2.2.In het testament zijn de volgende legaten opgenomen:
“Ik legateer aan mijn partner, [verzoekster] , geboren op [geboortedatum] :
1. een bedrag in contanten ad vijf en dertig duizend euro (€ 35.000,00);
2. het persoonlijk recht van gebruik en het recht van bewoning van mijn woning die ten tijde van mijn overlijden door ons samen wordt bewoond alsmede het recht van gebruik
van de inboedel die in die woning aanwezig is. Deze rechten worden hierna samen
genoemd: ‘het recht van gebruik en bewoning’. Onder Inboedel wordt hier onder meer
begrepen: mijn meubels, de stoffering, mijn boeken, mijn computer(s), mijn beeld-,
muziek- en fotoapparatuur, mijn geluids- en beelddragers mijn papieren, mijn
gereedschappen, al mijn apparatuur van huishoudelijke aard, mijn fiets(en), en mijn kunstvoorwerpen. Een en ander voor zover ik over deze inboedel niet anders heb beschikt.
De legataris mag de woning alleen zelf bewonen en de zaken alleen zelf gebruiken.
I.
Het recht van gebruik en bewoning gaat in bij mijn overlijden en eindigt één jaar na mijn overlijden.
Het recht van gebruik en bewoning eindigt ook bij het overlijden van de legataris of zoveel eerder als zij de woning metterwoon verlaat en zich inschrijft op een ander adres. Ook eindigt het recht van gebruik en bewoning als de legataris trouwt of gaat samenwonen als ware zij getrouwd.
II. De gewone lasten en herstellingen, de rente van schulden die door mij zijn aangegaan voor de aanschaf, verbetering of onderhoud van de woning waarop het recht van gebruik en bewoning heeft alsmede de aflossingen zijn voor rekening van de hoofdgerechtigde.
III. De legataris is niet bevoegd de goederen waarop het recht van gebruik en bewoning rust in gebruik te geven aan derde(n), te vervreemden (daaronder begrepen bezwaren).
3. een maandelijks uit te keren bedrag groot twee duizend vijf honderd euro (€ 2.500,00),
ingaande de maand van mijn overlijden.
Mijn erfgenaam leg ik de last op een bedrag ad vijf honderd duizend euro
(€ 500.000,00) te reserveren ten behoeve van vorenmelde maandelijkse uitkering
alsmede voor de uitkering van de overige geldlegaten aan mijn partner, te weten een
bedrag ter grootte van de door haar verschuldigde erfbelasing(de rechtbank leest: erfbelasting)
alsmede een bedrag in contanten groot vijf en dertig duizend euro (€ 35.000,00).
Gemelde uitkering geschiedt in beginsel maandelijks gedurende het leven van mijn
partner, met dien verstande dat de uitkering eerder stopt voor zover het voor de
uitkering gereserveerde bedrag alsmede de daarover ontvangen rente gebruikt is voor
het vorenstaande.
Op eerste verzoek van de legataris dient door de erfgenaam zekerheid te worden
gesteld voor de reservering van vorenmeld(de rechtbank leest: voorvermeld)
geldbedrag.
4. Een bedrag in contanten gelijk aan de verschuldigde erfbelasting door mijn partner
naar aanleiding van de verkrijging uit mijn nalatenschap.
Gemelde legaten dienen te worden afgegeven binnen vier (4) maanden na mijn overlijden,
met dien verstande dat het bedrag in contanten gelijk aan de door mijn partner
verschuldigde erfbelasting rechtstreeks aan de fiscus zal worden voldaan, mitsdien niet uitgekeerd wordt aan mijn voornoemde partner.”