Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
WONINGSTICHTING DE VOORZORG
1.[gedaagde sub 1] ,
[gedaagde sub 2],
beiden wonend [adres] ,
[woonplaats] ,
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
- € 4.203,21 (waarvan € 4.002,99 aan hoofdsom, € 196,32 aan buitengerechtelijke incassokosten en € 3,90 aan vervallen wettelijke rente) te vermeerderen met de wettelijke rente over € 4.002,99 vanaf datum dagvaarding tot de dag van algehele voldoening
- € 540,84 per maand of gedeelte daarvan aan huur c.q. gebruiksvergoeding voor iedere maand na 31 augustus 2020 dat [gedaagde] het gehuurde in gebruik zal houden en de proceskosten.
4.De beoordeling
dagvaarding € 107,17
- gemachtigde salaris €
360,00(2 punten x € 180,00)