Op 14 september 2020 heeft de Rechtbank Limburg in Maastricht uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 35-jarige man uit Zwolle. De verdachte werd beschuldigd van medeplichtigheid aan meerdere pogingen tot moord en zware mishandeling, evenals diefstal van benzine. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op 20 oktober 2018 betrokken was bij een incident waarbij medeverdachte [medeverdachte 1] meerdere slachtoffers met een mes heeft aangevallen. De verdachte zou hem een mes ter beschikking hebben gesteld, maar de rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was om deze beschuldiging te ondersteunen. De verklaringen van de medeverdachte waren inconsistent en er was geen ondersteunend bewijs dat de verdachte het mes had gegeven. Daarom sprak de rechtbank de verdachte vrij van de feiten 1 tot en met 3.
Daarnaast was de verdachte ook beschuldigd van diefstal van benzine op 19 oktober 2018. De rechtbank concludeerde dat er geen bewijs was dat de verdachte bij deze diefstal aanwezig was, en sprak hem ook vrij van dit feit. De benadeelde partij, [slachtoffer 1], werd niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering tot schadevergoeding, aangezien de verdachte was vrijgesproken van alle tenlastegelegde feiten. De rechtbank heeft de voorlopige hechtenis van de verdachte opgeheven en de kosten van de benadeelde partij zijn op nihil begroot.