Uitspraak
RECHTBANK limburg
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 21 juli 2020 in de zaak tussen
[naam] , wonende in [woonplaats] , eiseres
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
.Deze uitspraak is gedaan op 21 juli 2020
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 21 juli 2020 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure tussen een eiseres en de algemeen directeur van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen. De eiseres had haar rijbewijs ongeldig verklaard gekregen omdat zij de kosten voor een opgelegd onderzoek naar haar rijvaardigheid of geschiktheid niet tijdig had betaald. Dit onderzoek was haar opgelegd na een incident van rijden onder invloed van drugs. De rechtbank heeft vastgesteld dat de eiseres niet had voldaan aan haar verplichtingen, zoals vastgelegd in de Wegenverkeerswet 1994 en de Regeling maatregelen rijvaardigheid en geschiktheid 2011. De eiseres was van mening dat de bijzondere persoonlijke omstandigheden niet in aanmerking waren genomen bij de ongeldigverklaring van haar rijbewijs. De rechtbank oordeelde echter dat de geldende regels geen ruimte boden voor een belangenafweging in dit geval. De rechtbank heeft het beroep van de eiseres ongegrond verklaard, waardoor de ongeldigverklaring van het rijbewijs in stand bleef. De uitspraak is gedaan zonder openbare zitting, als gevolg van de coronamaatregelen, en de griffier was verhinderd de uitspraak te ondertekenen.