ECLI:NL:RBLIM:2020:6556

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
2 september 2020
Publicatiedatum
3 september 2020
Zaaknummer
8675660 \ CV EXPL 20-3633
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake wettelijke rente en consumentenbescherming in een civiele procedure

In deze civiele procedure, behandeld door de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 2 september 2020, is de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid INFOMEDICS B.V. uit Almere als eisende partij opgetreden tegen een gedaagde partij die als consument wordt vermoed. De procedure is gestart met een dagvaarding, gevolgd door een conclusie van antwoord. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de dagvaarding voldoet aan de vereisten van artikel 111 lid 2 onder d Rv en artikel 21 Rv, waarbij de eisende partij de relevante feiten volledig en naar waarheid heeft aangevoerd.

De kantonrechter heeft geoordeeld dat de gedaagde partij, als consument, recht heeft op bescherming onder het Europees consumentenrecht, ook al is daar niet expliciet om gevraagd. Echter, in deze zaak zijn er geen schendingen van deze beschermende bepalingen vastgesteld. De gevorderde wettelijke rente is toegewezen tot de dag van voldoening, omdat de eisende partij geen einddatum voor de wettelijke rente heeft opgegeven. De overige vorderingen zijn als niet of onvoldoende betwist toegewezen.

De gedaagde partij is veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 287,42. De kantonrechter heeft de gedaagde partij veroordeeld om aan de eisende partij een bedrag van € 491,70 te betalen, vermeerderd met wettelijke rente over een deel van dit bedrag vanaf 1 juli 2020. Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen. Het vonnis is uitgesproken door mr. R.H.J. Otto in het openbaar.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: 8675660 \ CV EXPL 20-3633
Vonnis van de kantonrechter van 2 september 2020
in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
INFOMEDICS B.V.,
gevestigd te Almere,
eisende partij,
gemachtigde YARDS Deurwaardersdiensten BV,
tegen:
[gedaagde]h.o.d.n.
[handelsnaam](mede) h.o.d.n.
,
in hoedanigheid van bewindvoerder over de goederen van
[naam onderbewindgestelde],
kantoorhoudende [adres] ,
[vestigingsplaats] ,
gedaagde partij,
gemachtigde [naam gemachtigde] .

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De beoordeling

2.1.
Op grond van artikel 111 lid 2 onder d Rv dient de dagvaarding de eis en de gronden daarvan te vermelden en op grond van artikel 21 Rv dient eisende partij de voor de beslissing van belang zijnde feiten volledig en naar waarheid aan te voeren.
2.2.
De kantonrechter is van oordeel dat de dagvaarding aan de voormelde vereisten voldoet.
2.3.
Gedaagde partij is een consument, althans wordt vermoed een consument te zijn.
Op grond van de rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie, dient de rechter de beschermende bepalingen van het Europees consumentenrecht ook toe te passen als daar niet om gevraagd is (‘ambtshalve toepassing’).
2.4.
De kantonrechter is van oordeel dat in deze zaak geen beschermende bepalingen van het Europees consumentenrecht zijn geschonden.
2.5.
De gevorderde wettelijke rente zal worden toegewezen tot de dag van voldoening, nu eisende partij heeft nagelaten een einddatum van de wettelijke rente aan te geven.
2.6.
De overige vordering zal als niet althans onvoldoende betwist worden toegewezen.
2.7.
Gedaagde partij zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van deze procedure. De kosten aan de zijde van eisende partij worden begroot op:
  • dagvaarding € 91,42
  • griffierecht € 124,00
  • salaris gemachtigde €
totaal € 287,42

3.De beslissing

De kantonrechter
3.1.
veroordeelt gedaagde partij om aan eisende partij tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen een bedrag van € 491,70, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 396,36 vanaf 1 juli 2020 tot de dag van volledige betaling,
3.2.
veroordeelt gedaagde partij in de kosten van de procedure aan de zijde van eisende partij gevallen en aan die zijde tot op heden begroot op een bedrag van € 287,42, vermeerderd met de wettelijke rente met ingang van de vijftiende dag na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
3.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
3.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.H.J. Otto en in het openbaar uitgesproken.
type: JEC