Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
2.De beoordeling
- dagvaarding € 87,89
- griffierecht € 124,00
- salaris gemachtigde €
Rechtbank Limburg
In deze civiele procedure, behandeld door de Rechtbank Limburg, heeft de kantonrechter op 26 augustus 2020 een vonnis gewezen in de zaak tussen BOL.COM B.V. en LOUIS VENERA B.V. BOL.COM B.V., gevestigd te Amsterdam, was de eisende partij en werd vertegenwoordigd door GGN Mastering Credit B.V. LOUIS VENERA B.V., gevestigd aan de Rijksweg 121 in Berg en Terblijt, was de gedaagde partij en procedeerde in persoon. De procedure begon met een dagvaarding en een verzoek om uitstel van de gedaagde partij. Na het verlenen van uitstel heeft de gedaagde partij echter niet meer gereageerd op de vordering van de eisende partij.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de vordering van BOL.COM B.V. niet is weersproken door LOUIS VENERA B.V. en heeft geoordeeld dat deze vordering als onvoldoende betwist moet worden toegewezen. De gedaagde partij is veroordeeld om aan de eisende partij een bedrag van € 304,04 te betalen, vermeerderd met wettelijke rente over een deel van dit bedrag vanaf 7 mei 2020. Daarnaast is de gedaagde partij ook veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van de eisende partij zijn begroot op € 283,89.
Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de eisende partij het vonnis kan laten uitvoeren, ook als de gedaagde partij in beroep gaat. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door de kantonrechter R.H.J. Otto.