Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
[handelsnaam],
1.De procedure
- de van de zijde van [geopposeerde] ontvangen producties
- de mondelinge behandeling op 13 augustus 2020.
2.De feiten
- betaling van € 3.2231,60 brutoloon, te vermeerderen met wettelijke verhoging en wettelijke rente;
- betaling van € 807,90 brutoloon per maand vanaf 1 september 2019 tot het einde van de arbeidsovereenkomst;
- verstrekking van deugdelijke loonspecificaties over de loontijdvakken vanaf 1 mei 2019, binnen twee weken na betekening van het vonnis, op straffe van verbeurte van een dwangsom, gemaximeerd tot € 10.000,00;
- betaling van de proceskosten en de nakosten.
- het achterstallig loon en de vakantiebijslag over de periode mei 2019 tot en met april 2020;
- de openstaande vakantiedagen tot einde arbeidsovereenkomst;
- de transitievergoeding;
- een billijke vergoeding;