ECLI:NL:RBLIM:2020:5907

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
5 augustus 2020
Publicatiedatum
10 augustus 2020
Zaaknummer
C/03/259672/HA ZA 19-49
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • M.J.H.A. Venner-Lijten
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vaststellingsovereenkomst en alimentatiegeschil tussen ex-echtgenoten

In deze zaak, die voor de Rechtbank Limburg is behandeld, betreft het een geschil tussen twee ex-echtgenoten over de uitvoering van een vaststellingsovereenkomst die op 10 juni 2019 is gesloten. De eiseres, vertegenwoordigd door advocaat mr. C.J.M. Dreessen, vordert dat de rechtbank de inhoud van deze overeenkomst integraal overneemt en bekrachtigt. De gedaagde, vertegenwoordigd door advocaat mr. P.J.W.M. Sliepenbeek, voert verweer en stelt dat de eiseres in strijd handelt met de afspraken in de overeenkomst door zich tot de rechtbank te wenden zonder eerst mediation te hebben geprobeerd.

De rechtbank oordeelt dat de gewijzigde vordering van de eiseres toewijsbaar is, omdat deze binnen de kaders van de gemaakte afspraken valt. De rechtbank stelt vast dat er geen sprake is van een verschil van mening over de interpretatie van de overeenkomst, en dat het opnemen van de vaststellingsovereenkomst in het vonnis het geschil tussen partijen beëindigt zonder dat er veroordelingen worden uitgesproken waar partijen niet achterstaan. De proceskosten worden gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt.

Het vonnis is op 5 augustus 2020 uitgesproken door mr. M.J.H.A. Venner-Lijten en is uitvoerbaar bij voorraad. Dit vonnis bevestigt de afspraken die partijen hebben gemaakt in de vaststellingsovereenkomst en biedt een oplossing voor het geschil dat is ontstaan na de echtscheiding.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
zaaknummer / rolnummer: C/03/259672 / HA ZA 19-49
Vonnis van 5 augustus 2020
in de zaak van
[eiseres],
wonende te [woonplaats 1] ,
eiseres,
advocaat mr. C.J.M. Dreessen te Sittard,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats 2] ,
gedaagde,
advocaat mr. P.J.W.M. Sliepenbeek te Eindhoven.
Partijen zullen hierna [eiseres] en [gedaagde] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding met producties 1 tot en met 42,
  • de rolbeslissing van 6 februari 2019,
- het exploot van 15 februari 2019 waarbij het exploot van dagvaarding inclusief producties van gerechtsdeurwaarder J.M.H.C. Haenen te Maastricht d.d. 15 januari 2019, alsmede voornoemde rolbeslissing van 6 februari 2019 aan [gedaagde] zijn betekend,
  • de akte wijziging van eis zijdens [eiseres] ,
  • de antwoordakte na akte wijziging van eis met één productie zijdens [gedaagde] .
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Op 10 juni 2019 zijn partijen overeengekomen als volgt:

VASTSTELLINGSOVEREENKOMST
Ondergetekenden:
[eiseres]
, BSN [nummer], verder te noemen “de vrouw”, wonende te [postcode 1] te [plaats] (gemeente [gemeentenaam 1] ), aan de [adres 1] ,
en
[gedaagde]
, geboren op [geboortedatum 1], verder te noemen “de man”, wonende te [postcode 2] te [woonplaats 2] (gemeente [gemeentenaam 2] ), aan de [adres 2] ,
Tezamen verder te noemen “partijen”.
IN AANMERKING NEMENDE DAT:
- Partijen op 8 mei 1999 te Amsterdam in algemene gemeenschap van goederen met elkaar zijn gehuwd;
- Uit het huwelijk het hiernavolgend kind is geboren:
[naam kind] (hierna te noemen: “ [naam kind] ”), geboren te [geboorteplaats] ( [land 1] ) op [geboortedatum 2] ;
- Partijen bij beschikking d.d. 6 juli 2016, door middel van een beschikking van de rechtbank Amsterdam, voorzien van ouderschapsplan en echtscheidingsconvenant, zijn gescheiden:
- Op 12 juli 2016 de echtscheidingsbeschikking ingeschreven is in de gemeentelijke basisadministratie van de gemeente Amsterdam;
- Partijen op 30 juli 2016 een aanvullende overeenkomst bij het echtscheidingsconvenant en het ouderschapsplan hebben getekend;
- Partijen daarna in conflict zijn geraakt over onder meer de nakoming van hetgeen in het ouderschapsplan, het echtscheidingsconvenant en de aanvullende overeenkomst is bepaald;
- Partijen inmiddels opnieuw overleg hebben gepleegd omtrent de nakoming van de in het ouderschapsplan, het echtscheidingsconvenant en de aanvullende overeenkomst gemaakte afspraken;
- Uitdrukkelijk in afwijking van het ouderschapsplan, het echtscheidingsconvenant en de aanvullende overeenkomst voornoemd, komen partijen het navolgende overeen.
ZIJ KOMEN ALS VOLGT OVEREEN:

1.[naam kind]

1. Met ingang van 1 juli 2019 en zolang [naam kind] minderjarig is, betaalt [gedaagde] aan [eiseres] op een door [eiseres] te bepalen bankrekening maandelijks bij vooruitbetaling een bijdrage in de kosten van levensonderhoud en opvoeding van [naam kind] van € 450 in totaal. Deze kinderalimentatie zal zijn onderworpen aan de wettelijke indexering als bedoeld in artikel 1:402a BW, voor het eerst per 1 januari 2020. Daarnaast neemt [gedaagde] de onder 1.2 dezes genoemde kosten voor zijn rekening. Deze bijdrageregeling geldt ook voor het geval [naam kind] de middelbare school nog niet zou hebben afgerond na het bereiken van de 18-jarige leeftijd en zij nog bij [eiseres] woont, met dien verstande dat [gedaagde] het bedrag dan rechtstreeks aan [naam kind] betaalt. Wanneer [naam kind] gaat studeren, dan betaalt [gedaagde] de kosten van haar studie en levensonderhoud en hij maakt dan met [naam kind] afspraken over de hoogte van de toelage en de kosten die hij dan voor zijn rekening neemt.
2. [gedaagde] betaalt m.b.t. [naam kind] alle onkosten met betrekking tot:
  • Examen- en schoolgeld;
  • Medische kosten;
  • Ziektekostenverzekering vanaf het moment dat [naam kind] 18 jaar wordt;
  • Reizen naar en voor [gedaagde] ;
  • Schoolkamp en schooltripjes;
  • Eventuele woonlasten indien de studie buiten [naam kind] ’s woonregio zal zijn.
3. Zolang [naam kind] nog bij [eiseres] staat ingeschreven, zal ook [eiseres] betrokken worden bij de afspraken zoals in de artikelen 1.1 tot en met 1.2 dezes omschreven.
4. Met betrekking tot het schooljaar 2017/2018, is het schoolgeld betaald uit een door [naam kind] ’s grootouders ten behoeve van [naam kind] opgebouwde studiepot. Voor het UWC Maastricht bedroeg het bedrag € 7.341,20 en voor het eerste kwartaal van Interhigh College 2018 bedroeg dit bedrag € 3.080, aldus
€ 10.421,20in totaal. [gedaagde] zal dit geld binnen vier weken na ondertekening van deze overeenkomst terugstorten op een door [naam kind] aan te duiden rekening.

2.[eiseres]

1. [eiseres] ziet vanaf april 2018 af van de door haar vermeende door [gedaagde] te betalen partneralimentatie.
2. In het kader van de finale en definitieve afwikkeling van de huwelijksgoederengemeenschap, zal [gedaagde] aan [eiseres] een bedrag van € 24.000 (zegge: vierentwintig duizend Euro) betalen. [gedaagde] zal dit bedrag voldoen in 24 maandelijkse termijnen van € 1000, bij vooruitbetaling te voldoen op een door [eiseres] aan [gedaagde] door te geven bankrekeningnummer, ofwel zoveel eerder danwel versneld als dit [gedaagde] uitkomt. De eerste termijn, te voldoen uiterlijk op de laatste dag van de maand van ondertekening van deze overeenkomst is bij vooruitbetaling door [gedaagde] in mei 2019 reeds voldaan.
3. Partijen zijn overeengekomen dat, wanneer [gedaagde] niet uiterlijk de eerste dag van de maand het in lid 2 genoemde termijnbedrag voldoet, hij door [eiseres] schriftelijk in gebreke gesteld dient te worden, waarbij hem een termijn van één week wordt gegund om alsnog aan zijn verplichting te voldoen. Mocht [gedaagde] na voornoemde ingebrekestelling nog altijd niet aan zijn verplichtingen hebben voldaan, dan zal [gedaagde] een boete van € 500 verschuldigd zijn.
4. [gedaagde] betaalt het door de rechter bij vonnis in kort geding d.d. 23 januari 2019 bepaald bedrag van
€ 23.400, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 18 mei 2017 tot en met de dag van algehele voldoening, alsmede de in desbetreffend vonnis bepaalde proceskosten á
€ 810,01, uiterlijk binnen vier weken na ondertekening van deze overeenkomst.

3.Niet-wijzigingsbeding

1. Het in artikel 2.1 dezes bepaalde, kan niet bij rechterlijke uitspraak worden gewijzigd op grond van een wijziging van omstandigheden, behoudens in het geval van een zo ingrijpende wijziging van omstandigheden, dat de partij die de wijziging verzoekt, naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet langer aan het niet-wijzigingsbeding mag worden gehouden, zoals in artikel 1:159 lid 3 BW bepaald.

4.Huis gelegen aan de [adres 3] te [woonplaats 1]

1. [gedaagde] vrijwaart [eiseres] van alle kosten en schade die, tijdens of na de bewoning zijn ontstaan.
2. [gedaagde] neemt de exclusieve verantwoording voor schulden, al dan niet hypothecair, die betrekking hebben op het woonhuis in [woonplaats 1] . [eiseres] deelt niet in eventuele lasten. [eiseres] ziet af van enige rechten op deze woning en zij zal dienaangaande ook geen aanspraken bij [gedaagde] of bij derden maken.
3. Positieve of negatieve opbrengsten van een verkoop van het huis in [woonplaats 1] zijn volledig voor rekening van [gedaagde] . [eiseres] deelt hierin niet.
4. [gedaagde] en [eiseres] zullen de inboedel naar redelijkheid verdelen, waarbij [eiseres] haar keuze heeft kenbaar gemaakt met de verhuizing van de door haar gewenste spullen naar [plaats] . De resterende meubels, t.w. zes eetstoelen, een salontafel, een stapelbed en tuingereedschap/machines, komen aan [gedaagde] toe. [eiseres] zal haar in het huis achtergebleven persoonlijke spullen, waaronder spullen ten behoeve van haar hobby’s, binnen 3 weken na het ondertekenen van deze overeenkomst uit het huis verwijderen.
5. Bij ondertekening van deze overeenkomst geeft [eiseres] de sleutels, die toegang geven tot de woning, terstond af aan het kantoor van de advocaat van [gedaagde] in Eindhoven.

5. Huis aan [adres 2] te [woonplaats 2] in [land 2] in eigendom via [naam]

1. [gedaagde] vrijwaart [eiseres] van alle kosten en schade die tijdens of na de bewoning zijn ontstaan.
2. [gedaagde] neemt de exclusieve verantwoording voor schulden, al dan niet hypothecair, die betrekking hebben op het woonhuis in [woonplaats 2] . [eiseres] deelt niet in eventuele lasten.
3. Na de verkoop van het huis in [woonplaats 2] , betaalt [gedaagde] aan [eiseres] 50% van de netto opbrengst (t.w. na alle kosten van de onderneming [naam] en in verband met de overgang van rechten op dit onroerend goed (direct of indirect) door verkoop, waaronder tevens eventuele belastingen in verband met het ontnemen van opbrengst uit deze onderneming). Daarbij wordt door [eiseres] uit gegaan van het door [gedaagde] aan haar medegedeelde bedrag van € 2,3 miljoen aan hypotheek. Mocht [gedaagde] de hypotheek hebben verhoogd, dan zal dit niet ten koste gaan van [eiseres] deel van de opbrengst.
4. [eiseres] ziet in het geheel af van de inboedel die in [land 2] staat, m.u.v. haar persoonlijke hobbyspullen, die aan [eiseres] worden toebedeeld. Partijen zullen in onderling overleg afspreken wanneer [eiseres] de aan haar toekomende spullen mag ophalen.
5. [gedaagde] zal [eiseres] maandelijks per e-mail op de hoogte houden van door makelaars verrichte handelingen ten behoeve van de verkoop van de woning. [eiseres] zal [gedaagde] informeren wanneer zij potentiële kopers heeft gevonden, waarna partijen in overleg bepalen wanneer de bezichtiging plaatsvindt en wie de potentiële kopers bij de bezichtiging begeleidt. [eiseres] zal de woning en daarbij behorende grond niet zonder toestemming van [gedaagde] (bevestigd per e-mail) betreden.

6.Overige huizen

1. [eiseres] doet afstand van aanspraken op eventuele belangen van [gedaagde] in andere huizen.
2. [eiseres] doet afstand van aanspraken op onkosten gemaakt tot aan de periode van definitieve verrekening, ten behoeve van bewoning door [gedaagde] .

7.[naam] & overige ondernemingen

1. Per datum van ondertekening van deze overeenkomst, doet [eiseres] afstand van haar participatie in [naam] .
2. [gedaagde] vrijwaart [eiseres] van iedere aanspraak op haar belang of functie in deze Holding, betreffende het verleden of de toekomst.
3. [eiseres] zal geen aanspraken maken betreffende eventuele andere ondernemingen, bedrijven, holdings of andere constructies of vermogensbestanddelen waaraan [gedaagde] direct of indirect, in binnen- of buitenland eventueel deelneemt of op enig moment heeft deelgenomen of gehad. Voor zover [eiseres] in de in deze overeenkomst genoemde ondernemingen nog aandelen, certificaten of andere rechten zou hebben, dan draagt zij deze hierbij in het kader van deze overeenkomst aan [gedaagde] over.

8.Lopende Procedures

1. Direct na het ondertekenen van de vaststellingsovereenkomst, zal [eiseres] :
  • haar klacht jegens [gedaagde] bij de deken van de Orde van Advocaten in Amsterdam intrekken;
  • voor zover relevant, onmiddellijk door haar verzochte lopende beslagleggingen opheffen.
2. Zodra [gedaagde] aan de in artikel 1.4 en artikel 2.4 genoemde verplichtingen heeft voldaan, zal [eiseres] volledige medewerking verlenen aan het beëindigen van lopende procedures aangaande de in deze overeenkomst behandelde onderwerpen waaronder tevens het echtscheidingsconvenant, het ouderschapsplan en/of de aanvullende overeenkomst.

9.Toekomstige geschillen

1. In geval partijen in de toekomst van mening verschillen omtrent de interpretatie of uitvoering van deze overeenkomst, zullen zij trachten door middel van onderling overleg tot een regeling te komen. Voor het geval zij hier niet in slagen zullen zij zich wenden tot een bemiddelaar, teneinde te trachten de gerezen geschilpunten door bemiddeling tot een oplossing te brengen. Pas als deze bemiddeling niet tot resultaat leidt, zullen partijen zich elk tot een eigen advocaat wenden, die dan het geschilpunt eventueel aan de rechter kan voorleggen.
2. Partijen verklaren het Nederlands recht op deze overeenkomst van toepassing. Eventuele procedures over de uitleg en/of uitvoering van deze overeenkomst, zullen derhalve bij een Nederlandse rechtbank aanhangig worden gemaakt.
3. Voor zover in deze overeenkomst vaststellingen zijn opgenomen, die dienen ter beëindiging en/of voorkoming van onzekerheid of geschil omtrent hetgeen rechtens tussen partijen zal gelden, is deze overeenkomst een vaststellingsovereenkomst in de zin van de wet.

10.Slotbepaling

1. Partijen verbinden zich deze overeenkomst noch geheel, noch gedeeltelijk te zullen (laten) ontbinden op grond van enigerlei tekortkoming in de nakoming daarvan. Nakoming zal steeds gevorderd kunnen worden, al dan niet met schadevergoeding.
2. Partijen verlenen elkaar over en weer finale kwijting voor alle aanspraken en vorderingen anders dan vervat in deze overeenkomst. Tevens komen partijen overeen niets meer van elkaar te vorderen, zodra aan de verplichtingen uit hoofde van deze overeenkomst is voldaan.
Aldus in vijfvoud opgemaakt en ondertekend”
Was getekend: [eiseres] , 10-06-2019
en: [gedaagde] , 10-06-2019

3.Het geschil

3.1.
[eiseres] vordert samengevat en na wijziging van eis- dat de rechtbank bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, integraal de inhoud van de vaststellingsovereenkomst tussen partijen d.d. 10 juni 2019 overneemt en bekrachtigt.
3.2.
[gedaagde] voert verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
[eiseres] legt aan haar gewijzigde vordering ten grondslag dat partijen, nadat de dagvaarding was uitgebracht, een vaststellingsovereenkomst hebben gesloten. Zij verzoekt de rechtbank de inhoud van de overeenkomst, waarover partijen het dus eens zijn, integraal op te nemen in het door de rechtbank te wijzen vonnis.
4.2.
[gedaagde] voert als verweer aan dat [eiseres] in strijd handelt met artikel 9 lid 1 van de vaststellingsovereenkomst. [eiseres] had met [gedaagde] in mediation moeten gaan alvorens zich tot de rechtbank te wenden. Voorts heeft [gedaagde] [eiseres] gewezen op artikel 8 lid 2 van de vaststellingsovereenkomst en haar verzocht in het verlengde van die afspraak mee te werken aan het doorhalen van de onderhavige procedure. [eiseres] heeft dat echter geweigerd.
Volgens [gedaagde] kan [eiseres] in haar gewijzigde vordering niet worden ontvangen, dan wel dient deze te worden afgewezen.
4.3.
Naar het oordeel van de rechtbank staat noch artikel 9 lid 1 noch artikel 8 lid 2 van de vaststellingsovereenkomst aan toewijzing van de gewijzigde vordering van [eiseres] in de weg. Deze vordering valt immers welbeschouwd binnen de kaders van de afspraak van partijen dat lopende procedures over en weer zullen worden beëindigd (zie artikel 8 lid 2 van de vaststellingsovereenkomst). Door het opnemen van de vaststellingsovereenkomst in dit vonnis is ook het onderhavige geschil tussen partijen tot een einde gekomen, zonder dat tussen hen veroordelingen worden uitgesproken waar partijen niet achterstaan. In die zin is er tussen partijen ook niet sprake van een verschil van mening omtrent de interpretatie of uitvoering van de overeenkomst. Artikel 9 lid 1 van de vaststellingsovereenkomst is derhalve niet aan de orde. De vordering, zoals deze na wijziging van eis luidt, zal dan ook worden toegewezen en wel op de wijze zoals in het dictum opgenomen.
4.4.
Nu partijen ex-echtelieden zijn, zullen de proceskosten worden gecompenseerd als na te melden.

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
verstaat dat partijen op 10 juni 2019 zijn overeengekomen als volgt:

VASTSTELLINGSOVEREENKOMST
Ondergetekenden:
[eiseres]
, BSN [nummer], verder te noemen “de vrouw”, wonende te [postcode 1] te [gemeentenaam 1] (gemeente [gemeentenaam 1] ), aan de [adres 1] ,
en
[gedaagde]
, geboren op [geboortedatum 1], verder te noemen “de man”, wonende te [postcode 2] te [woonplaats 2] (gemeente [woonplaats 2] , [land 2] ), aan de [adres 2] ,
Tezamen verder te noemen “partijen”.
IN AANMERKING NEMENDE DAT:
- Partijen op 8 mei 1999 te Amsterdam in algemene gemeenschap van goederen met elkaar zijn gehuwd;
- Uit het huwelijk het hiernavolgend kind is geboren:
[naam kind] (hierna te noemen: “ [naam kind] ”), geboren te [geboorteplaats] ( [land 1] ) op [geboortedatum 2] ;
- Partijen bij beschikking d.d. 6 juli 2016, door middel van een beschikking van de rechtbank Amsterdam, voorzien van ouderschapsplan en echtscheidingsconvenant, zijn gescheiden:
- Op 12 juli 2016 de echtscheidingsbeschikking ingeschreven is in de gemeentelijke basisadministratie van de gemeente Amsterdam;
- Partijen op 30 juli 2016 een aanvullende overeenkomst bij het echtscheidingsconvenant en het ouderschapsplan hebben getekend;
- Partijen daarna in conflict zijn geraakt over onder meer de nakoming van hetgeen in het ouderschapsplan, het echtscheidingsconvenant en de aanvullende overeenkomst is bepaald;
- Partijen inmiddels opnieuw overleg hebben gepleegd omtrent de nakoming van de in het ouderschapsplan, het echtscheidingsconvenant en de aanvullende overeenkomst gemaakte afspraken;
- Uitdrukkelijk in afwijking van het ouderschapsplan, het echtscheidingsconvenant en de aanvullende overeenkomst voornoemd, komen partijen het navolgende overeen.
ZIJ KOMEN ALS VOLGT OVEREEN:

1.[naam kind]

1. Met ingang van 1 juli 2019 en zolang [naam kind] minderjarig is, betaalt [gedaagde] aan [eiseres] op een door [eiseres] te bepalen bankrekening maandelijks bij vooruitbetaling een bijdrage in de kosten van levensonderhoud en opvoeding van [naam kind] van € 450 in totaal. Deze kinderalimentatie zal zijn onderworpen aan de wettelijke indexering als bedoeld in artikel 1:402a BW, voor het eerst per 1 januari 2020. Daarnaast neemt [gedaagde] de onder 1.2 dezes genoemde kosten voor zijn rekening. Deze bijdrageregeling geldt ook voor het geval [naam kind] de middelbare school nog niet zou hebben afgerond na het bereiken van de 18-jarige leeftijd en zij nog bij [eiseres] woont, met dien verstande dat [gedaagde] het bedrag dan rechtstreeks aan [naam kind] betaalt. Wanneer [naam kind] gaat studeren, dan betaalt [gedaagde] de kosten van haar studie en levensonderhoud en hij maakt dan met [naam kind] afspraken over de hoogte van de toelage en de kosten die hij dan voor zijn rekening neemt.
2. [gedaagde] betaalt m.b.t. [naam kind] alle onkosten met betrekking tot:
  • Examen- en schoolgeld;
  • Medische kosten;
  • Ziektekostenverzekering vanaf het moment dat [naam kind] 18 jaar wordt;
  • Reizen naar en voor [gedaagde] ;
  • Schoolkamp en schooltripjes;
  • Eventuele woonlasten indien de studie buiten [naam kind] ’s woonregio zal zijn.
3. Zolang [naam kind] nog bij [eiseres] staat ingeschreven, zal ook [eiseres] betrokken worden bij de afspraken zoals in de artikelen 1.1 tot en met 1.2 dezes omschreven.
4. Met betrekking tot het schooljaar 2017/2018, is het schoolgeld betaald uit een door [naam kind] ’s grootouders ten behoeve van [naam kind] opgebouwde studiepot. Voor het UWC Maastricht bedroeg het bedrag € 7.341,20 en voor het eerste kwartaal van Interhigh College 2018 bedroeg dit bedrag € 3.080, aldus
€ 10.421,20in totaal. [gedaagde] zal dit geld binnen vier weken na ondertekening van deze overeenkomst terugstorten op een door [naam kind] aan te duiden rekening.

2.[eiseres]

1. [eiseres] ziet vanaf april 2018 af van de door haar vermeende door [gedaagde] te betalen partneralimentatie.
2. In het kader van de finale en definitieve afwikkeling van de huwelijksgoederengemeenschap, zal [gedaagde] aan [eiseres] een bedrag van € 24.000 (zegge: vierentwintig duizend Euro) betalen. [gedaagde] zal dit bedrag voldoen in 24 maandelijkse termijnen van € 1000, bij vooruitbetaling te voldoen op een door [eiseres] aan [gedaagde] door te geven bankrekeningnummer, ofwel zoveel eerder danwel versneld als dit [gedaagde] uitkomt. De eerste termijn, te voldoen uiterlijk op de laatste dag van de maand van ondertekening van deze overeenkomst is bij vooruitbetaling door [gedaagde] in mei 2019 reeds voldaan.
3. Partijen zijn overeengekomen dat, wanneer [gedaagde] niet uiterlijk de eerste dag van de maand het in lid 2 genoemde termijnbedrag voldoet, hij door [eiseres] schriftelijk in gebreke gesteld dient te worden, waarbij hem een termijn van één week wordt gegund om alsnog aan zijn verplichting te voldoen. Mocht [gedaagde] na voornoemde ingebrekestelling nog altijd niet aan zijn verplichtingen hebben voldaan, dan zal [gedaagde] een boete van € 500 verschuldigd zijn.
4. [gedaagde] betaalt het door de rechter bij vonnis in kort geding d.d. 23 januari 2019 bepaald bedrag van
€ 23.400, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 18 mei 2017 tot en met de dag van algehele voldoening, alsmede de in desbetreffend vonnis bepaalde proceskosten á
€ 810,01, uiterlijk binnen vier weken na ondertekening van deze overeenkomst.

3.Niet-wijzigingsbeding

1. Het in artikel 2.1 dezes bepaalde, kan niet bij rechterlijke uitspraak worden gewijzigd op grond van een wijziging van omstandigheden, behoudens in het geval van een zo ingrijpende wijziging van omstandigheden, dat de partij die de wijziging verzoekt, naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet langer aan het niet-wijzigingsbeding mag worden gehouden, zoals in artikel 1:159 lid 3 BW bepaald.

4.Huis gelegen aan de [adres 3] te [woonplaats 1]

1. [gedaagde] vrijwaart [eiseres] van alle kosten en schade die, tijdens of na de bewoning zijn ontstaan.
2. [gedaagde] neemt de exclusieve verantwoording voor schulden, al dan niet hypothecair, die betrekking hebben op het woonhuis in [woonplaats 1] . [eiseres] deelt niet in eventuele lasten. [eiseres] ziet af van enige rechten op deze woning en zij zal dienaangaande ook geen aanspraken bij [gedaagde] of bij derden maken.
3. Positieve of negatieve opbrengsten van een verkoop van het huis in [woonplaats 1] zijn volledig voor rekening van [gedaagde] . [eiseres] deelt hierin niet.
4. [gedaagde] en [eiseres] zullen de inboedel naar redelijkheid verdelen, waarbij [eiseres] haar keuze heeft kenbaar gemaakt met de verhuizing van de door haar gewenste spullen naar [plaats] . De resterende meubels, t.w. zes eetstoelen, een salontafel, een stapelbed en tuingereedschap/machines, komen aan [gedaagde] toe. [eiseres] zal haar in het huis achtergebleven persoonlijke spullen, waaronder spullen ten behoeve van haar hobby’s, binnen 3 weken na het ondertekenen van deze overeenkomst uit het huis verwijderen.
5. Bij ondertekening van deze overeenkomst geeft [eiseres] de sleutels, die toegang geven tot de woning, terstond af aan het kantoor van de advocaat van [gedaagde] in Eindhoven.

5. Huis aan [adres 2] te [woonplaats 2] in [land 2] in eigendom via [naam]

1. [gedaagde] vrijwaart [eiseres] van alle kosten en schade die tijdens of na de bewoning zijn ontstaan.
2. [gedaagde] neemt de exclusieve verantwoording voor schulden, al dan niet hypothecair, die betrekking hebben op het woonhuis in [woonplaats 2] . [eiseres] deelt niet in eventuele lasten.
3. Na de verkoop van het huis in [woonplaats 2] , betaalt [gedaagde] aan [eiseres] 50% van de netto opbrengst (t.w. na alle kosten van de onderneming [naam] en in verband met de overgang van rechten op dit onroerend goed (direct of indirect) door verkoop, waaronder tevens eventuele belastingen in verband met het ontnemen van opbrengst uit deze onderneming). Daarbij wordt door [eiseres] uit gegaan van het door [gedaagde] aan haar medegedeelde bedrag van € 2,3 miljoen aan hypotheek. Mocht [gedaagde] de hypotheek hebben verhoogd, dan zal dit niet ten koste gaan van [eiseres] deel van de opbrengst.
4. [eiseres] ziet in het geheel af van de inboedel die in [land 2] staat, m.u.v. haar persoonlijke hobbyspullen, die aan [eiseres] worden toebedeeld. Partijen zullen in onderling overleg afspreken wanneer [eiseres] de aan haar toekomende spullen mag ophalen.
5. [gedaagde] zal [eiseres] maandelijks per e-mail op de hoogte houden van door makelaars verrichte handelingen ten behoeve van de verkoop van de woning. [eiseres] zal [gedaagde] informeren wanneer zij potentiële kopers heeft gevonden, waarna partijen in overleg bepalen wanneer de bezichtiging plaatsvindt en wie de potentiële kopers bij de bezichtiging begeleidt. [eiseres] zal de woning en daarbij behorende grond niet zonder toestemming van [gedaagde] (bevestigd per e-mail) betreden.

6.Overige huizen

1. [eiseres] doet afstand van aanspraken op eventuele belangen van [gedaagde] in andere huizen.
2. [eiseres] doet afstand van aanspraken op onkosten gemaakt tot aan de periode van definitieve verrekening, ten behoeve van bewoning door [gedaagde] .

7.[naam] & overige ondernemingen

1. Per datum van ondertekening van deze overeenkomst, doet [eiseres] afstand van haar participatie in [naam] .
2. [gedaagde] vrijwaart [eiseres] van iedere aanspraak op haar belang of functie in deze Holding, betreffende het verleden of de toekomst.
3. [eiseres] zal geen aanspraken maken betreffende eventuele andere ondernemingen, bedrijven, holdings of andere constructies of vermogensbestanddelen waaraan [gedaagde] direct of indirect, in binnen- of buitenland eventueel deelneemt of op enig moment heeft deelgenomen of gehad. Voor zover [eiseres] in de in deze overeenkomst genoemde ondernemingen nog aandelen, certificaten of andere rechten zou hebben, dan draagt zij deze hierbij in het kader van deze overeenkomst aan [gedaagde] over.

8.Lopende Procedures

1. Direct na het ondertekenen van de vaststellingsovereenkomst, zal [eiseres] :
  • haar klacht jegens [gedaagde] bij de deken van de Orde van Advocaten in Amsterdam intrekken;
  • voor zover relevant, onmiddellijk door haar verzochte lopende beslagleggingen opheffen.
2. Zodra [gedaagde] aan de in artikel 1.4 en artikel 2.4 genoemde verplichtingen heeft voldaan, zal [eiseres] volledige medewerking verlenen aan het beëindigen van lopende procedures aangaande de in deze overeenkomst behandelde onderwerpen waaronder tevens het echtscheidingsconvenant, het ouderschapsplan en/of de aanvullende overeenkomst.

9.Toekomstige geschillen

1. In geval partijen in de toekomst van mening verschillen omtrent de interpretatie of uitvoering van deze overeenkomst, zullen zij trachten door middel van onderling overleg tot een regeling te komen. Voor het geval zij hier niet in slagen zullen zij zich wenden tot een bemiddelaar, teneinde te trachten de gerezen geschilpunten door bemiddeling tot een oplossing te brengen. Pas als deze bemiddeling niet tot resultaat leidt, zullen partijen zich elk tot een eigen advocaat wenden, die dan het geschilpunt eventueel aan de rechter kan voorleggen.
2. Partijen verklaren het Nederlands recht op deze overeenkomst van toepassing. Eventuele procedures over de uitleg en/of uitvoering van deze overeenkomst, zullen derhalve bij een Nederlandse rechtbank aanhangig worden gemaakt.
3. Voor zover in deze overeenkomst vaststellingen zijn opgenomen, die dienen ter beëindiging en/of voorkoming van onzekerheid of geschil omtrent hetgeen rechtens tussen partijen zal gelden, is deze overeenkomst een vaststellingsovereenkomst in de zin van de wet.

10.Slotbepaling

1. Partijen verbinden zich deze overeenkomst noch geheel, noch gedeeltelijk te zullen (laten) ontbinden op grond van enigerlei tekortkoming in de nakoming daarvan. Nakoming zal steeds gevorderd kunnen worden, al dan niet met schadevergoeding.
2. Partijen verlenen elkaar over en weer finale kwijting voor alle aanspraken en vorderingen anders dan vervat in deze overeenkomst. Tevens komen partijen overeen niets meer van elkaar te vorderen, zodra aan de verplichtingen uit hoofde van deze overeenkomst is voldaan.
Aldus in vijfvoud opgemaakt en ondertekend”
Was getekend: [eiseres] , 10-06-2019
en: [gedaagde] , 10-06-2019
5.2.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
5.3.
compenseert de proceskosten des dat iedere partij de eigen draagt,
5.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.J.H.A. Venner-Lijten en in het openbaar uitgesproken op 5 augustus 2020. [1]

Voetnoten

1.type: AH