Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
2.De beoordeling
- dagvaarding € 105,09
- griffierecht € 124,00
- salaris gemachtigde €
Rechtbank Limburg
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Limburg op 23 september 2020, is de naamloze vennootschap Menzis Zorgverzekeraar N.V., gevestigd te Wageningen, als eisende partij opgetreden tegen een gedaagde partij die op een geheim adres woont. De gedaagde partij, aanvankelijk vertegenwoordigd door gemachtigde mr. K.J.C. van Bekkum, is later in persoon verschenen. De procedure is gestart met een dagvaarding en een verzoek om uitstel van de gedaagde partij. Na het verlenen van uitstel heeft de gedaagde partij echter niet meer gereageerd.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de dagvaarding voldoet aan de vereisten zoals gesteld in artikel 111 lid 2 onder d van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) en artikel 21 Rv. De gedaagde partij wordt vermoed een consument te zijn, wat betekent dat de beschermende bepalingen van het Europees consumentenrecht van toepassing zijn, ook al is daar niet om gevraagd. De kantonrechter heeft geoordeeld dat er in deze zaak geen schendingen van deze beschermende bepalingen zijn vastgesteld.
De vordering van de eisende partij is niet weersproken en wordt als onvoldoende betwist toegewezen. De gedaagde partij wordt veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 155,86, vermeerderd met wettelijke rente, en in de kosten van de procedure, die zijn begroot op € 265,09. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad en is uitgesproken door mr. R.H.J. Otto.