ECLI:NL:RBLIM:2020:6152
Rechtbank Limburg
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening inzake last onder dwangsom voor verwijdering woonwagen zonder omgevingsvergunning
Op 19 augustus 2020 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Limburg uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoeker een voorlopige voorziening heeft gevraagd naar aanleiding van een last onder dwangsom tot verwijdering van een woonwagen. De woonwagen was zonder omgevingsvergunning geplaatst op een perceel in Sittard-Geleen. De voorzieningenrechter oordeelde dat er geen spoedeisend belang was bij het behoud van de woonwagen op de huidige locatie, aangezien verzoeker de mogelijkheid had om de woonwagen te verplaatsen naar een voor hem gereserveerde standplaats aan de overkant van de weg. Het verzoek om een voorlopige voorziening werd afgewezen.
De voorzieningenrechter overwoog dat het oordeel een voorlopig karakter heeft en niet bindend is voor een eventueel bodemgeding. De voorzieningenrechter kan alleen een voorlopige voorziening treffen indien er sprake is van onverwijlde spoed, wat in dit geval niet werd aangetoond. Verzoeker had aangevoerd dat het verwijderen van de woonwagen onomkeerbare gevolgen zou hebben, maar de voorzieningenrechter oordeelde dat verzoeker niet had aangetoond dat verplaatsing niet mogelijk was. Bovendien was er een standplaats gereserveerd aan de overkant van de straat.
De voorzieningenrechter concludeerde dat verzoeker geen spoedeisend belang had bij het behoud van de woonwagen op de huidige locatie en wees het verzoek om voorlopige voorziening af. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak werd gedaan in aanwezigheid van de griffier, maar niet op een openbare zitting vanwege coronamaatregelen. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.