ECLI:NL:RBLIM:2020:5330
Rechtbank Limburg
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Weigering omgevingsvergunning voor afwijken van bestemmingsplan ten behoeve van bedrijfsmatige activiteiten
In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 21 juli 2020 uitspraak gedaan in een geschil over de weigering van een omgevingsvergunning door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Maastricht. Eiser, die een pand had gekocht dat deels voor kamerverhuur en deels illegaal als kantoor werd gebruikt, verzocht om een omgevingsvergunning om het pand ook voor zijn eenmanszaak te mogen gebruiken. De gemeente weigerde deze vergunning, omdat het gebruik in strijd was met de bestemming 'Wonen' van het bestemmingsplan. Eiser had eerder een verzoek ingediend om de huisnummers te wisselen, maar dit was afgewezen. De rechtbank oordeelde dat de gemeente de belangen van eiser voldoende had meegewogen en dat het beroep ongegrond was. De rechtbank benadrukte dat de vergunning alleen kan worden verleend als de activiteit niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening en dat de aanvraag niet voldeed aan de voorwaarden van het bestemmingsplan. Eiser had geen recht op de gevraagde vergunning, omdat de bedrijfsactiviteiten langer dan een jaar onderbroken waren geweest, waardoor het overgangsrecht niet van toepassing was. De rechtbank concludeerde dat de gemeente terecht had geweigerd de omgevingsvergunning te verlenen en dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.