Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
2.De beoordeling
- dagvaarding € 86,85
- griffierecht € 124,00
- salaris gemachtigde €
Rechtbank Limburg
Op 2 september 2020 heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, een vonnis gewezen in de zaak tussen de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid INFOMEDICS B.V. en een gedaagde partij die in persoon procedeerde. De procedure is gestart met een dagvaarding en een conclusie van antwoord. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de dagvaarding voldoet aan de vereisten van artikel 111 lid 2 onder d Rv en dat de eisende partij de relevante feiten naar waarheid heeft aangevoerd. De gedaagde partij wordt vermoed een consument te zijn, wat betekent dat de beschermende bepalingen van het Europees consumentenrecht van toepassing zijn, ook al zijn deze niet expliciet ingeroepen.
De kantonrechter heeft geoordeeld dat er geen schendingen van deze beschermende bepalingen zijn vastgesteld. De gevorderde wettelijke rente is toegewezen tot de dag van voldoening, omdat de eisende partij geen einddatum voor de wettelijke rente heeft opgegeven. De overige vorderingen zijn toegewezen, aangezien deze niet of onvoldoende zijn betwist door de gedaagde partij. De gedaagde partij is veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 246,85, inclusief griffierecht en salaris van de gemachtigde.
In de beslissing heeft de kantonrechter de gedaagde partij veroordeeld tot betaling van € 79,08 aan de eisende partij, vermeerderd met wettelijke rente over een deel van het bedrag vanaf 1 juli 2020. Tevens is de gedaagde partij veroordeeld in de kosten van de procedure, met een rentevermeerdering vanaf de vijftiende dag na betekening van het vonnis. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders gevorderde is afgewezen.