ECLI:NL:RBLIM:2020:6503

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
26 augustus 2020
Publicatiedatum
2 september 2020
Zaaknummer
8360683 CV EXPL 20-979
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van de opzegging van abonnementen door de consument en de gevolgen van wanbetaling

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Limburg op 26 augustus 2020, staat de opzegging van abonnementen door de consument centraal. De eiser, Ziggo B.V., heeft een vordering ingesteld tegen de gedaagde, die in verzet is gegaan tegen een eerder verstekvonnis. Ziggo vorderde betaling van € 925,02, bestaande uit abonnementsgelden en kosten die voortvloeien uit wanbetaling. De gedaagde stelt dat hij de overeenkomst in juni 2014 heeft opgezegd, maar Ziggo betwist dit en stelt dat er geen verzoek tot opzegging is ontvangen. De kantonrechter oordeelt dat de gedaagde onvoldoende bewijs heeft geleverd voor zijn stelling dat hij de abonnementen heeft opgezegd. De kantonrechter wijst erop dat de gedaagde geen kopieën van opzeggingsbrieven of bevestigingen van Ziggo heeft overgelegd. Bovendien heeft de kantonrechter vastgesteld dat de gedaagde in de periode na de vermeende opzegging nog gebruik heeft gemaakt van de diensten van Ziggo, wat de stelling van opzegging verder ondermijnt.

De kantonrechter bekrachtigt het eerdere verstekvonnis en oordeelt dat de gedaagde verantwoordelijk is voor het retourneren van de mediaboxen, aangezien Ziggo de retourbox heeft verzonden. De gedaagde heeft nagelaten de mediaboxen te retourneren, wat leidt tot de conclusie dat de vordering van Ziggo terecht is. De kantonrechter veroordeelt de gedaagde in de kosten van de verzetprocedure, die zijn begroot op € 120,- voor gemachtigdensalaris. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: 8360683 CV EXPL 20-979
Vonnis van de kantonrechter van 26 augustus 2020
in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ZIGGO B.V.,
gevestigd te Utrecht,
eisende partij,
gedaagde partij in verzet,
gemachtigde LAVG Groningen.
tegen:
[gedaagde, eiser in verzet],
wonend te [woonplaats] ,
gedaagde partij,
eisende partij in verzet,
gemachtigde mr. M.F.E. Sprenkels,
Partijen worden hierna Ziggo en [gedaagde, eiser in verzet] genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het navolgende:
  • het door de kantonrechter op 27 november 2019 tussen Ziggo als eiser en [gedaagde, eiser in verzet] als gedaagde onder zaaknummer 8152479 CV EXPL 19-7499 gewezen vonnis
  • de verzetdagvaarding van 21 februari 2020
  • de conclusie van antwoord in verzet
  • de conclusie van repliek in verzet.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Tussen Ziggo en [gedaagde, eiser in verzet] heeft een overeenkomst ingaande 1 december 2008 bestaan ter zake van een Connect Complete en Play Complete pakket bestaande uit de abonnementen Kabel TV, TV Standaard met mediaboxen, Internet Complete, Internetbeveiliging Basis en Vast Bellen. Daarnaast heeft [gedaagde, eiser in verzet] de abonnementen Internetbeveiliging Uitgebreid en Volop Bellen afgesloten. Op de overeenkomst zijn de algemene voorwaarden van Ziggo van toepassing. Ziggo heeft haar diensten geleverd op het adres [adres] te [woonplaats] .
2.2.
Voor de geleverde diensten heeft Ziggo abonnementsgelden over de periode 1 november 2016 tot 10 februari 2017, almede de verbruikskosten, de afsluitkosten en de restwaarde van de mediaboxen in rekening gebracht bij [gedaagde, eiser in verzet] . Ten gevolge van wanbetaling van [gedaagde, eiser in verzet] heeft Ziggo haar diensten beëindigd.

3.Het geschil

3.1.
Ziggo heeft in de verstekprocedure bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis gevorderd - samengevat - de veroordeling van [gedaagde, eiser in verzet] tot betaling van € 925,02, bestaande uit € 840,60 aan hoofdsom, te vermeerderen met wettelijke rente en met veroordeling van [gedaagde, eiser in verzet] in de proceskosten. Ziggo heeft daartoe gesteld dat [gedaagde, eiser in verzet] de onder 2.2. bedoelde rekeningen niet heeft voldaan en de terug te sturen mediaboxen heeft behouden.
3.2.
Bij verstekvonnis van 27 november 2019 is de vordering toegewezen met veroordeling van [gedaagde, eiser in verzet] in de proceskosten.
3.3.
[gedaagde, eiser in verzet] vordert in het verzet te worden ontheven van de bij het verstekvonnis uitgesproken veroordeling met veroordeling van Ziggo in de kosten van het verzet.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Het verzet is tijdig en op de juiste wijze ingesteld zodat [gedaagde, eiser in verzet] in zoverre in zijn verzet kan worden ontvangen.
4.2.
[gedaagde, eiser in verzet] stelt in de verzetdagvaarding dat hij de overeenkomst met Ziggo in juni 2014 heeft opgezegd en daarna geen gebruik meer heeft gemaakt van de diensten van Ziggo. Bij repliek in oppositie stelt [gedaagde, eiser in verzet] dat hij niet in 2014, maar eind 2016 alle abonnementen voor wat betreft de levering van internet, TV en vaste telefonie bij Ziggo heeft opgezegd en hij hierdoor de facturen vanaf 2017 niet verschuldigd is. Ziggo betwist zowel de opzegging door [gedaagde, eiser in verzet] in juni 2014 als de opzegging van eind 2016, aangezien haar nimmer een verzoek tot opzegging heeft bereikt. Ziggo stelt dat [gedaagde, eiser in verzet] in augustus 2016 en in september 2016 nog gebruik heeft gemaakt van de diensten van Ziggo door tegen vergoeding films te bekijken bij Ziggo on Demand. Ziggo erkent wel dat zij per 11 november 2016 de dienst ‘Volop Bellen’ heeft beëindigd naar aanleiding van een nummerporteringsverzoek dat zij van een andere provider had ontvangen. Op 13 november 2016 heeft Ziggo de beëindiging van het ‘Volop Bellen’ abonnement aan [gedaagde, eiser in verzet] bevestigd en haar facturen aangepast.
4.3.
De kantonrechter is het met Ziggo eens dat [gedaagde, eiser in verzet] heeft nagelaten om de door hem gestelde opzegging van meerdere abonnementen eind 2016 met bescheiden te onderbouwen. Dat [gedaagde, eiser in verzet] eind 2016 tevens de andere abonnementen, dus ook de levering van internet en TV, met Ziggo heeft opgezegd is niet gebleken. [gedaagde, eiser in verzet] heeft bijvoorbeeld geen kopie van zijn opzeggingsbrief of een bevestiging van zijn opzegging door Ziggo overgelegd. Het door [gedaagde, eiser in verzet] gevoerde verweer zal als niet dan wel onvoldoende onderbouwd worden gepasseerd.
4.4.
Voorts stelt [gedaagde, eiser in verzet] dat hij de retourbox om de mediaboxen aan Ziggo te retourneren nimmer heeft ontvangen, ondanks diverse verzoeken om deze naar hem op te sturen. [gedaagde, eiser in verzet] stelt dat indien hij de retourbox had ontvangen hij de mediaboxen had teruggestuurd. Het door Ziggo gevorderde bedrag aan afschrijving van de mediaboxen staat volgens [gedaagde, eiser in verzet] in geen enkele verhouding tot de door Ziggo gestelde en beweerdelijke schade.
Ziggo stelt dat zij diverse malen een retourbox aan [gedaagde, eiser in verzet] heeft verzonden namelijk direct na opzegging op 10 februari 2017 en naar aanleiding van een telefonisch verzoek van [gedaagde, eiser in verzet] op 29 mei 2017. Nadat Ziggo op 2 maart 2017 nog een herinnering aan [gedaagde, eiser in verzet] heeft verzonden waarin zij heeft gewezen op de vervangingswaarde van € 363,00 heeft Ziggo nadat zij de mediaboxen niet retour heeft ontvangen bij factuur van 29 april 2017 de vervangingswaarde in rekening gebracht. De kantonrechter is het met Ziggo eens dat het opsturen van de retourbox een service van Ziggo betreft en dat [gedaagde, eiser in verzet] op grond van de algemene voorwaarden van Ziggo, in het bijzonder artikel 22, zelf verantwoordelijk blijft voor het retour zenden van de in bruikleen genomen mediaboxen. Temeer Ziggo op haar website vermeldt hoe de mediaboxen (kosteloos) in iedere doos geretourneerd kunnen worden en naar welk adres. Dat [gedaagde, eiser in verzet] heeft nagelaten de mediaboxen te retourneren komt dan ook voor zijn rekening, waarbij het inmiddels door Ziggo geheel afgeschreven bedrag aan waarde zoals uiteengezet in haar dagvaarding de kantonrechter niet onredelijk voorkomt.
4.5.
[gedaagde, eiser in verzet] stelt dat hij geen brief van Ziggo heeft ontvangen waarin een bedrag van hem wordt gevorderd. Ziggo stelt dat zij op 23 mei 2017 de zogenaamde veertiendagenbrief heeft verzonden en op 12 juni 2017 een sommatie. Daarnaast heeft de incassogemachtigde op van Ziggo op 22 juni 2017, 11 oktober 2017 en 27 december 2018 een aanmaning verzonden. Hierbij zijn alle brieven/sommaties verzonden naar het woonadres van [gedaagde, eiser in verzet] aan de [adres] te [woonplaats] .
4.6.
De Hoge Raad overweegt in zijn arrest van 14 juni 2013 (ECLI:NL:HR:2013:BZ4104):
“Indien de ontvangst van de verklaring wordt betwist, brengt een redelijke, op de behoeften van de praktijk afgestemde, uitleg mee dat de afzender in beginsel feiten of omstandigheden dient te stellen en zonodig te bewijzen waaruit volgt dat de verklaring door hem is verzonden naar een adres waarvan hij redelijkerwijs mocht aannemen dat de geadresseerde aldaar door hem kon worden bereikt, en dat de verklaring aldaar is aangekomen.”
Door Ziggo zijn de brieven verzonden naar het in de Basisregistratie Persoonsgegevens opgenomen adres. Voort heeft Ziggo onweersproken gesteld dat [gedaagde, eiser in verzet] op 14 juni 2017 telefonisch contact heeft opgenomen met de incassogemachtigde van Ziggo en aangegeven heeft het niet eens te zijn met de vordering. Gelet hierop kan ervan uit worden gegaan dat de verzonden brieven [gedaagde, eiser in verzet] hebben bereikt. Van aanwijzingen voor het tegendeel is bovendien niet gebleken, anders dan een blote ontkenning.
4.7.
Voorts stelt [gedaagde, eiser in verzet] bij dupliek dat hij diverse facturen alsmede berichten van Ziggo omtrent het retour sturen van de mediaboxen niet heeft ontvangen aangezien deze werden verzonden via de “interne mailservice’ van Ziggo waartoe [gedaagde, eiser in verzet] geen toegang had, aangezien hij niet over de inloggegevens beschikte. Dit verweer dient te worden verworpen, nu dit verweer tardief is.
4.8.
Op grond van het voorgaande zal de kantonrechter het verstekvonnis bekrachtigen.
4.9.
[gedaagde, eiser in verzet] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de kosten van het verzet worden veroordeeld. De kosten worden aan de zijde van Ziggo worden begroot op € 120,- aan salaris voor de gemachtigde.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
bekrachtigt het door de kantonrechter op 27 november 2019 onder zaaknummer 8152479 CV EXPL 19-7499 gewezen verstekvonnis,
5.2.
veroordeelt [gedaagde, eiser in verzet] in de kosten van de verzetprocedure, aan de zijde van Ziggo tot op heden begroot op € 120,- voor gemachtigdensalaris,
5.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.H.M. Kuster en in het openbaar uitgesproken.
type: LS