ECLI:NL:RBLIM:2020:7115

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
26 augustus 2020
Publicatiedatum
22 september 2020
Zaaknummer
8604254 \ CV EXPL 20-2957
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van een vordering in een civiele procedure met betrekking tot een geldsom en proceskosten

In deze civiele procedure, behandeld door de Rechtbank Limburg, is op 26 augustus 2020 een vonnis gewezen in de zaak tussen B&G HEKWERK B.V., eisende partij, en een niet nader genoemde besloten vennootschap, gedaagde partij. De eisende partij, vertegenwoordigd door Trust Krediet Beheer B.V., heeft een vordering ingesteld die door de gedaagde partij niet is weersproken, aangezien deze na verkregen uitstel niet meer heeft geantwoord. Hierdoor staat de vordering vast en wordt deze als onvoldoende betwist toegewezen.

De kantonrechter heeft in zijn beslissing de gedaagde partij veroordeeld om aan de eisende partij een bedrag van € 24.081,11 te betalen, vermeerderd met de wettelijke handelsrente over een deel van dit bedrag vanaf 6 juni 2020. Daarnaast is de gedaagde partij ook veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van de eisende partij zijn begroot op € 1.563,99. Dit bedrag omvat onder andere de kosten van de dagvaarding en het griffierecht, evenals het salaris van de gemachtigde.

Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de eisende partij het recht heeft om de uitvoering van het vonnis te vorderen, ook al is er nog geen definitieve uitspraak in hoger beroep gedaan. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door de kantonrechter R.H.J. Otto.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: 8604254 \ CV EXPL 20-2957
Vonnis van de kantonrechter van 26 augustus 2020
in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
B&G HEKWERK B.V.,
gevestigd te Veldhoven,
eisende partij,
gemachtigde Trust Krediet Beheer B.V.,
tegen:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[naam bv],
kantoorhoudende [adres] ,
[vestigingsplaats] ,
gedaagde partij,
verschenen bij [naam] .

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- het verzoek om uitstel van gedaagde partij.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De beoordeling

2.1.
Gedaagde partij heeft, na verkregen uitstel niet meer geantwoord. De vordering van eisende partij staat daarom als niet weersproken tussen partijen vast en behoort als onvoldoende betwist te worden toegewezen.
2.2.
Gedaagde partij zal worden veroordeeld in de kosten van de procedure. De kosten aan de zijde van eisende partij worden begroot op:
  • dagvaarding € 87,99
  • griffierecht € 996,00
  • salaris gemachtigde €
totaal € 1.563,99

3.De beslissing

De kantonrechter
3.1.
veroordeelt gedaagde partij om aan eisende partij tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen een bedrag van € 24.081,11, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente ex artt. 6:119a jo. 120 lid 2 BW over € 22.486,09 vanaf 6 juni 2020 tot de dag van volledige betaling,
3.2.
veroordeelt gedaagde partij in de kosten van de procedure aan de zijde van eisende partij gevallen en aan die zijde tot op heden begroot op een bedrag van € 1.563,99,
3.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.H.J. Otto en in het openbaar uitgesproken.
type: JEC