ECLI:NL:RBLIM:2020:5377

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
22 juli 2020
Publicatiedatum
23 juli 2020
Zaaknummer
C/03/262514 / HA ZA 19-174
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • M.J.H.A. Venner-Lijten
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Benoeming deskundige in ontbinding van commanditaire vennootschap

In deze zaak, die voor de Rechtbank Limburg is behandeld, betreft het een geschil tussen meerdere partijen over de ontbinding van een commanditaire vennootschap. De rechtbank heeft op 22 juli 2020 een vonnis gewezen waarin zij de benoeming van een deskundige heeft gelast. De procedure is gestart met een tussenvonnis op 25 maart 2020, gevolgd door een herstelvonnis op 15 april 2020. De rechtbank heeft partijen in de gelegenheid gesteld om een akte in te dienen over de benoeming van de deskundige en de vragen die aan deze deskundige gesteld moeten worden. Partijen zijn het echter niet eens geworden over de persoon van de deskundige en de vraagstelling. De rechtbank heeft vervolgens besloten om de heer Kuijpers als deskundige te benoemen, die zich bereid heeft verklaard om de vragen te beantwoorden. De deskundige moet onder andere de winstverdeling en de waarde van de vennootschap per bepaalde data vaststellen. De rechtbank heeft ook de kosten van de deskundige vastgesteld op € 15.125,00, die door beide partijen gelijkelijk moeten worden betaald. De rechtbank heeft benadrukt dat partijen wettelijk verplicht zijn om mee te werken aan het onderzoek door de deskundige en dat zij hun procesdossiers aan de deskundige moeten overhandigen. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
zaaknummer / rolnummer: C/03/262514 / HA ZA 19-174
Vonnis van 22 juli 2020
in de zaak van

1.[eiser in conventie, verweerder in reconventie] ,

wonende te [woonplaats 1] ,
2. [eiseres in conventie, verweerder in reconventie sub 1]
[eiseres in conventie, verweerder in reconventie sub 1] .,
gevestigd te [vestigingsplaats 1] ,
3. [eiseres in conventie, verweerder in reconventie sub 2]
[eiseres in conventie, verweerder in reconventie sub 2],
gevestigd te [vestigingsplaats 2] ,
eisers in conventie,
verweerders in reconventie,
advocaat mr. A. Schmidt te Herten, gemeente Roermond,
tegen

1.[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] ,

wonende te [woonplaats 2] ,
2. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] ,
gevestigd te [vestigingsplaats 3] ,
3. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2]
gevestigd te [vestigingsplaats 4] ,
4. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 3]
gevestigd te [vestigingsplaats 5] ,
5. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 4]
gevestigd te [vestigingsplaats 6] ,
gedaagden in conventie,
eisers in reconventie,
advocaat mr. J.T.J. Gorissen te Sittard, gemeente Sittard-Geleen.
Partijen zullen hierna gezamenlijk [eisers in conventie, verweerders in reconventie] en [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 25 maart 2020 en het herstelvonnis van 15 april 2020,
  • de akte uitlaten van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] van 22 april 2020,
  • de akte uitlaten van [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] van 22 april 2020.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De verdere beoordeling

2.1.
De rechtbank verstaat dat in rov. 4.10. van het tussenvonnis van 25 maart 2020 niet moet worden gelezen “waarin [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] de enige bestuurder was…” maar “waarbinnen [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] bestuurders waren” en dat in rov. 4.13. in de tweede regel niet moet worden gelezen “…, waarbinnen [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] de enige bestuurder was.” maar “…, waarbinnen [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] bestuurders waren.”. Tevens verstaat de rechtbank dat waar in rov. 4.45 onder d) sprake is van de (stakings)balans 2018, bedoeld is de (stakings)balans 2017 (producties 10 en 13 bij dagvaarding).
2.2.
In het tussenvonnis zijn partijen in de gelegenheid gesteld om gelijktijdig een akte te nemen waarin zij zich, bij voorkeur eensluidend, kunnen uitlaten over de persoon van de te benoemen deskundige en de te stellen vragen. Partijen hebben die gelegenheid benut en zij zijn het kennelijk niet eens geworden over de persoon van de te benoemen deskundige noch over de vraagstelling. Het is thans aan de rechtbank om hierover te beslissen.
2.3.
Aangezien de rechtbank partijen in voormeld tussenvonnis heeft verzocht een akte te nemen waarin zij zich kunnen uitlaten over de aangekondigde deskundigenrapportage en de daarmee samenhangende vragen, zal de rechtbank zich thans daartoe beperken. Op de overige stellingen van partijen (waaronder het verzoek van [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] om terug te komen op hetgeen de rechtbank heeft overwogen in rov. 4.43. van voormeld tussenvonnis alsmede de drie aanvullende verzoeken van [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] ), zal daarom nu niet worden ingegaan. Daarbij weegt de rechtbank ook mee dat niet is onderbouwd dat de aanvullende verzoeken I, II en III van [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] van invloed kunnen zijn op het door de deskundige(n) uit te voeren onderzoek.
2.4.
[eisers in conventie, verweerders in reconventie] heeft de rechtbank verzocht aan te geven vanaf welke datum (periode) de deskundige dient te rapporteren. Zoals de rechtbank in het tussenvonnis heeft overwogen, dient de deskundige het verschil in onttrekkingen – voor zover mogelijk – te berekenen. Uit de overweging van de rechtbank dat het aan de deskundige is te bepalen of de door [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] overgelegde winst- en verliesrekeningen van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] over het jaar 2017 dan wel de door [eisers in conventie, verweerders in reconventie] overgelegde (stakings)balans 2007 en/of de (stakings)balans 2017 daarbij wellicht een uitgangspunt kunnen vormen, blijkt reeds dat de deskundige – zo mogelijk – vanaf 2007 dient te rapporteren.
2.5.
Het verzoek van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] de deskundige de going concern waarde te laten bepalen per 6 juli 2018 en per 23 november 2018 zal de rechtbank volgen. Beide data zal de rechtbank ook overnemen in vraag g betreffende de goodwill.
De aan de deskundige te stellen vragen
2.6.
De rechtbank heeft in voornoemd tussenvonnis, voor zover thans van belang, onder rov. 4.45. de vragen weergegeven die zij voornemens is aan de deskundige te stellen. Partijen zijn daarna in staat gesteld om zich uit te laten over deze aan de deskundige te stellen vragen en over eventueel andere aan de deskundige te stellen vragen.
2.7.
[eisers in conventie, verweerders in reconventie] heeft de volgende vragen voorgesteld:
Kan de deskundige ten aanzien van alle betrokken entiteiten de opnamen c.q. onttrekkingen van de beide privépersonen onderzoeken?
Kan de deskundige bij de slotbalansen per 6 juli 2018 en 23 november 2018 het verschil in opnamen tussen beide privépersonen verwerken als schuld aan de partij die het minst heeft opgenomen? Kan het verschil in opnamen ook in een kapitaalrekening worden verwerkt? Dient het restant vervolgens gelijkelijk te worden verdeeld, met dien verstande dat [naam sub 1] als commanditair vennoot nog recht heeft op terugbetaling van een bedrag van € 1.000,00?
Kan de deskundige worden ingelicht dat het negatieve kapitaal is ontstaan door enerzijds de afschrijving van de goodwill en anderzijds door de opnamen? In de jaarrekeningen van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] is dit kapitaal als één bedrag opgenomen, maar in de toelichting en in de administratie zijn de opnamen altijd gesplitst.
2.8.
[gedaagden in conventie, eisers in reconventie] heeft de volgende vragen voorgesteld:
1. In aanvulling op vraag a.:
- Kan de deskundige vaststellen wie welke opnames (in welke periode) gepleegd heeft?
- Indien de rechtbank de periode 6 juli 2018 – 23 november 2018 schrapt voor de aanspraken van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] , de volgende vraag: Kan de deskundige vaststellen welke bedragen die feitelijk aan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] hadden moeten toekomen, door [eisers in conventie, verweerders in reconventie]
na 6 juli 2018 zijn ontvangen?
2. Vraag c: Kunt u het aandeel van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] in het vanaf 28 december 2017 tot en met 6 juli 2018 opgebouwde vennootschapsvermogen, inclusief de stille reserves, bepalen?
3. Kan de deskundige vaststellen welke bedragen [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] en [eiser in conventie, verweerder in reconventie] uit [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 3] ontvangen hebben en kan de deskundige aangeven wat de grondslag althans de titel voor deze betalingen was?
2.9.
Beide partijen hebben bij vraag 1. vermeld dat ten aanzien van alle betrokken gezamenlijke entiteiten de opnamen dan wel onttrekkingen van de beide privépersonen dienen te worden onderzocht. De rechtbank zal partijen hierin volgen. Gelet hierop is vraag 3. van [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] reeds meegenomen. Het is niet aan de deskundige om de grondslag weer te geven dan wel te bepalen. Dat neemt niet weg dat de deskundige zo mogelijk de omschrijving van de boeking dient weer te geven.
2.10.
Ten aanzien van vraag 2. van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] overweegt de rechtbank dat bij de te stellen vragen aan de deskundige deze vraag reeds onder d is opgenomen. De wijze van verdelen is thans in het kader van de te beoordelen vraagstelling aan de deskundige niet van belang. Ten aanzien van vraag 3. van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] merkt de rechtbank op dat de deskundige van deze opmerking in kennis zal worden gesteld.
2.11.
Het standpunt van [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] , zoals weergegeven in zijn vraag 1., dat de periode 6 juli 2018 – 23 november 2018 niet belangrijk is voor de aanspraken met betrekking tot
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] omdat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] in al zijn hoedanigheden per 6 juli 2018 is uitgetreden, kan niet worden gevolgd. De rechtbank overweegt daartoe dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] tot 23 november 2018 vennoot is geweest. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 3] is enig aandeelhouder van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] . [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 4] en [eiseres in conventie, verweerder in reconventie sub 2] zijn gezamenlijk bestuurder van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 3] . Van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 4] is [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] enig aandeelhouder en van [eiseres in conventie, verweerder in reconventie sub 2] is [eiser in conventie, verweerder in reconventie] enig aandeelhouder. Gelet hierop dient te worden bepaald of aan [eiser in conventie, verweerder in reconventie] , als aandeelhouder van [eiseres in conventie, verweerder in reconventie sub 2] , [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 3] en via [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 3] van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] , tot 23 november 2018 aanspraken toekomen. Gelet hierop dient de deskundige de waarde van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] eveneens
per 23 november 2018 te bepalen.
2.12.
Ten aanzien van vraag 2. van [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] overweegt de rechtbank dat onder de voorgestelde vraag c wordt verwezen naar de onder vraag a genoemde periodes. Gelet hierop is de door [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] voorgestelde vraag reeds opgenomen en daarmee onderdeel van vraag c.
2.13.
De door partijen gedane suggesties in aanmerking genomen, bepaalt de rechtbank dat de deskundige gemotiveerd en zo nauwkeurig mogelijk antwoord dient te geven op de volgende vragen:
a. a) Kunt u, teneinde te kunnen bepalen welk deel van de winst aan [eiser in conventie, verweerder in reconventie] en
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] conform hun deelname toekomt, door middel van een winst- en verliesrekening inzage in de cijfers van de deelnemende vennootschappen, te weten [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] , [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] , [eiseres in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 3] , verschaffen? Hierbinnen dient een splitsing te worden gemaakt tussen de periode vanaf 28 december 2017 tot en met 6 juli 2018 en de periode 6 juli 2018 tot en met 23 november 2018.
Kunt u per periode de winst vaststellen die [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] , [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] , [eiseres in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 3] hebben enoten? Indien er verlies of schulden zijn, kunt u dit dan ook vermelden?
Kunt u vaststellen welke bedragen [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] en [eiser in conventie, verweerder in reconventie] , voor zover mogelijk vanaf 1 januari 2007, privé ontvangen hebben en kunt u hierbij de omschrijving weergeven? Of blijkt dit uit andere gegevens?
Kunt u aanzien van de bovenstaande entiteiten de opnamen c.q. onttrekkingen van de beide privépersonen vaststellen?
b) Kunt u voorts de eventuele winst die nog niet opgenomen is alsmede de winst die is behaald in het lopende boekjaar op de datum van uittreden (23 november 2018) voor zover deze volgens de winstverdelingsregeling aan de uitgetreden vennoot toekomt, bepalen?
c) Kunt u het aandeel van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] in het opgebouwde vennootschapsvermogen, inclusief de eventueel aanwezige stille reserves, in de in vraag a genoemde periodes bepalen? Kunt u de waarde van dit aandeel bepalen op de grondslag waarde going concern (bedrijf wordt voortgezet) per 6 juli 2018 en per 23 november 2018? Kunt u op dit totaalbedrag in mindering brengen de schulden die [eiser in conventie, verweerder in reconventie] heeft aan de vennootschap, bijvoorbeeld te veel opgenomen winst (onttrekkingen) en zijn aandeel in eventuele verliezen, eveneens in de genoemde periodes?
d) Kunt u het verschil in opnamen en onttrekkingen door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] - voor zover mogelijk - berekenen vanaf 2007? Het is aan de deskundige te bepalen of de door [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] overgelegde winst- en verliesrekeningen van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] over het jaar 2017 dan wel de door [eisers in conventie, verweerders in reconventie] overgelegde (stakings)balans 2007 en/of de (stakings)balans 2017 wellicht een uitgangspunt kunnen vormen.
e) Is de door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] in [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] ingebrachte assurantieportefeuille al eerder verwerkt en meegenomen bij eerdere verrekeningen tussen partijen?
f) Indien de verzekeringsportefeuille nog niet eerder is meegenomen dan wel verwerkt, welke waarde kan aan de inbreng in [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] van de portefeuille van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] worden toegekend per 6 juli 2018 en per 23 november 2018?
g) Is er binnen [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] sprake van goodwill per 6 juli 2018 en per 23 november 2018 en zo ja, welke bedragen zijn hiermee gemoeid?
h) Zijn er nog andere punten die u naar voren wilt brengen waarvan de rechter volgens u kennis dient te nemen bij de verdere beoordeling?
Ter kennisgeving aan de deskundige
[eisers in conventie, verweerders in reconventie] heeft gevraagd u te laten weten dat het negatieve kapitaal is ontstaan enerzijds door de afschrijving van de goodwill en anderzijds door de opnamen. In de jaarrekeningen van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] is dit kapitaal als één bedrag opgenomen, maar in de toelichting en in de administratie zijn de opnamen altijd gesplitst, aldus [eisers in conventie, verweerders in reconventie] . Het is aan de deskundige te bepalen wat met deze informatie te doen.
De te benoemen deskundige
2.14.
[eisers in conventie, verweerders in reconventie] heeft naar voren gebracht dat zij kan instemmen met benoeming van twee deskundige accountants met expertise op het gebied van waardering van activa en de financiële afhandeling van voortgezette ondernemingen. Naar [eisers in conventie, verweerders in reconventie] meent, zijn voornoemde kwaliteiten zelden verenigd in één persoon, te meer nu accountants normaliter geen waarderingen uitvoeren. Gezien de duidelijke afbakening van de onderzoeksopdrachten leidt dit volgens [eisers in conventie, verweerders in reconventie] niet tot hogere onderzoekskosten. Een deskundige zou dan de waardering van de activa op zich kunnen nemen en de ander zou zich kunnen richten op de financiële afhandeling van de (voortgezette) vennootschap. Ervaring binnen de assurantiebranche is van belang. [eisers in conventie, verweerders in reconventie] stelt in dat kader voor [naam sub 2] van [bedrijf A] te verzoeken het onderdeel waardering van de activa op zich te nemen. Voor de financiële afhandeling van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] kan naar de mening van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] een beroep op [naam sub 3] van [bedrijf B] worden gedaan. Indien de rechtbank van mening zou zijn dat het onderzoek op één kantoor dient plaats te vinden, dan is [naam sub 4] van [bedrijf A] eveneens geschikt om dit onderdeel van het onderzoek op zich te nemen. Ter zake de door [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] voorgestelde deskundige [naam 1] merkt [eisers in conventie, verweerders in reconventie] op dat niet is gesteld noch is gebleken dat deze persoon beschikt over specifieke deskundigheid op het gebied van (assurantie)portefeuilles. [eisers in conventie, verweerders in reconventie] verzet zich dan ook tegen benoeming van deze deskundige.
2.15.
[gedaagden in conventie, eisers in reconventie] stelt zich op het standpunt dat een accountant wordt benoemd die tevens deskundig is op het gebied van waarderingen. Het benoemen van twee deskundigen is niet doelmatig. Er dienen immers zowel specifieke accountantswerkzaamheden als waarderingswerkzaamheden te worden uitgevoerd. Volgens [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] kan worden volstaan met de benoeming van één deskundige. [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] stelt [naam sub 5] van [bedrijf C] voor als deskundige omdat deze de benodigde expertise heeft. Ten aanzien van de door [eisers in conventie, verweerders in reconventie] voorgestelde deskundigen merkt [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] op dat [bedrijf B] in deze niet kan worden verzocht als deskundige op te treden. [naam sub 7] van [bedrijf B] is een vaste adviseur van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] . Daarnaast heeft [naam sub 6] van [bedrijf B] [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 3] bijgestaan in het kader van de fiscale problemen. Het optreden als deskundige bergt aldus het gevaar van belangenverstrengeling, althans van verlies van objectiviteit in zich, nu [bedrijf B] met beide partijen bekend is. [bedrijf A] is geen accountantskantoor.
2.16.
De rechtbank overweegt dat wat betreft de persoon van de te benoemen deskundige(n) [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] [naam sub 5] van [bedrijf C] heeft voorgesteld. [eisers in conventie, verweerders in reconventie] heeft daartegen aangevoerd dat niet is gesteld noch is gebleken dat deze voorgestelde deskundige over de vereiste specifieke deskundigheid beschikt.
2.17.
Gelet op de standpunten over en weer heeft de rechtbank contact opgenomen met genoemde [naam sub 5] en hem onder meer gevraagd of hij zich in staat achtte de bedoelde vragen te beantwoorden. [naam sub 5] heeft de rechtbank gewezen op de heer [voorletters] . Kuijpers RA RV, oud-partner van het kantoor van [naam sub 5] , die mogelijk als deskundige zou kunnen optreden. De rechtbank heeft vervolgens contact opgenomen met voornoemde heer Kuijpers, die daarop heeft aangegeven in de onderhavige zaak bereid te zijn een eventuele benoeming te aanvaarden en hiertoe ook vrij te staan. Naar het oordeel van de rechtbank kan met de benoeming van één deskundige worden volstaan. De rechtbank zal de heer [voorletters] . Kuijpers als deskundige benoemen.
2.18.
De hoogte van het voorschot op de kosten van de deskundige zal de rechtbank, overeenkomstig de begroting gemaakt door de te benoemen deskundige, vaststellen op een bedrag van € 15.125,00 inclusief omzetbelasting. In de vorige beslissing is al aangekondigd dat zowel [eisers in conventie, verweerders in reconventie] als [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] ieder de helft van het voorschot moet betalen. De rechtbank zal thans dienovereenkomstig beslissen.
Wijze van werken
2.19.
De rechtbank wijst erop dat partijen wettelijk verplicht zijn om mee te werken aan het onderzoek door de deskundige. De rechtbank zal deze verplichting uitwerken zoals nader onder de beslissing omschreven. Wordt aan een van deze verplichtingen niet voldaan, dan kan de rechtbank daaruit de gevolgtrekking maken die zij geraden acht, ook in het nadeel van de desbetreffende partij.
2.20.
Indien een partij desgevraagd of op eigen initiatief schriftelijke opmerkingen en verzoeken aan de deskundige doet toekomen, dient zij daarvan terstond afschrift aan de wederpartij te verstrekken.
2.21.
De rechtbank zal de beslissing over het voorschot ambtshalve uitvoerbaar bij voorraad verklaren.

3.De beslissing

De rechtbank
in conventie en in reconventie
3.1.
benoemt tot deskundige:
de heer [voorletters] . Kuijpers RA RV,
[adres] ,
[woonplaats 3] ,
telefoon: [telefoonnummer] ,
e-mailadres: [e-mailadres] ;
3.2.
beveelt een onderzoek door een deskundige ter beantwoording van de volgende vragen:
a. a) Kunt u, teneinde te kunnen bepalen welk deel van de winst aan [eiser in conventie, verweerder in reconventie] en
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] conform hun deelname toekomt, door middel van een winst- en verliesrekening inzage in de cijfers van de deelnemende vennootschappen, te weten [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] , [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] , [eiseres in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 3] , verschaffen? Hierbinnen dient een splitsing te worden gemaakt tussen de periode vanaf 28 december 2017 tot en met 6 juli 2018 en de periode 6 juli 2018 tot en met 23 november 2018.
Kunt u per periode de winst vaststellen die [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] , [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] , [eiseres in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 3] hebben genoten? Indien er verlies of schulden zijn, kunt u dit dan ook vermelden?
Kunt u vaststellen welke bedragen [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] en [eiser in conventie, verweerder in reconventie] , voor zover mogelijk vanaf 1 januari 2007, privé ontvangen hebben en kunt u hierbij de omschrijving weergeven? Of blijkt dit uit andere gegevens?
Kunt u aanzien van de bovenstaande entiteiten de opnamen c.q. onttrekkingen van de beide privépersonen vaststellen?
b) Kunt u voorts de eventuele winst die nog niet opgenomen is alsmede de winst die is behaald in het lopende boekjaar op de datum van uittreden (23 november 2018) voor zover deze volgens de winstverdelingsregeling aan de uitgetreden vennoot toekomt, bepalen?
c) Kunt u het aandeel van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] in het opgebouwde vennootschapsvermogen, inclusief de eventueel aanwezige stille reserves, in de in vraag a genoemde periodes bepalen? Kunt u de waarde van dit aandeel bepalen op de grondslag waarde going concern (bedrijf wordt voortgezet) per 6 juli 2018 en per 23 november 2018? Kunt u op dit totaalbedrag in mindering brengen de schulden die [eiser in conventie, verweerder in reconventie] heeft aan de vennootschap, bijvoorbeeld te veel opgenomen winst (onttrekkingen) en zijn aandeel in eventuele verliezen, eveneens in de genoemde periodes?
d) Kunt u het verschil in opnamen en onttrekkingen door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] - voor zover mogelijk - berekenen vanaf 2007? Het is aan de deskundige te bepalen of de door [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] overgelegde winst- en verliesrekeningen van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] over het jaar 2017 dan wel de door [eisers in conventie, verweerders in reconventie] overgelegde (stakings)balans 2007 en/of de (stakings)balans 2017 wellicht een uitgangspunt kunnen vormen.
e) Is de door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] in [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] ingebrachte assurantieportefeuille al eerder verwerkt en meegenomen bij eerdere verrekeningen tussen partijen?
f) Indien de verzekeringsportefeuille nog niet eerder is meegenomen dan wel verwerkt, welke waarde kan aan de inbreng in [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] van de portefeuille van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] worden toegekend per 6 juli 2018 en per 23 november 2018?
g) Is er binnen [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] sprake van goodwill per 6 juli 2018 en per 23 november 2018 en zo ja, welke bedragen zijn hiermee gemoeid?
h) Zijn er nog andere punten die u naar voren wilt brengen waarvan de rechter volgens u kennis dient te nemen bij de verdere beoordeling?
het voorschot
3.3.
stelt de hoogte van het voorschot op de kosten van de deskundige vast op het door de deskundige begrote bedrag van € 15.125,00 inclusief omzetbelasting;
3.4.
bepaalt dat partijen ieder de helft van het voorschot dienen over te maken
binnen twee wekenna de datum van de nota met betaalinstructies van het Landelijk Dienstencentrum voor de Rechtspraak,
3.5.
draagt de griffier op om de deskundige onmiddellijk in kennis te stellen van de betaling van het voorschot,
het onderzoek
3.6.
bepaalt dat [eisers in conventie, verweerders in reconventie] zijn procesdossier in afschrift aan de deskundige dient te doen toekomen,
3.7.
bepaalt dat de deskundige het onderzoek zelfstandig zal instellen op de door de deskundige in overleg met partijen te bepalen tijd en plaats,
3.8.
wijst de deskundige er op dat:
  • de deskundige voor aanvang van het onderzoek dient kennis te nemen van de Leidraad deskundigen in civiele zaken (te raadplegen op
  • de deskundige het onderzoek pas na het bericht van de griffier omtrent betaling van het voorschot dient aan te vangen,
  • de deskundige het onderzoek onmiddellijk dient te staken en contact dient op te nemen met de griffier, indien tijdens de uitvoering van de werkzaamheden het voorschot niet toereikend blijkt te zijn,
3.9.
bepaalt dat partijen nadere inlichtingen en gegevens aan de deskundige dienen te verstrekken indien deze daarom verzoekt, de deskundige toegang dient te verschaffen tot voor het onderzoek noodzakelijke plaatsen, en de deskundige ook voor het overige gelegenheid dient te geven tot het verrichten van het onderzoek,
het schriftelijk rapport
3.10.
draagt de deskundige op om uiterlijk
vier maandenna het schriftelijk bericht van de griffier omtrent de betaling van het voorschot een schriftelijk en ondertekend bericht in drievoud ter griffie van de rechtbank in te leveren, onder bijvoeging van een gespecificeerde declaratie,
3.11.
wijst de deskundige er op dat uit het schriftelijk bericht moet blijken op welke stukken het oordeel van de deskundige is gebaseerd,
3.12.
bepaalt dat partijen binnen vier weken dienen te reageren op het concept-rapport van de deskundige nadat dit aan partijen is toegezonden, dat partijen bij de deskundige geen gelegenheid hebben op elkaars opmerkingen en verzoeken naar aanleiding van het concept-rapport te reageren en dat de deskundige in het definitieve rapport de door partijen gemaakte opmerkingen en verzoeken en de reactie van de deskundige daarop moet vermelden,
overige bepalingen
3.13.
draagt de griffier op de zaak op de rol te plaatsen:
  • indien het voorschot niet binnen de daarvoor bepaalde (eventueel verlengde) termijn is ontvangen: voor akte uitlating voortprocederen aan beide zijden op een termijn van twee weken of
  • na ontvangst ter griffie van het deskundigenbericht: voor conclusie na deskundigenbericht aan de zijde van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] op een termijn van vier weken,
3.14.
verklaart de beslissing over het voorschot uitvoerbaar bij voorraad,
3.15.
houdt iedere verdere beslissing aan,
Dit vonnis is gewezen door mr. M.J.H.A. Venner-Lijten en in het openbaar uitgesproken.