ECLI:NL:RBLIM:2020:5910

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
5 augustus 2020
Publicatiedatum
10 augustus 2020
Zaaknummer
C/03/278546/HA ZA 20-286
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • M.J.H.A. Venner-Lijten
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot verbetering en heropening van een civiele zaak

In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Limburg, heeft eiser op 27 juli 2020 een verzoek ingediend tot verbetering en heropening van een eerder gewezen vonnis van 22 juli 2020. Eiser stelde dat het vonnis berustte op een kennelijke juridische misslag, specifiek dat de stelling dat het griffierecht niet tijdig was voldaan, onjuist was. De rechtbank heeft het verzoek beoordeeld en geconcludeerd dat er geen sprake was van een kennelijke fout die eenvoudig te herstellen was. De rechtbank bevestigde dat de eerdere vaststelling dat het griffierecht niet tijdig was voldaan, correct was. Daarom heeft de rechtbank het verzoek tot verbetering en heropening van de zaak afgewezen. De uitspraak werd gedaan door mr. M.J.H.A. Venner-Lijten en vond plaats op 5 augustus 2020.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
zaaknummer / rolnummer: C/03/278546 / HA ZA 20-286
Vonnis van 5 augustus 2020
in de zaak van
[eiser],
wonende te [woonplaats 1] ,
eiser,
advocaat mr. M.M. van der Marel te Eindhoven,
tegen
[gedaagde] , h.o.d.n. [handelsnaam],
wonende te [woonplaats 2] ,
gedaagde,
advocaat mr. H.M. Kruitwagen te Arnhem.
Partijen zullen hierna [eiser] en [gedaagde] genoemd worden.

1.Het verzoek tot verbetering

1.1.
Bij faxbrief van 27 juli 2020 is namens [eiser] de rechtbank verzocht om heropening van de zaak, omdat het op 22 juli 2020 in deze zaak gewezen vonnis op een kennelijke juridische misslag berust, in die zin dat de stelling dat het griffierecht niet tijdig is voldaan, aantoonbaar onjuist is.

2.De beoordeling

2.1.
De rechtbank is van oordeel dat in het vonnis van 22 juli 2020 geen sprake is van een kennelijke fout, die zich voor eenvoudig herstel leent. De overweging dat is vastgesteld dat het griffierecht niet tijdig is voldaan, is ook niet onjuist. De rechtbank zal het verzoek dan ook afwijzen.

3.De beslissing

De rechtbank
3.1.
wijst het verzoek om verbetering van het op 22 juli 2020 tussen [eiser] en [gedaagde] gewezen vonnis en tot heropening van de zaak af.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.J.H.A. Venner-Lijten en in het openbaar uitgesproken op 5 augustus 2020. [1]

Voetnoten

1.type: EvdS