ECLI:NL:RBLIM:2020:6552

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
2 september 2020
Publicatiedatum
3 september 2020
Zaaknummer
8548887 \ CV EXPL 20-2472
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake wettelijke rente en kosten in consumentenkwestie

In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Limburg op 2 september 2020, heeft de kantonrechter uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid INFOMEDICS B.V., gevestigd te Almere, als eisende partij, en een gedaagde partij die in persoon procedeerde. De procedure volgde op een dagvaarding en een conclusie van antwoord. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de dagvaarding voldeed aan de vereisten van artikel 111 lid 2 onder d Rv, en dat de eisende partij de relevante feiten volledig en naar waarheid had aangevoerd.

De gedaagde partij werd vermoed een consument te zijn, wat betekende dat de beschermende bepalingen van het Europees consumentenrecht van toepassing waren, ook al was daar niet om gevraagd. De kantonrechter oordeelde dat er in deze zaak geen schendingen van deze beschermende bepalingen waren. De gevorderde wettelijke rente werd toegewezen tot de dag van voldoening, omdat de eisende partij geen einddatum voor de wettelijke rente had opgegeven. De overige vorderingen werden als niet of onvoldoende betwist toegewezen.

De gedaagde partij werd veroordeeld in de kosten van de procedure, die aan de zijde van de eisende partij werden begroot op € 246,85. De kantonrechter veroordeelde de gedaagde partij om aan de eisende partij een bedrag van € 58,77 te betalen, vermeerderd met wettelijke rente over een deel van dit bedrag vanaf 9 april 2020. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde werd afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: 8548887 \ CV EXPL 20-2472
Vonnis van de kantonrechter van 2 september 2020
in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
INFOMEDICS B.V.,
gevestigd te Almere,
eisende partij,
gemachtigde YARDS Deurwaardersdiensten BV,
tegen:
[gedaagde],
wonende [adres] ,
[woonplaats] ,
gedaagde partij,
procederende in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De beoordeling

2.1.
Op grond van artikel 111 lid 2 onder d Rv dient de dagvaarding de eis en de gronden daarvan te vermelden en op grond van artikel 21 Rv dient eisende partij de voor de beslissing van belang zijnde feiten volledig en naar waarheid aan te voeren.
2.2.
De kantonrechter is van oordeel dat de dagvaarding aan de voormelde vereisten voldoet.
2.3.
Gedaagde partij is een consument, althans wordt vermoed een consument te zijn.
Op grond van de rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie, dient de rechter de beschermende bepalingen van het Europees consumentenrecht ook toe te passen als daar niet om gevraagd is (‘ambtshalve toepassing’).
2.4.
De kantonrechter is van oordeel dat in deze zaak geen beschermende bepalingen van het Europees consumentenrecht zijn geschonden.
2.5.
De gevorderde wettelijke rente zal worden toegewezen tot de dag van voldoening, nu eisende partij heeft nagelaten een einddatum van de wettelijke rente aan te geven.
2.6.
De overige vordering zal als niet althans onvoldoende betwist worden toegewezen.
2.7.
Gedaagde partij zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van deze procedure. De kosten aan de zijde van eisende partij worden begroot op:
  • dagvaarding € 86,85
  • griffierecht € 124,00
  • salaris gemachtigde €
totaal € 246,85

3.De beslissing

De kantonrechter
3.1.
veroordeelt gedaagde partij om aan eisende partij tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen een bedrag van € 58,77, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 18,60 vanaf 9 april 2020 tot de dag van volledige betaling,
3.2.
veroordeelt gedaagde partij in de kosten van de procedure aan de zijde van eisende partij gevallen en aan die zijde tot op heden begroot op een bedrag van € 246,85, vermeerderd met de wettelijke rente met ingang van de vijftiende dag na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
3.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
3.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.H.J. Otto en in het openbaar uitgesproken.
type: JEC