Op 24 juli 2020 heeft de Rechtbank Limburg, zittingsplaats Roermond, een beschikking gegeven inzake een verzoek tot het verlenen van een opvolgende rechterlijke machtiging voor betrokkene, die lijdt aan dementie. Het verzoek is ingediend door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) op 8 juli 2020, twee dagen na het verstrijken van de geldigheidsduur van de eerdere machtiging. De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene, geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum], volledig afhankelijk is van professionele zorg en dat haar toestand niet zal verbeteren. De rechtbank heeft de mondelinge behandeling op 20 juli 2020 gehouden, waarbij betrokkene en haar advocaat, mr. K.P.E. van Tulden, aanwezig waren via telehoren vanwege de COVID-19 maatregelen. De rechtbank heeft ook de zoon en dochter van betrokkene gehoord, die zich zorgen maken over de zorg in de instelling en de wens hebben dat hun moeder bij hen komt wonen. Echter, de rechtbank heeft geconcludeerd dat de zorg die betrokkene thuis zou ontvangen niet adequaat zou zijn en dat er risico's zijn op verwaarlozing en onveilige situaties. De rechtbank heeft de machtiging verleend voor de duur van twee jaar, tot en met 24 juli 2022, en benadrukt dat dit in het belang van betrokkene is.