ECLI:NL:RBLIM:2020:6334

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
25 augustus 2020
Publicatiedatum
27 augustus 2020
Zaaknummer
C/03/17/483 R
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voortzetting van de schuldsaneringsregeling met wijziging van de termijn

In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 25 augustus 2020 uitspraak gedaan over de voortzetting van de schuldsaneringsregeling van de schuldenaar, hierna aangeduid als [saniet]. De rechtbank had eerder op 15 augustus 2017 de schuldsaneringsregeling uitgesproken. Tijdens een zitting op 13 augustus 2020 werd de voortzetting van de regeling besproken, waarbij de bewindvoerder en de beschermingsbewindvoerder aanwezig waren. De bewindvoerder meldde dat [saniet] niet voldoende aan zijn verplichtingen had voldaan, wat leidde tot de conclusie dat hem geen schone lei kon worden toegekend. Echter, de rechtbank erkende de inspanningen die [saniet] had geleverd en de stappen die hij had gemaakt in zijn persoonlijke ontwikkeling, ondanks dat hij niet altijd voldeed aan de eisen van de schuldsanering.

De rechtbank oordeelde dat [saniet] nog een kans verdiende, gezien zijn vooruitgang en de verantwoordelijkheid die hij nam voor zijn fouten. De schuldsanering, die in beginsel 36 maanden duurt, werd verlengd met 18 maanden, waardoor de totale duur op 4,5 jaar kwam te liggen. De rechtbank legde [saniet] een aantal verplichtingen op, waaronder het maandelijks rapporteren aan de bewindvoerder en het actief solliciteren. De rechtbank benadrukte dat als [saniet] zich niet aan deze verplichtingen houdt, de schuldsanering kan worden beëindigd zonder schone lei. De uitspraak werd gedaan door mr. K.J.H. Hoofs en is openbaar gemaakt op dezelfde dag.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Maastricht verlenging looptijd
Toezicht / Insolventies
insolventienummer: C/03/17/483 R
datum uitspraak: 25 augustus 2020
Bij vonnis van deze rechtbank van 15 augustus 2017 is de toepassing van de schuldsaneringsregeling uitgesproken ten aanzien van
[saniet] ,
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ,
wonende: [adres] , [woonplaats] ,
verder: [saniet] .

1.Het verdere verloop van de procedure

1.1.
De rechtbank heeft conform artikel 352 Faillissementswet (hierna: Fw) een zitting bepaald waarop de beëindiging van de toepassing van de schuldsaneringsregeling wordt behandeld.
1.2.
De bewindvoerder, [naam bewindvoerder] , de beschermingsbewindvoerder, [naam beschermingsbewindvoerder] , en [saniet] zijn tijdens de zitting op 13 augustus 2020 verschenen.

2.De beoordeling

2.1.
Tijdens de zitting heeft [saniet] aangegeven dat hij graag een heel overzichtelijk vonnis krijgt, eentje die hij op de koelkast kan hangen, zodat voor hem duidelijk is wat van hem verwacht wordt als de rechtbank beslist dat de schuldsanering wordt voortgezet. De rechtbank probeert aan deze wens te voldoen.
Wat vinden de bewindvoerder en de rechter-commissaris?
2.2.
De bewindvoerder heeft de rechter-commissaris op 5 augustus 2020 laten weten dat [saniet] de verplichtingen uit de schuldsanering onvoldoende is nagekomen. Door het onvoldoende nakomen van deze verplichtingen kan aan [saniet] niet de schone lei worden toegekend. De rechter-commissaris deelt de mening van de bewindvoerder.
2.3.
Tijdens de zitting heeft de bewindvoerder gezegd dat [saniet] de afgelopen drie jaren grote stappen heeft gemaakt. Als de rechtbank de schuldsanering verlengt en [saniet] tijdens de verlenging doet wat hij op zitting belooft, is het - zo stelt de bewindvoerder - mogelijk de schuldsanering toch met een schone lei af te sluiten. [saniet] is geen standaard ‘schuldsaneringsfrustreerder’. De beschermingsbewindvoerder is het met de bewindvoerder eens. [saniet] is een hele kwetsbare jongen die nog een kans verdient.
Wat ging er de afgelopen drie jaren goed?
2.4.
[saniet] heeft grote stappen gemaakt. Tijdens de eerste zes maanden van de schuldsanering volgde [saniet] een traject bij de gemeente, omdat er een grote afstand tot de arbeidsmarkt was. [saniet] had zowel lichamelijke als psychische klachten. Tijdens die periode hoefde hij van de rechter-commissaris niet te werken en ook niet te solliciteren. Na die periode, vanaf maart 2018, moest [saniet] gaan solliciteren en werken. [saniet] heeft gewerkt bij de Stichting WerkvoorHeerlen en Baanbrekend Werk, projecten van de gemeente Heerlen. Vanaf 22 oktober 2018 is [saniet] gaan werken voor Van der Velden Rioleringsbeheer Heerlen B.V. (verder: Van der Velden). [saniet] heeft op 17 december 2019 bij Van der Velden een fulltime arbeidsovereenkomst voor 8 maanden gekregen.
Wat ging er de afgelopen drie jaren niet goed?
2.5.
[saniet] heeft vanaf maart 2018 tot 1 januari 2020 en vanaf 1 juni 2020 niet fulltime gewerkt. Hij werkte in die periodes maximaal 20 uur per week. [saniet] heeft in die perioden niet gesolliciteerd zoals dat in de schuldsanering vereist is. De bewindvoerder heeft wel foto’s van visitekaartjes en screenshots van oproepen van uitzendbureau’s ontvangen. [saniet] heeft er zelf voor gekozen zijn contract bij Van der Velden van 40 uur per week te wijzigingen in 20 uur per week. [saniet] heeft in de periode dat hij bij Van der Velden fulltime werkte, te veel vakantiedagen opgenomen. Van der Velden heeft deze vakantiedagen verrekend met het salaris van [saniet] , waardoor [saniet] geen inkomen in de maanden juli en augustus heeft gekregen. De arbeidsovereenkomst met Van der Velden eindigt op 17 augustus 2020. Het informeren van de bewindvoerder door [saniet] ging niet goed.
Wat vindt [saniet] ?
2.6.
[saniet] heeft tijdens de zitting gezegd dat hij een grote fout heeft gemaakt door zijn contract bij Van de Velden om te zetten van 40 naar 20 uur per week. Hij heeft dit gedaan omdat hij niet kon omgaan met stress en niet meer helder kon nadenken. Beide ouders hebben in die periode in het ziekenhuis gelegen en hij had problemen op het werk. Het boterde niet met verschillende collega’s. Door de corona-crisis verergerde de stress. Hij geeft aan dat het waarschijnlijk niet zo was gegaan als hij hierover had gesproken. Hij had contact moeten opnemen met de bewindvoerder en de beschermingsbewindvoerder. Of met zijn psycholoog, waar hij in het verleden goed mee kon vertellen. Hij is al langere tijd niet meer bij zijn psycholoog geweest. Hij heeft zijn fout nog proberen recht te zetten, door zijn baas begin juni 2020 te vragen hem weer fulltime in te plannen. Dit is niet gebeurd. [saniet] zegt dat hij vanaf maart 2018 zeker 30 keer heeft gesolliciteerd. Hij vindt het naar dat hij zijn gezin meetrekt in zijn fouten. Hij heeft een sollicitatiegesprek opstaan voor 13 augustus 2020 in de middag, na de zitting, voor een fulltime baan als magazijnmedewerker.
Nog een kans?
2.7.
De rechtbank is van oordeel dat [saniet] te weinig gewerkt en gesolliciteerd heeft. De manier waarop [saniet] heeft gesolliciteerd voldoet niet aan de eisen die daaraan worden gesteld binnen de schuldsanering. Dat [saniet] zijn fulltime baan zelf heeft opgezegd, is - zo heeft de rechtbank het ook op zitting gezegd - ‘heel erg stom’. Toch vindt de rechtbank dat [saniet] nog een kans verdient. [saniet] heeft de afgelopen jaren stappen gemaakt: van een hulptraject bij de gemeente naar een fulltime baan. Ook neemt [saniet] verantwoordelijkheid voor zijn handelen. Hij heeft erover nagedacht waarom het met de baan bij Van der Velden mis is gegaan, en wil - zie het kopje ‘afspraken’- daaraan werken.
Verlening schuldsanering
2.8.
De schuldsanering duurt (in beginsel) 36 maanden. Van die 36 maanden heeft [saniet] zich 18 maanden niet aan de schuldsaneringsverplichtingen gehouden. De rechtbank zal de schuldsanering dan ook verlengen met 18 maanden. Tijdens de duur van de schuldsanering zal [saniet] zich stipt moeten houden aan de verplichtingen van de schuldsanering. Als [saniet] dit niet doet, dan wordt de schuldsanering beëindigd zonder schone lei.
2.9.
De rechtbank zal, ingevolge in artikel 349a Fw. de termijn wijzigen gedurende welke de schuldsaneringsregeling van kracht is. Zij zal de termijn vaststellen op
4,5 jaar, te rekenen vanaf de dag van de uitspraak tot toepassing van de schuldsaneringsregeling.
Afspraken
2.10.
Om de schuldsanering goed te kunnen afsluiten, moet [saniet] voldoen aan de verplichtingen van de schuldsanering. Dit betekent - kort gezegd - dat [saniet] de bewindvoerder moet informeren, fulltime werkt en, wanneer hij niet fulltime werkt, solliciteert.
Om aan deze verplichtingen te kunnen voldoen heeft [saniet] (voorgesteld en) toegezegd dat hij:
1. iedere maand contact opneemt met de bewindvoerder. Hij zet een reminder in zijn telefoon en zal iedere maand op de 30ste de bewindvoerder informeren over alles wat van belang kan zijn met betrekking tot de schuldsanering. Dit doet hij per e-mail.
2. [saniet] gaat aan de slag met ‘het omgaan met stress’. Hij neemt contact op met zijn huisarts en zijn psycholoog.
3. Voordat [saniet] beslissingen neemt die zijn werk wijzigen (andere baan, aantal uren, etc) neemt hij eerst contact op met de bewindvoerder èn de beschermingsbewindvoerder voordat hij hierover een beslissing neemt.
4. Zolang [saniet] geen (fulltime) baan heeft, moet hij iedere week solliciteren. Hij gaat dat doen volgens de eisen die de schuldsanering daaraan stelt. [saniet] laat aan de bewindvoerder (iedere maand op de 30ste) de vacature, de sollicitatie en de (eventuele) ontvangstbevestiging toekomen. Ook laat [saniet] weten hoe het met die sollicitatie verder is gegaan (ben je op gesprek geweest, ben je aangenomen of afgewezen).

3.De beslissing

De rechtbank
3.1.
bepaalt dat de toepassing van de schuldsaneringsregeling wordt voortgezet,
3.2.
wijzigt de termijn van de toepassing van de schuldsaneringsregeling, en stelt deze vast op 4,5 jaar, derhalve tot maximaal 25 februari 2022,
3.3.
bepaalt dat gedurende de verlengde periode alle verplichtingen voortvloeiend uit de schuldsaneringsregeling van kracht blijven.
Dit vonnis is gewezen door mr. K.J.H. Hoofs, rechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 25 augustus 2020 in tegenwoordigheid van de griffier.
Tegen deze uitspraak kan degene aan wie de Faillissementswet dat recht toekent, uitsluitend via een advocaat binnen acht dagen na de dag van deze uitspraak hoger beroep instellen bij een verzoekschrift, in te dienen ter griffie van het gerechtshof dat van de zaak kennis moet nemen.