ECLI:NL:RBLIM:2020:6184

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
19 augustus 2020
Publicatiedatum
20 augustus 2020
Zaaknummer
8602176 CV 20-2877
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake betalingsvordering en buitengerechtelijke incassokosten

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 19 augustus 2020 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen de besloten vennootschap EUROFIX B.V. en twee gedaagden, die procederen in persoon. De eisende partij vorderde betaling van een bedrag van € 1.114,92 aan hoofdsom en € 167,24 aan buitengerechtelijke incassokosten, vermeerderd met rente en kosten. De gedaagde partij heeft na verkregen uitstel niet meer geantwoord op de dagvaarding.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de dagvaarding voldoet aan de vereisten van artikel 111 lid 2 onder d Rv en dat de gedaagde partij vermoedelijk een consument is. De rechter heeft ambtshalve de beschermende bepalingen van het Europees consumentenrecht toegepast, maar oordeelde dat er in deze zaak geen schending van deze bepalingen heeft plaatsgevonden. De vordering van de eisende partij met betrekking tot de hoofdsom en de wettelijke rente werd als niet weersproken toegewezen.

Wat betreft de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten, oordeelde de kantonrechter dat deze niet voor toewijzing in aanmerking komen, omdat niet is gebleken dat een kosteloze aanmaning heeft plaatsgevonden conform de eisen van artikel 6:96 lid 6 BW. De gedaagde partij werd veroordeeld in de kosten van de procedure, die aan de zijde van de eisende partij zijn begroot op € 704,08. De kantonrechter heeft ook de gevorderde rente over de proceskosten toegewezen en het vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Het meer of anders gevorderde werd afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: 8602176 \ CV EXPL 20-2877
Vonnis van de kantonrechter van 19 augustus 2020
in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
EUROFIX B.V.,
gevestigd Industrieweg 10c,
4731 SC Oudenbosch,
eisende partij,
gemachtigde mr. F. Doornbos,
tegen:

1.[gedaagde partij 1] ,

2.
[gedaagde partij 2],
beiden wonende [adres] ,
[woonplaats] ,
gedaagde partij,
procederende in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- het verzoek om uitstel van gedaagde partij.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De beoordeling

2.1.
Gedaagde partij heeft, na verkregen uitstel niet meer geantwoord.
2.2.
Op grond van artikel 111 lid 2 onder d Rv dient de dagvaarding de eis en de gronden daarvan te vermelden en op grond van artikel 21 Rv dient eisende partij de voor de beslissing van belang zijnde feiten volledig en naar waarheid aan te voeren.
2.3.
De kantonrechter is van oordeel dat de dagvaarding aan de voormelde vereisten voldoet.
2.4.
Gedaagde partij is een consument, althans wordt vermoed een consument te zijn.
Op grond van de rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie, dient de rechter de beschermende bepalingen van het Europees consumentenrecht ook toe te passen als daar niet om gevraagd is (‘ambtshalve toepassing’).
2.5.
De kantonrechter is van oordeel dat in deze zaak geen beschermende bepalingen van het Europees consumentenrecht zijn geschonden.
2.6.
Eisende partij vordert – zakelijk weergegeven - gedaagde partij te veroordelen om aan eisende partij tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen een bedrag van € 1.114,92 aan hoofdsom en een bedrag van € 167,24 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met rente en kosten.
2.7.
Eisende partij heeft gesteld dat gedaagde partij een tweetal bestellingen bij eisende partij heeft geplaatst voor een totaalbedrag van € 1.114,92. Gedaagde partij blijft in gebreke met haar betalingsverplichtingen jegens eisende partij. Daarnaast vordert eisende partij vergoeding van de buitengerechtelijke incassokosten van € 167,14.
2.8.
De vordering ten aanzien van de hoofdsom en de daarover gevorderde wettelijke rente staat als niet weersproken tussen partijen vast en behoort als onvoldoende betwist te worden toegewezen.
2.9.
Eisende partij maakt aanspraak op de vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. De kantonrechter stelt vast dat het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit) van toepassing is nu het verzuim na 1 juli 2012 is ingetreden.
De gevorderde vergoeding komt echter niet voor toewijzing in aanmerking, nu niet is gebleken dat een kosteloze aanmaning conform de eisen van artikel 6:96 lid 6 BW heeft plaatsgevonden.
2.10.
Gedaagde partij zal worden veroordeeld in de kosten van de procedure. De kosten aan de zijde van eisende partij worden begroot op:
  • dagvaarding € 85,08
  • griffierecht € 499,00
  • salaris gemachtigde €
totaal € 704,08
2.11.
De gevorderde rente over de proceskosten zal worden toegewezen met ingang van de vijftiende dag na betekening van dit vonnis.
2.12.
De gevorderde nakosten zullen worden toegewezen overeenkomstig de richtlijnen van het LOVCK&T en worden begroot op een half salarispunt conform het liquidatietarief proceskosten.

3.De beslissing

De kantonrechter
3.1.
veroordeelt gedaagde partij om aan eisende partij tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen een bedrag van € 1.114,92, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf de datum van verzuim, zijnde 30 dagen na elke respectievelijke factuurdatum, tot de dag van volledige betaling,
3.2.
veroordeelt gedaagde partij in de kosten van de procedure aan de zijde van eisende partij gevallen en aan die zijde tot op heden begroot op een bedrag van € 704,08, vermeerderd met de wettelijke rente met ingang van de vijftiende dag na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
3.3.
veroordeelt gedaagde partij onder de voorwaarde dat deze niet binnen twee weken na aanschrijving door eisende partij volledig aan dit vonnis voldoet, in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op:
- € 60,00 aan salaris gemachtigde, vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW met ingang van de vijftiende dag na betekening tot de dag der voldoening,
- te vermeerderen, indien betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met de explootkosten van betekening van het vonnis, vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW met ingang van de vijftiende dag na betekening tot de dag der voldoening,
3.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
3.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.H.J. Otto en in het openbaar uitgesproken.
type: JEC