelde dat de meeste gevraagde werkzaamheden niet dringend waren en dat de huurders niet konden aantonen dat Woonpunt verplicht was om vervangende woonruimte te bieden of verhuiskosten te vergoeden. De rechter concludeerde dat de huurders door hun eisen zelf de uitvoering van de werkzaamheden frustreerden, wat leidde tot schuldeisersverzuim aan hun zijde.

Uiteindelijk wees de kantonrechter de vorderingen van de huurders af en veroordeelde hen in de proceskosten van Woonpunt, die op € 720,00 werden begroot. Dit vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: 8369209 \ CV EXPL 20-1037
Vonnis in kort geding van de kantonrechter van 16 juli 2020
in de zaak van:

1.[eiser] , en

2.
[eiseres],
beiden wonend aan het [adres] te [woonplaats] ,
eisende partij,
gemachtigde mr. A.J.J. Kreutzkamp,
tegen:
de stichting
STICHTING WOONPUNT,
gevestigd te Maastricht,
gedaagde partij,
gemachtigde mr. E.E.J.M. Buttolo-Logister.
Partijen zullen hierna [eisende partij] en Woonpunt genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding met producties 1 t/m 7
  • producties 8 t/m 10 van [eisende partij]
  • het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 6 juli 2020 waarbij eiser sub 1 in persoon, vergezeld van [naam 1] , de stiefvader van eiser sub 2, bijgestaan
mr. Kreutzkamp voornoemd, en Woonpunt, vertegenwoordigd door [naam 2] en
[naam 3] , [functie] , bijgestaan door
mr. Buttolo-Logister voornoemd zijn verschenen
- de pleitnota van mr. Kreutzkamp.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Tussen Woonpunt als verhuurder en [eisende partij] als huurders is op 25 februari 2013 een huurovereenkomst gesloten voor de eengezinswoning met vier slaapkamers aan het [adres] te [woonplaats] .
2.2.
Tussen partijen is op 9 augustus 2019 een vonnis gewezen ter zake de huurachterstand die [eisende partij] hebben laten ontstaan en in het kader van een getroffen regeling hebben [eisende partij] hun reconventionele vordering daarbij ingetrokken. Bij dat vonnis is de huurovereenkomst tussen partijen ontbonden, de ontruiming van het gehuurde uitgesproken.

3.De vordering

3.1.
[eisende partij] vorderen:
1. Woonpunt te bevelen om binnen 14 dagen, althans binnen een in goede justitie te bepalen termijn, na betekening van dit vonnis de navolgende werkzaamheden aan te vangen en geheel af te ronden, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 1.000,00 per dag en voor iedere dag dat Woonpunt aan deze veroordeling of een gedeelte daarvan niet voldoet, welke werkzaamheden concreet zijn:
het plaatsen van lampen op zonnecellen op het achterterrein
het plaatsen van een afwateringsgoot voor de garagepoort
het volledig renoveren van toilet, badkamer en keuken, waaronder begrepen het verwijderen van aanwezige schimmel en vochtplekken en waaronder begrepen het verhelpen van eventueel aanwezige lekkages
het vervangen van lekkende en tochtende raampartijen/kozijnen aan de achterzijde van de woonkamer en in de keuken
het inspecteren van de in de woning aanwezige elektrische bedrading en ingeval van de constatering van stoffen bedrading, deze geheel te vervangen door niet-stoffen bedrading
het vervangen van de zachtboard plafonds in de overloop boven in de twee slaapkamers door gipsplaten plafonds en tevens eventueel aanwezige schimmel- en vochtplekken te verwijderen en eventueel aanwezige lekkages te verhelpen
het bijplaatsen van wandcontactdozen in de twee voorste slaapkamers
et deugdelijk vastzetten van de trapleuning;
2. Woonpunt te veroordelen om aan [eisende partij] en de medebewoners vóór de aanvang van voornoemde werkzaamheden fatsoenlijke en passende huisvesting te geven, zulks op kosten van Woonpunt, inclusief alle kosten die zijn verbonden aan tijdelijke verhuizing;
3. Woonpunt te veroordelen tot betaling van de proceskosten.
3.2.
Woonpunt voert verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen zal de kantonrechter, indien nodig, nader ingaan.

4.De beoordeling

4.1.
[eisende partij] voeren aan dat Woonpunt geen uitvoering geeft aan hetgeen partijen bij vonnis van 9 augustus 2019 zijn overeengekomen en dat sprake is van ernstige woongenot schendende gebreken die het fatsoenlijk woon- en leefgenot onmogelijk maken. Zij betwisten te hebben afgesproken dat zij er akkoord mee zijn gegaan dat de werkzaamheden worden verricht terwijl iedereen in de woning blijft wonen. De herstelwerkzaamheden als vermeld in het vonnis van 9 augustus 2019 zijn slechts gedeeltelijk uitgevoerd. Zo heeft de bestrating van het achterterrein plaatsgevonden maar het overtollige zand ligt er nog en er is nog geen deugdelijke afwatering waardoor het water richting en in de garagepoort loopt. Het herstelde schilderwerk is weer aan het afbladderen omdat de stenen nat zijn. Tijdens de inspectie op 12 september 2019 zijn alle gebreken nagelopen. Voor de renovatie van de badkamer en de keuken zou de aannemer opdracht hebben gekregen maar omdat er nog geen overeenstemming is bereikt over vervangende woonruimte en vergoeding van verhuiskosten heeft de aannemer de opdracht “on hold” gezet. De badkamer zit vol schimmel en de enkele stelling dat er meer gelucht moet worden gaat niet op. Zij hebben zich als huurders bereid verklaard om de meerprijs van keuken, anders dan de standaardkeuken zoals Woonpunt hanteert, te betalen. De aanwezigheid van asbest zoals Woonpunt stelt levert een acuut gezondheidsrisico voor [eisende partij] op temeer nu op bijvoorbeeld foto 10A zichtbaar is dat het asbest niet ingekapseld is. Woonpunt dient alle renovatiewerkzaamheden die een periode van ongeveer zes weken zal bestrijken uit voeren en gedurende de daarmee gepaard gaande tijd [eisende partij] en de overige zes bewoners goede vervangende woonruimte aan te bieden en de daarmee gepaard gaande verhuiskosten aan hun te vergoeden.
4.2.
Woonpunt voert aan dat zij voor de woninginspectie op 12 september 2019 op de renovatie van de badkamer en de keuken na heeft voldaan aan hetgeen haar bij vonnis van 9 augustus 2019 is opgelegd. Naast de keuken en het toilet wil Woonpunt, op verzoek van [eisende partij] , ook de badkamer naar haar standaarden renoveren. Tijdens de woninginspectie is afgesproken dat de renovatie in bewoonde toestand zou plaatsvinden en kamer per kamer zodat [eisende partij] steeds maar een voor een korte tijd een van de vier slaapkamers niet in gebruik konden hebben. [eisende partij] hebben daarmee ingestemd. Verder is aangegeven dat Woonpunt geen compensatie voor overlast betaalt of vervangende huisvesting verstrekt. Bij e-mail van 19 september 2019 heeft zij de nog uit te voeren werkzaamheden aan [eisende partij] opgesomd. Na akkoordbevinding van die e-mail door [eisende partij] zouden de renovatiewerkzaamheden kunnen aanvangen en, afhankelijk van derden, nog in 2019 gereed kunnen zijn. Die akkoordbevinding is er nog steeds niet. Sommige renovatiewerkzaamheden kunnen dus nog niet worden uitgevoerd nu [eisende partij] haar daar geen medewerking voor verleend omdat [eisende partij] daar de voorwaarden aan stellen dat Woonpunt hun vervangende woonruimte dient te verschaffen en de daarop betrekking hebbende verhuiskosten dient te betalen. Aangezien de renovatiewerkzaamheden niet dringend of op haar verzoek als verhuurder zijn en werkzaamheden betreffen die [eisende partij] zélf willen, hoeft zij aan [eisende partij] geen vervangende woonruimte aan te bieden of verhuiskosten te betalen en gaat zij niet eerder over tot het verrichten van die werkzaamheden zolang er geen overeenstemming is bereikt.
4.3.
Vaststaat dat het merendeel van de nog uit te voeren renovatiewerkzaamheden niet dringend noodzakelijk zijn, niet op verzoek van Woonpunt maar van [eisende partij] zélf afkomstig zijn en dat Woonpunt wil nakomen doch nog geen toestemming van [eisende partij] heeft gekregen. Van belang daarbij is dat nimmer tussen partijen is afgesproken dat Woonpunt voor vervangende woonruimte voor [eisende partij] zou zorgen en de daarmee gepaard gaande verhuiskosten zou betalen, althans dat hebben [eisende partij] gesteld noch anderszins aannemelijk gemaakt. Uit de processtukken en het verhandelde ter mondelinge behandeling blijkt dat [eisende partij] die eisen vervolgens bijstellen van vervangende woonruimte naar thans, voor de duur van de renovatiewerkzaamheden, het onderbrengen van het gezin en de medebewoners in een hotel op kosten van Woonpunt. Uit voormelde stukken volgt voorts dat [eisende partij] vanaf september 2019 al weten dat Woonpunt niet aan de eisen van [eisende partij] ter zake de vervangende woonruimte en de vergoeding van verhuiskosten tegemoet zullen komen en dat de eisen van [eisende partij] geen verplichting scheppen voor Woonpunt om daarmee in te stemmen. Gelet op het vorenvermelde frustreren [eisende partij] door aan hun eisen vast te houden zelf de nakoming van de door hunzelf gewenste renovatiewerkzaamheden door Woonpunt en de door Woonpunt daarvoor benaderde derden. Hierdoor is sprake van schuldeiseresverzuim aan de zijde van [eisende partij] en ontberen hun vorderingen grondslag. Dat geldt, terzijde, ook voor het spoedeisend belang van [eisende partij] De uitvoering van de werkzaamheden had in oktober 2019 al kunnen plaatsvinden en onweersproken staat vast dat [eisende partij] vanaf oktober 2019 ruim tien weken hebben gewacht vooraleer zij Woonpunt in januari 2020 weer benaderden en twee maanden later Woonpunt in de onderhavige kort geding procedure betrokken. Bovendien zijn de werkzaamheden, zoals eerder overwogen, niet dringend noodzakelijk. Ook de asbest die zich in de afvoerpijp in de kelder van de woning zou bevinden levert geen spoedeisend belang op aangezien niet in die pijp is geboord. Ter zake kan niet worden geoordeeld dat van een levensbedreigende situatie sprake is. [eisende partij] hebben dat onvoldoende onderbouwd en volgt bovendien niet uit het asbestinspectierapport (productie 8). Anders dan [eisende partij] betogen kan dus evenmin worden geoordeeld dat de gehele woning daardoor tijdelijk onbewoonbaar is en [eisende partij] op korte termijn op kosten van Woonpunt in een vervangende woning zouden moeten worden ondergebracht. Al het vorenstaande leidt er toe dat de vorderingen zullen worden afgewezen met veroordeling van [eisende partij] in de proceskosten.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
wijst de vorderingen af,
5.2.
veroordeelt [eisende partij] in de proceskosten aan de zijde van Woonpunt gevallen en tot op heden begroot op € 720,00 aan salaris gemachtigde,
5.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.H.J. Otto en in het openbaar uitgesproken.
type: YT