In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 16 september 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen de besloten vennootschap Camping High Chaparral Oirsbeek B.V. (hierna: Chaparral) en een gedaagde partij, die in persoon procedeerde. De procedure betreft een vordering van Chaparral tot betaling van een bedrag van € 4.402,91 aan hoofdsom, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten, als gevolg van het niet (volledig) voldoen van de gedaagde partij aan de staanplaatsvergoeding voor een chalet op de camping.
De gedaagde partij had in juli 2017 een huurkoopovereenkomst gesloten voor een chalet op de camping en was verplicht jaarlijks een staanplaatsvergoeding te betalen. Door het niet voldoen aan deze verplichting heeft Chaparral de huur van de staanplaats per 1 augustus 2019 opgezegd. De gedaagde partij heeft het chalet verlaten en is in gebreke gebleven met de betaling van de huurkooptermijnen. Chaparral heeft het chalet vervolgens gekocht van de vorige eigenaar.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat er een huurovereenkomst tussen partijen heeft bestaan tot 1 augustus 2019 en dat de gedaagde partij nog een bedrag verschuldigd is aan Chaparral. De kantonrechter heeft de vordering van Chaparral toegewezen, inclusief de wettelijke rente en de buitengerechtelijke incassokosten, en de gedaagde partij veroordeeld in de proceskosten. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.