ECLI:NL:RBLIM:2020:6403

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
19 augustus 2020
Publicatiedatum
28 augustus 2020
Zaaknummer
8227249 cv expl-19-8441
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Consumentenkoop van elektrische fietsen met non-conformiteit en ontbinding van de koopovereenkomst

In deze zaak heeft eiser, een consument, twee elektrische fietsen van het merk Forza Vito aangeschaft. Na de levering op 31 juli 2019 heeft eiser diverse gebreken aan de fietsen geconstateerd, waaronder een fel piepgeluid en problemen met de spiegels. Eiser heeft Forza, de verkoper, op de hoogte gesteld van deze gebreken en heeft geprobeerd de fietsen om te ruilen voor andere modellen. Na meerdere klachten en een bezoek van een monteur, heeft eiser op 15 oktober 2019 de koopovereenkomst ontbonden. Eiser vordert nu dat de rechtbank verklaart dat de koopovereenkomst rechtsgeldig is ontbonden en dat Forza de aankoopprijs van € 2.976,00 terugbetaalt, evenals schadevergoeding voor gemaakte kosten.

De kantonrechter heeft geoordeeld dat de geleverde fietsen niet aan de overeenkomst voldoen, omdat Forza gebruikte batterijen heeft geleverd in plaats van nieuwe, wat niet verwacht mag worden bij een nieuwe fiets. De kantonrechter heeft de vordering van eiser toegewezen en Forza veroordeeld tot het ophalen van de Vito fietsen en terugbetaling van de aankoopprijs. Daarnaast is Forza veroordeeld tot betaling van een klein bedrag aan telefoonkosten en de proceskosten. Het vonnis is uitgesproken door mr. P.H.M. Kuster op 19 augustus 2020.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: 8227249 CV EXPL 19-8441
Vonnis van de kantonrechter van 19 augustus 2020
in de zaak van:
[eiser],
wonend te [woonplaats] ,
eisende partij,
gemachtigde mr. C.C. Berends,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
FORZA FIETSEN B.V.,
gevestigd te Nunspeet,
gedaagde partij,
gemachtigde J.P. Voorn.
Partijen zullen hierna [eiser] en Forza genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding
  • de conclusie van antwoord
  • de conclusie van repliek met een eiswijziging
  • de conclusie van dupliek.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eiser] heeft op 17 juli 2019 twee elektrische fietsen van het merk/type Forza Vito (hierna: Vito fietsen) besteld.
2.2.
De fietsen zijn gekocht en geleverd op 31 juli 2019 voor een totaalbedrag van
€ 2.976,00. [eiser] heeft toen twee fietsen ingeruild tegen een bedrag van € 1.500,00, zodat hij nog € 1.476,00 moest betalen. [eiser] en zijn echtgenote hebben deze dag voor het eerst een proefrit met de nieuwe fietsen gemaakt.
2.3.
Bij e-mail van 1 augustus 2019 heeft [eiser] aan Forza medegedeeld dat de fietsen een fel piepgeluid maken en dat hij dit ook reeds bij de levering heeft medegedeeld. Ook maakt hij in de e-mail melding van een gebrek aan de spiegels.
2.4.
Op 13 augustus 2019 heeft een medewerker van Forza [eiser] thuis bezocht. Toen is in ieder geval tussen partijen afgesproken dat de twee Vito fietsen ingeruild zouden worden tegen twee “demo modellen” van het merk/type Forza Essenze (hierna: Essenze fietsen) tegen bijbetaling van een bedrag van € 475,00. [eiser] heeft daarbij het voorbehoud gemaakt dat hij deze fietsen afhankelijk van de staat waarin zij zich bevinden al dan niet accepteert.
2.5.
Bij brief van 13 augustus 2019 heeft [eiser] een gespreksbevestiging aan Forza gezonden. I de brief staat onder andere:
“Hierdoor bevestig ik uw uitspraken, gedaan tijdens uw bezoek aan ons vandaag, dat de door Forza geleverde fietsen Forza Vito (….) inderdaad niet in orde waren en dat onze klachten betreffende het luidruchtig geluid van de motor, de remmen terecht waren en dat we diverse keren de motor al fietsend niet meer konden gebruiken, ofschoon het display aangaf, dat er nog voldoende energie in de accu aanwezig was en dat jullie fouten hadden gemaakt.”
2.6.
Forza heeft de Essenze fietsen geleverd op 16 augustus 2020 en de Vito fietsen meegenomen.
2.7.
Omdat [eiser] niet tevreden was over de staat van de Essenze fietsen, heeft Forza deze fietsen op 30 augustus 2020 bij [eiser] opgehaald en de Vito fietsen weer aan [eiser] geleverd.
2.8.
Bij brief van 6 september 2019 heeft [eiser] aan Forza medegedeeld dat de Vito fietsen nog steeds dezelfde gebreken vertonen “namelijk enorm lawaai van de voor- en achterrem, motoren piepten, en ander oorverdovend lawaai”. Verder merkt [eiser] in de brief op dat Forza niet-originele, gebruikte batterijen geleverd heeft. Hij heeft Forza in deze brief verzocht om binnen 5 dagen de gebreken te herstellen en originele batterijen te leveren.
2.9.
Op 30 september 2019 heeft een monteur van Forza [eiser] thuis bezocht en werkzaamheden aan de fietsen verricht.
2.10.
Bij aangetekende brief van 4 oktober 2019 heeft [eiser] Forza in gebreke gesteld. Hij heeft Forza een termijn van zeven dagen gegeven om de klachten op te lossen of de fietsen te vervangen.
2.11.
Op 10 oktober 2019 heeft [eiser] via e-mail aan Forza voorgesteld om de Vito fietsen te vervangen door twee fietsen van het merk/type Ventura Nero.
2.12.
Op 11 oktober 2019 heeft Forza aangeboden een monteur de (gestelde) gebreken aan de Vito fietsen te laten herstellen. [eiser] heeft dat aanbod afgewezen.
2.13.
Partijen hebben daarna nog onderhandeld over het eerdere voorstel van [eiser] om de Vito fietsen te vervangen door fietsen van het merk/type Ventura Nero, maar dit heeft niet tot een positief resultaat geleid.
2.14.
Bij brief van 15 oktober 2019 heeft [eiser] de koopovereenkomst met Forza ontbonden.

3.Het geschil

3.1.
[eiser] vordert om:
primair:
- voor recht te verklaren dat de koopovereenkomst rechtsgeldig is ontbonden,
- Forza te veroordelen tot het ophalen van de Vito fietsen en het terugbetalen van de aanschafprijs van € 2.976,00,
subsidiair:
- de koopovereenkomst te ontbinden,
- Forza te veroordelen tot het ophalen van de Vito fietsen en het terugbetalen van de aanschafprijs van € 2.976,00,
primair en subsidiair:
- Forza te veroordelen tot betaling van € 410,34 schadevergoeding,
- Forza te veroordelen tot betaling van een schadevergoeding van de reiskosten na datum van de dagvaarding tot en met de vonnisdatum,
- Forza te veroordelen tot betaling van de proceskosten.
3.2.
Forza voert verweer.
3.3.
Op de standpunten van partijen zal hierna, voor zover relevant, nader ingegaan worden.

4.De beoordeling

4.1.
Tussen partijen is in geschil of de door Forza geleverde fietsen aan de met [eiser] gesloten overeenkomst beantwoorden. [eiser] vindt van niet. Hij stelt daartoe dat de Vito fietsen diverse gebreken vertoonden. De kantonrechter stelt hierbij voorop dat [eiser] zal moeten aantonen dat de gebreken van de fietsen zodanig zijn dat de fietsen hierdoor niet aan de overeenkomst beantwoorden.
4.2.
[eiser] stelt dat de motoren en de remmen van de Vito fietsen veel meer lawaai maken dan van een normale elektrische fiets verwacht mag worden. In dit verband wijst hij er ook op dat deze fietsen op de website van Forza wordt aangeprezen als een fiets met een “muisstille” voormotor. De kantonrechter hecht aan deze aanprijzing minder waarde dan [eiser] . In ieder geval ziet de kantonrechter in een dergelijke reclame-uiting geen argument om uit te gaan van de veronderstelling dat de Vito fietsen minder geluid maken dan de gemiddelde elektrische fiets.
4.3.
Omdat Forza betwist dat de fietsen het door [eiser] gestelde lawaai maken, althans dat deze fietsen meer dan het gebruikelijke geluid van elektrische fietsen maken, had van [eiser] verwacht mogen worden dat hij verder aannemelijk zou maken dat de fietsen wel degelijk meer lawaai maken dan van deze fietsen verwacht mocht worden. Daar is hij niet in geslaagd. Daartoe wordt als volgt overwogen. [eiser] wijst erop dat hij in zijn brief van 13 augustus 2019 Forza heeft medegedeeld dat haar monteur heeft erkend dat de fietsen te veel lawaai maken. Anders dan [eiser] ziet de kantonrechter hierin geen (buitengerechtelijke) erkenning door Forza van de gestelde gebreken. Forza betwist namelijk dat haar monteur een dergelijke mededeling heeft gedaan. Het feit dat Forza niet schriftelijk op deze brief gereageerd heeft, is verder niet relevant want ook daaruit kan niet (althans niet zonder meer) worden afgeleid dat Forza het met de inhoud van die brief eens was. De uitleg van Forza dat zij uit overwegingen van klantvriendelijkheid volgens haar ongegronde klachten schriftelijk niet betwist, vindt de kantonrechter plausibel. Zo kan ook uit het feit dat naar aanleiding van de klachten van [eiser] meermaals een monteur van Forza de Vito fietsen heeft onderzocht niet zonder meer worden afgeleid dat de Vito fietsen te veel geluid produceerden. Met het sturen van de monteur heeft Forza geprobeerd [eiser] tevreden te stellen. Omdat [eiser] geen andere onderbouwing heeft gegeven van zijn standpunt dat de fietsen te veel geluid maken heeft, is de kantonrechter van oordeel dat op dit punt niet is komen vast te staan dat de fietsen niet beantwoorden aan hetgeen [eiser] op grond van de overeenkomst daarvan mocht verwachten.
4.4.
Partijen hebben verder nog gediscussieerd over de vraag of Forza in verzuim is voor wat betreft een gebrek aan de accu’s van de Vito fietsen. [eiser] heeft van dit gebrek melding gemaakt in zijn brief van 13 augustus 2019 (zie 2.5.). De kantonrechter stelt vast dat [eiser] dit gebrek ook ten grondslag heeft gelegd aan de buitengerechtelijk ontbinding van de overeenkomst. [eiser] ziet echter over het hoofd dat na 13 augustus 2020, namelijk op 30 augustus 2019, andere batterijen op de Vito fietsen zijn gezet. Nergens blijkt uit dat daarna de motoren van de fietsen niet te gebruiken waren terwijl volgens de displays er nog voldoende energie in de accu’s aanwezig was. Dat Forza op dit onderdeel in verzuim is, is dus niet komen vast te staan.
4.5.
[eiser] heeft bij brief van 6 september 2019 ook geklaagd over het feit dat op 30 augustus 2019 gebruikte accu’s/batterijen op de fietsen gezet zijn. In de brief heeft hij Forza ook verzocht om binnen vijf dagen originele batterijen te leveren. Het moet voor Forza duidelijk geweest zijn dat [eiser] hiermee bedoelde dat Forza nieuwe batterijen diende te leveren. Forza heeft niet betwist dat zij op 30 augustus 2019 gebruikte batterijen op de Vito fietsen gezet heeft. Ook staat vast dat Forza binnen de in de brief van 6 september 2019 gestelde termijn en ook daarna niet alsnog nieuwe batterijen aan [eiser] geleverd heeft. Forza is ten aanzien van dit gebrek dus in verzuim. Het feit dat [eiser] Forza daarna (onverplicht) bij aangetekende brief van 4 oktober 2019 nogmaals de gelegenheid heeft gegeven de “bij u bekende klachten” te herstellen maakt dit niet anders.
4.6.
Een consument hoeft bij een overeenkomst niet te verwachten dat de nieuw geleverde elektrische fiets wordt voorzien van gebruikte batterijen. Hiermee staat vast dat de geleverde fietsen niet aan de overeenkomst beantwoorden. Op grond daarvan was [eiser] bevoegd de overeenkomst met Forza buitengerechtelijk te ontbinden. De primair gevorderde verklaring van recht zal daarom worden toegewezen. Ook de vordering om Forza te veroordelen de Vito fietsen op te halen en aan [eiser] een bedrag van € 2.976,00 te betalen zal worden toegewezen.
4.7.
De gevorderde schadevergoeding van € 410,34 heeft betrekking op reiskosten en telefoonkosten.
4.7.1.
[eiser] heeft in dat verband (samengevat) het volgende aangevoerd. Hij en zijn echtgenote verrichten drie dagen in de week vrijwilligerswerk. Voor het vervoer daarnaar toe en terug maken zij gebruik van de elektrische fietsen. Omdat zij de elektrische fietsen niet konden gebruiken, hebben zij gebruik gemaakt van de auto. De extra kosten die daarmee gepaard zijn gegaan, bedragen € 399,00.
Dit deel van [eiser] vordering zal worden afgewezen. Op grond van hetgeen hiervoor is overwogen, is namelijk niet komen vast te staan dat [eiser] geen gebruik kon en kan maken van de Vito fietsen. Hieruit volgt dat de vordering om Forza te veroordelen tot betaling van een schadevergoeding voor de reiskosten na dagvaarding tot en met de vonnisdatum eveneens afgewezen zal worden.
4.7.2.
De gevorderde schadevergoeding bestaat verder uit € 11,34 telefoonkosten.
Dit bedrag zal worden toegewezen aangezien Forza subsidiair, namelijk voor het geval wordt vastgesteld dat sprake is van een toerekenbare tekortkoming, tegen de verschuldigdheid daarvan geen verweer voert.
4.8.
Als de in het ongelijk gestelde partij zal Forza worden veroordeeld tot betaling van de kosten van dit geding, aan de zijde van [eiser] tot op heden begroot op:
  • dagvaarding € 106,58
  • griffierecht € 81,00
  • salaris gemachtigde
Totaal: € 607,58

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
verklaart voor recht dat de koopovereenkomst rechtsgeldig is ontbonden op grond van art. 6:265 BW,
5.2.
veroordeelt Forza tot het ophalen van de Vito fietsen en tot betaling aan [eiser] van
€ 2.976,00,
5.3.
veroordeelt Forza tot betaling aan [eiser] van € 11,34,
5.4.
veroordeelt Forza tot betaling van de kosten van dit geding, aan de zijde van [eiser] tot op heden begroot op € 607,58,
5.5.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.6.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.H.M. Kuster en is in het openbaar uitgesproken.
Type: RW