Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.[gedaagde sub 1]
,
1.De procedure
- het exploot van dagvaarding d.d. 9 januari 2020
- de op 20 januari 2020 ter griffie ontvangen nadere producties
- de mondelinge behandeling ter zitting van 22 januari 2020.
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 28 januari 2020 uitspraak gedaan in een kort geding over de ontruiming van een woning. De eiser, vertegenwoordigd door mr. J.S. de Gram, vorderde ontruiming van de woning die door de rechthebbende, [rechthebbende], werd gehuurd. De eiser had eerder al een bodemprocedure aangespannen wegens ernstige overlast veroorzaakt door de huurder. De huurder, die in een ziekenhuis was opgenomen, had verzocht om een langere ontruimingstermijn, maar de kantonrechter oordeelde dat er een spoedeisend belang was voor de ontruiming, gezien de overlast voor andere huurders in het appartementencomplex. De kantonrechter oordeelde dat de overlast niet gemotiveerd was weersproken en dat de ontruiming noodzakelijk was. De rechter heeft de ontruiming toegewezen, met een termijn van veertien dagen na betekening van het vonnis. Tevens zijn de gedaagden veroordeeld tot betaling van de proceskosten, die zijn begroot op € 909,46. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.