ECLI:NL:RBLIM:2020:6788

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
9 september 2020
Publicatiedatum
10 september 2020
Zaaknummer
K/4701/8485695 CV EXPL 20-1936
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding van een huurovereenkomst en vordering tot betaling van huurachterstand

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 9 september 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen de besloten vennootschap HESI B.V. en een gedaagde partij, die in persoon procedeerde. HESI B.V. vorderde de ontbinding van een huurovereenkomst betreffende een CV-ketel, omdat de gedaagde partij de huurprijs van mei 2019 tot en met augustus 2020 niet had voldaan, wat resulteerde in een huurachterstand van € 692,68. HESI B.V. had de gedaagde partij een veertiendagenbrief gestuurd, waarin werd verzocht de huurachterstand te voldoen, maar de gedaagde partij heeft hier niet op gereageerd.

Tijdens de mondelinge behandeling op 13 augustus 2020 is de gedaagde partij niet verschenen. De kantonrechter heeft het verweer van de gedaagde partij, dat betrekking had op meterstanden, als niet relevant beoordeeld voor de onderhavige vorderingen. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de vorderingen van HESI B.V. als onweersproken moeten worden toegewezen, met inachtneming van de beperking van de vordering tot € 500,-. De wettelijke rente over dit bedrag is toegewezen vanaf 21 april 2020 tot de dag van volledige voldoening.

De kantonrechter heeft de gedaagde partij ook veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 370,96. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. P.H.M. Kuster.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: 8485695 CV EXPL 20-1936
Vonnis van de kantonrechter van 9 september 2020
in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
HESI B.V.,
gevestigd te Heerlen,
eisende partij,
gemachtigde Flanderijn,
tegen:
[gedaagde partij],
wonend [adres] ,
[woonplaats] ,
gedaagde partij,
procederend in persoon.
Partijen worden hierna Hesi en [gedaagde partij] genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 21 april 2020 met productie 1 tot en met 6
  • de conclusie van antwoord
  • de brief van 15 juli 2020 van Flanderijn waarbij de ontbrekende productie 4 bij dagvaarding wordt overgelegd
  • de brief van 28 juli 2020 van Flanderijn met productie 7
  • het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 13 augustus 2020.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Tussen partijen bestaat een huurovereenkomst waarbij Hesi aan [gedaagde partij] tegen de geldende tarieven een CV-ketel van het merk Bosch 30 HRC II (hierna: het gehuurde) levert en onderhoudt ten dienste van het pand aan [adres] te [plaats] . Op de huurovereenkomst zijn de algemene voorwaarden van Hesi van toepasing. [gedaagde partij] dient uiterlijk op de 1e van elke maand de huurprijs te betalen van laatstelijk € 44,07 per maand.
2.2.
[gedaagde partij] heeft de huurprijs van mei 2019 tot en met augustus 2020 niet voldaan, waardoor een huurachterstand is ontstaan van € 692,68. Op 21 januari 2020 is een zogenaamde veertiendagenbrief aan [gedaagde partij] verzonden, waarin [gedaagde partij] de mogelijkheid is geboden de huurachterstand binnen vijftien dagen nadat de brief is bezorgd te voldoen, en waarin bij gebreke van voldoening buitengerechtelijke incassokosten van € 69,73 (inclusief btw) in het vooruitzicht zijn gesteld.

3.Het geschil

3.1.
Hesi vordert dat de kantonrechter de huurovereenkomst ontbindt en [gedaagde partij] veroordeelt om:
  • binnen veertien dagen na betekening en bevel van het vonnis medewerking te verlenen aan het verwijderen van het gehuurde met inbegrip van standaard montage, dan wel aan de terugname van het ter beschikking gestelde toestel,
  • € 500,- tegen kwijting te betalen, onder reservering van het recht op het meerdere, vermeerderd met wettelijke over € 516,40 vanaf de dag van dagvaarden tot de dag van volledige voldoening,
  • De kosten van de procedure te betalen.
3.2.
Ter beperking van het griffierecht vordert Hesi in rechte slechts € 500,00 (aan hoofdsom), onder reservering van haar recht op het meerdere.
3.3.
Hesi legt aan de vorderingen het betalingsverzuim van [gedaagde partij] ten grondslag, dat ontbinding van de huurovereenkomst en verwijdering van het gehuurde rechtvaardigt.
3.4.
[gedaagde partij] voert verweer.
3.5.
Op de stellingen van partijen zal hierna, voor zover relevant, worden ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Bij antwoord stelt [gedaagde partij] dat de meterstanden van Nuon niet kloppen. Tevens is een routebeschrijving bijgevoegd. Bij de mondelinge behandeling is [gedaagde partij] niet verschenen.
4.2.
Het door [gedaagde partij] gevoerde verweer is niet relevant ter beoordeling van de onderhavige vorderingen, waardoor de kantonrechter hieraan voorbij gaat. De vorderingen van Hesi hebben immers betrekking op de huur van een CV-ketel.
4.3.
De vorderingen zullen dan ook als onweersproken worden toegewezen, met dien verstande dat nu de vordering door Hesi is beperkt tot een bedrag van € 500,-, de wettelijk rente over dit bedrag wordt toegewezen vanaf 21 april 2020 tot de dag van algehele voldoening.
4.4.
[gedaagde partij] zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van deze procedure. De kosten aan de zijde van Hesi worden tot de uitspraak van dit vonnis begroot op:
- dagvaarding € 102,96
- griffierecht € 124,00
- gemachtigde salaris €
144,00(2 punten x € 72,00)
Totaal € 370,96

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
ontbindt de tussen partijen bestaande huurovereenkomst met betrekking tot de onder 2.1 genoemde zaak,
5.2.
veroordeelt [gedaagde partij] om binnen 14 dagen na betekening van dit vonnis medewerking te verlenen aan het verwijderen van het gehuurde door Hesi met inbegrip van standaard montage, dan wel aan het terugnemen door Hesi van het door Hesi ter beschikking gestelde toestel,
5.3.
veroordeelt [gedaagde partij] om aan Hesi tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen
€ 500,00 te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 21 april 2020 tot de dag van volledige betaling,
5.4.
veroordeelt [gedaagde partij] in de proceskosten aan de zijde van Hesi tot op heden begroot op € 370,96,
5.5.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
5.6.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.H.M. Kuster en in het openbaar uitgesproken.
type: LS