ECLI:NL:RBLIM:2020:6424

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
26 augustus 2020
Publicatiedatum
31 augustus 2020
Zaaknummer
8535378 CV EXPL 20-2287
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van een factuur en de vraag naar opzegging van de overeenkomst

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 26 augustus 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen Q-Park Operations Netherlands B.V. en een gedaagde partij, die in persoon procedeerde. Q-Park vorderde betaling van € 500,00, vermeerderd met wettelijke rente, als gevolg van onbetaalde facturen voor geleverde diensten en materialen. De gedaagde partij had de facturen niet betaald en voerde verweer tegen de vordering. De procedure omvatte een dagvaarding, een conclusie van antwoord, een conclusie van repliek en een vervallen verklaring van het recht van de gedaagde partij om te concluderen voor dupliek.

De kantonrechter oordeelde dat de gedaagde partij niet had aangetoond dat er een opzegging van de overeenkomst had plaatsgevonden. Q-Park ontkende een opzegging te hebben ontvangen en de kantonrechter stelde vast dat de gedaagde partij niet had gereageerd op de conclusie van repliek. De rechter concludeerde dat de overeenkomst niet was beëindigd en dat de gedaagde partij gehouden was aan zijn betalingsverplichtingen. De gevorderde hoofdsom van € 430,36 werd toegewezen, evenals de buitengerechtelijke kosten en de wettelijke rente.

De kantonrechter veroordeelde de gedaagde partij tot betaling van het gevorderde bedrag en de proceskosten, die op € 354,85 werden begroot. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Deze uitspraak benadrukt het belang van het tijdig reageren op juridische documenten en de gevolgen van het niet voldoen aan betalingsverplichtingen.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: 8535378 CV EXPL 20-2287
Vonnis van de kantonrechter van 26 augustus 2020
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Q-PARK OPERATIONS NETHERLANDS B.V.,
gevestigd te Maastricht,
eisende partij,
gemachtigde Flanderijn gerechtsdeurwaarders,
tegen
[gedaagde partij],
wonend aan de [adres] , [woonplaats] ,
gedaagde partij,
procederend in persoon.
Partijen zullen hierna Q-Park en [gedaagde partij] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord
- de conclusie van repliek
- de vervallen verklaring van het recht van [gedaagde partij] om te concluderen voor dupliek.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.Het geschil

2.1.
Q-Park vordert veroordeling van [gedaagde partij] tot betaling van € 500,00, vermeerderd met de wettelijke rente over € 430,36 vanaf de dag van dagvaarding tot de dag van algehele voldoening, alsmede veroordeling van [gedaagde partij] in de proceskosten.
2.2.
Q-Park legt aan haar vordering ten grondslag dat zij in opdracht en voor rekening van [gedaagde partij] werkzaamheden heeft verricht en/of diensten heeft verleend en voor zover van toepassing de benodigde onderdelen en/of materialen heeft geleverd, zoals omschreven in de aan [gedaagde partij] verzonden facturen. Ondanks sommatie heeft [gedaagde partij] de facturen onbetaald gelaten.
2.3.
Q-Park maakt aanspraak op € 430,36 aan hoofdsom, € 64,55 aan vergoeding buitengerechtelijke kosten en € 6,41 aan vervallen wettelijke rente. Q-Park beperkt om haar moverende redenen de vordering tot € 500,00 met uitdrukkelijke reservering van het overige.
2.4.
[gedaagde partij] voert verweer.
2.5.
Op de stellingen van partijen zal hierna, voor zover relevant, worden ingegaan.

3.De beoordeling

3.1.
De kantonrechter stelt voorop dat [gedaagde partij] door de griffier bij een niet-geretourneerde dienstbrief van 1 juli 2020 in de gelegenheid is gesteld mondeling of schriftelijk te reageren op de conclusie van repliek van Q-Park. [gedaagde partij] heeft echter nagelaten te reageren en heeft evenmin uitstel voor dupliek verzocht. Het had op de weg gelegen van [gedaagde partij] om gedetailleerd in te gaan op de conclusie van repliek, nu de inhoud daarvan zeker tot aanvullende stellingname of tot toespitsing van het verweer aanleiding gaf.
3.2.
Q-Park ontkent van [gedaagde partij] een opzegging te hebben ontvangen. Gelet op de betwisting van Q-Park, het bepaalde in artikel 3:37 lid 3 BW - dat een tot een bepaalde persoon gerichte verklaring slechts haar werking heeft zodra zij de geadresseerde heeft bereikt en de bewijslast ter zake op de verzender rust - en bij gebreke van ter zake dienende bescheiden, is niet komen vast te staan dat [gedaagde partij] de overeenkomst heeft opgezegd. Voorts heeft Q-Park gesteld dat de overeenkomst ingevolge de algemene voorwaarden niet telefonisch kan worden opgezegd en zich evenmin in haar administratie een telefoonnotitie bevindt over een opzegging. Het vorenstaande in onderling verband en samenhang bezien brengt met zich dat niet is komen vast te staan dat de overeenkomst is beëindigd.
3.3.
Q-Park heeft erkend dat [gedaagde partij] een aanbod tegen finale kwijting heeft gedaan, echter heeft - middels verwijzing naar productie 7a en b bij exploot van dagvaarding - gesteld dat zij dit aanbod niet heeft geaccepteerd. Voor wat betreft het niet treffen van een regeling merkt de kantonrechter op dat op Q-Park niet de wettelijke plicht rustte om met [gedaagde partij] de door hem voorgestane regeling te treffen.
3.4.
Nu vaststaat dat partijen de overeenkomst hebben gesloten en niet gebleken is dat de overeenkomst is opgezegd en Q-Park harerzijds haar verplichtingen niet is nagekomen, is ook [gedaagde partij] gehouden aan zijn verplichtingen uit deze overeenkomst te voldoen, met name de betalingsverplichting. De gevorderde hoofdsom van € 430,36 zal dan ook worden toegewezen.
3.5.
Q-Park heeft voldoende gesteld en onderbouwd dat buitengerechtelijke incassowerkzaamheden zijn verricht. Het ter zake gevorderde bedrag komt overeen met het in het Besluit bepaalde tarief en zal eveneens worden toegewezen.
3.6.
De gevorderde vervallen wettelijke rente is door het enkele betalingsverzuim verschuldigd.
3.7.
De vordering, die Q-Park om haar moverende redenen heeft beperkt tot € 500,00, zal dan ook worden toegewezen. De gevorderde lopende wettelijke rente ligt eveneens voor toewijzing gereed.
3.8.
[gedaagde partij] zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van deze procedure. De kosten aan de zijde van Q-Park worden tot de uitspraak van dit vonnis begroot op:
- dagvaarding € 86,85
- griffierecht € 124,00
- gemachtigde salaris €
144,00(2 punten x € 72,00)
Totaal € 354,85

4.De beslissing

De kantonrechter
4.1.
veroordeelt [gedaagde partij] om aan Q-Park tegen bewijs van kwijting te betalen € 500,00, vermeerderd met de wettelijke rente over € 430,36 vanaf 1 mei 2020 tot de dag van algehele voldoening,
4.2.
veroordeelt [gedaagde partij] in de aan de zijde van Q-Park gerezen proceskosten, welke worden begroot op € 354,85,
4.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.H.J. Otto en is in het openbaar uitgesproken.
CJ