ECLI:NL:RBLIM:2020:6978

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
16 september 2020
Publicatiedatum
17 september 2020
Zaaknummer
8315771 CV EXPL 20-652
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing vordering tot ontruiming woonruimte in verband met huurachterstand; ontbinding huurovereenkomst afgewezen

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 16 september 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen de naamloze vennootschap Wonen Boven Winkels Maastricht N.V. en een gedaagde partij, die in persoon procedeerde. De eisende partij vorderde ontruiming van een woning vanwege een erkende huurachterstand. De gedaagde partij had de huurachterstand erkend, maar de kantonrechter oordeelde dat de vordering tot ontbinding van de huurovereenkomst niet meer aan de orde was, omdat de huurovereenkomst reeds door de gedaagde was opgezegd. De kantonrechter heeft de vordering tot ontruiming toegewezen en de gedaagde partij veroordeeld om binnen drie dagen na betekening van het vonnis de woning te ontruimen. Daarnaast is de gedaagde partij veroordeeld tot betaling van de huurachterstand en de wettelijke rente over de openstaande bedragen. De proceskosten zijn eveneens voor rekening van de gedaagde partij gekomen. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: 8315771 CV EXPL 20-652
Vonnis van de kantonrechter van 16 september 2020
in de zaak van
de naamloze vennootschap
WONEN BOVEN WINKELS MAASTRICHT N.V.,
gevestigd te Maastricht,
eisende partij,
gemachtigde mr. M.J. Schapendonk,
tegen
[gedaagde partij],
wonend te [woonplaats] ,
gedaagde partij,
procederend in persoon.
Partijen worden hier Wonen Boven Winkels Maastricht en [gedaagde partij] genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het exploot van dagvaarding van 29 januari 2020 met producties,
  • de schriftelijke weergave van het mondeling antwoord van 12 februari 2020,
  • de conclusie van repliek met 1 productie,
  • de rolinstructie inhoudende dat het recht van [gedaagde partij] om te concluderen voor dupliek is vervallen.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Als enerzijds gesteld en anderzijds niet weersproken, staat het volgende tussen partijen vast.
2.2.
[gedaagde partij] huurt van Wonen Boven Winkels Maastricht de woning aan het adres [adres] te [plaats] (hierna: het gehuurde). De huurprijs bedraagt € 666,60 per maand en is bij vooruitbetaling verschuldigd, steeds te voldoen vóór of op de eerste dag van de nieuwe maand (productie 1 dagvaarding).
2.3.
Op de huurovereenkomst zijn de algemene huurvoorwaarden van toepassing verklaard (productie 2 dagvaarding).

3.Het geschil

3.1.
Wonen Boven Winkels Maastricht vordert dat de kantonrechter bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad,
1. de huurovereenkomst tussen partijen ontbindt,
2. [gedaagde partij] veroordeelt om binnen drie dagen na betekening van dit vonnis de zelfstandige woning aan de [adres] te [plaats] inclusief onroerende aanhorigheden en inclusief het medegebruik van de om het complex eventueel gelegen groenstroken, en tuinen die als onroerende aanhorigheid zijn te beschouwen en het medegebruik van eventueel gemeenschappelijke ruimten geheel te ontruimen en met al de haren en het hare te verlaten en de sleutels ter beschikking van Wonen Boven Winkels Maastricht te stellen met machtiging van Wonen Boven Winkels Maastricht om, wanneer gedaagde daarmee binnen de gestelde termijn in gebreke mocht blijven, die ontruiming zelf te doen uitvoeren door een gerechtsdeurwaarder, zo nodig met behulp van politie en/of justitie, en
3. [gedaagde partij] veroordeelt om aan Wonen Boven Winkels Maastricht te betalen € 3.063,67 en voorts voor elke ingegane maand vanaf 1 februari 2020 tot de ontruiming een bedrag van € 666,60 (nog te verhogen met eventuele indexeringen), en
4. [gedaagde partij] veroordeelt om aan Wonen Boven Winkels Maastricht te betalen de wettelijke rente over de openstaande maandbedragen vanaf de dag van dagvaarding tot aan de dag dat de gehele vordering zal zijn voldaan, en
5. [gedaagde partij] veroordeelt in de proceskosten.
3.2.
Wonen Boven Winkels Maastricht legt - zakelijk weergegeven - aan haar vorderingen ten grondslag dat [gedaagde partij] toerekenbaar tekort schiet in de nakoming van haar verplichtingen op grond van de huurovereenkomst. [gedaagde partij] laat na de huurpenningen tijdig te voldoen waardoor (tot en met januari 2020) een huurachterstand van meer dan drie maanden is ontstaan. Wonen Boven Winkels Maastricht heeft de vordering ter incasso uit handen gegeven. Ondanks sommatie heeft [gedaagde partij] het bedrag van de huurachterstand niet (volledig) betaald. [gedaagde partij] moet Wonen Boven Winkels Maastricht daarom de wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten betalen.
3.3.
[gedaagde partij] voert verweer.
3.4.
Op de stellingen van partijen zal hierna, voor zover van belang, nader worden ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
[gedaagde partij] heeft de huurachterstand erkend. Volgens het meest recente door Wonen Boven Winkels Maastricht overgelegde betalingsoverzicht (productie 12 bij repliek) bedraagt de actuele huurachterstand € 1.905,58 zodat de vordering van Wonen Boven Winkels Maastricht tot dat bedrag zal worden toegewezen.
4.2.
Verder is onbetwist vast komen te staan, dat [gedaagde partij] de huurovereenkomst met ingang van 14 juni 2020 heeft opgezegd (productie 13 bij repliek). Dit brengt met zich dat de vordering tot ontbinding van de huurovereenkomst geen bespreking meer behoeft aangezien Wonen Boven Winkels Maastricht daar geen belang meer bij heeft. Nu de huurovereenkomst door opzegging is beëindigd, dient [gedaagde partij] het gehuurde te verlaten en te ontruimen. Voor zover zij nog van het gehuurde gebruik maakt, doet zij dat zonder recht of titel. De gevorderde ontruiming zal dan ook worden toegewezen. De termijn waarbinnen [gedaagde partij] het gehuurde dient te verlaten, zal overeenkomstig het bepaalde in art. 555 Rv worden gesteld op drie dagen na betekening van dit vonnis.
4.3.
De kantonrechter acht voldoende aannemelijk gemaakt dat Wonen Boven Winkels Maastricht buitengerechtelijke werkzaamheden heeft verricht dan wel heeft laten verrichten en dat hiervoor kosten zijn gemaakt. Het gevorderde bedrag aan buitengerechtelijke kosten ad € 364,01 is in overeenstemming met de gebruikelijke en redelijke tarieven en wordt daarom toegewezen.
4.4.
De gevorderde wettelijke rente zal als niet weersproken worden toegewezen.
4.5.
Wonen Boven Winkels Maastricht behoeft geen machtiging van de kantonrechter om het toe te wijzen bevel tot ontruiming zo nodig af te dwingen. De in de wet aan de deurwaarder verleende bevoegdheden tot reële executie (artikelen 555 e.v. Rv in verbinding met artikel 444 Rv) worden toereikend geacht, zodat Wonen Boven Winkels Maastricht bij een afzonderlijke machtiging geen belang heeft.
4.6.
[gedaagde partij] zal als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van deze procedure, aan de zijde van Wonen Boven Winkels Maastricht gevallen en tot vandaag begroot op:
  • explootkosten € 104,44
  • griffierecht € 499,00
  • salaris gemachtigde
Totaal € 963,44.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
veroordeelt [gedaagde partij] om binnen drie dagen na betekening van dit vonnis de zelfstandige woning aan de [adres] te [plaats] inclusief onroerende aanhorigheden en inclusief het medegebruik van de om het complex eventueel gelegen groenstroken, en tuinen die als onroerende aanhorigheid zijn te beschouwen en het medegebruik van eventueel gemeenschappelijke ruimten geheel te ontruimen en met al de haren en het hare te verlaten en de sleutels ter beschikking van Wonen Boven Winkels Maastricht te stellen,
5.2.
veroordeelt [gedaagde partij] om aan Wonen Boven Winkels Maastricht te betalen het bedrag van € 1.905,58 en € 27,48 aan wettelijke rente en voor elke ingegane maand vanaf 1 februari 2020 tot de dag van ontruiming een bedrag van € 666,60 (nog te verhogen met eventuele indexeringen),
5.3.
veroordeelt [gedaagde partij] om aan Wonen Boven Winkels Maastricht te betalen de wettelijke rente over de openstaande maandbedragen vanaf de dag van dagvaarding (29 januari 2020) tot aan de dag dat de gehele vordering zal zijn voldaan,
5.4.
veroordeelt [gedaagde partij] tot betaling van de proceskosten, aan de zijde van Wonen Boven Winkels Maastricht tot de datum van dit vonnis begroot op € 963,44,
5.5.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
5.6.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.H.M. Kuster en in het openbaar uitgesproken.
RJ