ECLI:NL:RBLIM:2020:7227

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
23 september 2020
Publicatiedatum
25 september 2020
Zaaknummer
8517059 CV EXPL 20-2179
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzet tegen verstekvonnis inzake betaling en overeenkomst met Ziggo

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 23 september 2020 uitspraak gedaan in een verzetprocedure. De eiseres in het verzet, vertegenwoordigd door mr. B.H.S. Brinkman, heeft verzet aangetekend tegen een verstekvonnis van 2 juli 2008, waarbij zij als gedaagde was veroordeeld tot betaling van een bedrag aan @Home, de rechtsvoorganger van Ziggo. De eiseres betwistte de tijdigheid van het verzet en de rechtsgeldigheid van de overeenkomst met @Home. De kantonrechter oordeelde dat de eiseres tijdig in verzet was gekomen, omdat zij niet eerder op de hoogte was gesteld van het verstekvonnis. De rechter concludeerde dat Ziggo niet voldoende bewijs had geleverd voor het bestaan van de overeenkomst en dat de vordering van Ziggo onvoldoende onderbouwd was. Daarom werd het verzet gegrond verklaard, het verstekvonnis vernietigd en de vordering van Ziggo afgewezen. Ziggo werd veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan de eiseres.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingslocatie Maastricht
Zaaknummer: 8517059 CV EXPL 20-2179
Vonnis van de kantonrechter van 23 september 2020
in de zaak van
[eiseres in het verzet],
wonend te [woonplaats] ,
eiseres in het verzet,
gemachtigde mr. B.H.S. Brinkman,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ZIGGO B.V., als rechtsopvolger van de besloten vennootschap
@HOME B.V.,
gevestigd en kantoorhoudend te Utrecht,
gedaagde in het verzet,
gemachtigde LAVG Gerechtsdeurwaarders.
Partijen zullen hierna [eiseres in het verzet] en Ziggo genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het door deze rechtbank op 2 juli 2008 tussen @Home en [eiseres in het verzet] bij verstek gewezen vonnis onder zaaknummer / rolnummer 295790 CV EXPL 08-4571
  • de verzetdagvaarding
  • de conclusie van antwoord in oppositie
  • de conclusie van repliek in oppositie.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.Het geschil

2.1.
[eiseres in het verzet] is in verzet gekomen van het tegen haar als gedaagde gewezen verstekvonnis van 2 juli 2008 onder zaaknummer 295790 CV EXPL 08-4571, waarbij zij als gedaagde is veroordeeld:
  • tot betaling van een bedrag van € 130,51 aan @Home, vermeerderd met de wettelijke rente over € 89,85 vanaf 12 april 2008 tot de dag van volledige betaling, een en ander een bedrag van € 5.000,00 niet te boven gaand,
  • tot betaling van de proceskosten, aan de zijde van @Home begroot op € 198,80.
2.2.
Bij verzetdagvaarding vordert [eiseres in het verzet] bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, haar te ontheffen van de veroordeling uitgesproken in voormeld verstekvonnis, en dat Ziggo in haar vordering niet-ontvankelijk wordt verklaard, althans deze aan haar wordt ontzegd met veroordeling van Ziggo in de proceskosten.
2.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

3.De beoordeling

3.1.
Gelet op het meest verstrekkende verweer van Ziggo, dat [eiseres in het verzet] niet tijdig in verzet is gekomen en derhalve in haar vordering niet-ontvankelijk verklaard dient te worden, ligt allereerst de vraag voor of [eiseres in het verzet] tijdig in verzet is gekomen van het tegen haar als gedaagde gewezen verstekvonnis van 2 juli 2008.
3.2.
De kantonrechter oordeelt dat ingevolge artikel 143 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (hierna: Rv) de in Nederland wonende of verblijvende gedaagde die bij verstek is veroordeeld daartegen verzet kan doen binnen vier weken na betekening van het verstekvonnis aan gedaagde in persoon, na het plegen door de gedaagde van enige daad waaruit noodzakelijk voortvloeit dat het verstekvonnis of de aangevangen tenuitvoerlegging aan hem bekend is of vanaf de dag waarop het verstekvonnis ten uitvoer is gelegd. Op grond van artikel 144 sub b Rv wordt het vonnis geacht ten uitvoer te zijn gelegd in geval van derdenbeslag op een vordering, na de uitbetaling aan de beslaglegger, of, indien dit beslag wordt gelegd op een vordering tot periodieke betalingen, na de eerste uitbetaling.
3.3.
Uit het als productie 3 bij conclusie van antwoord in oppositie in het geding gebrachte exploot van de deurwaarder blijkt dat de grosse van het verstekvonnis van 2 juli 2008 middels achterlating in een gesloten envelop aan [eiseres in het verzet] op 22 juli 2008 is betekend. Op 12 oktober 2009 is een executoriaal derdenbeslag gelegd onder de gemeente Kerkrade , welk beslag eveneens bij exploot van 12 oktober 2009 middels achterlating in gesloten envelop aan [eiseres in het verzet] is overbetekend (producties 4 en 5 bij conclusie van antwoord in oppositie). Het beslag is opgeheven in verband met beëindiging van de uitkering zonder dat er gelden zijn ontvangen. Vervolgens is op 12 maart 2012 executoriaal derdenbeslag gelegd onder Stichting Sevagram Zorgcentra , welk loonbeslag eveneens bij exploot van 12 maart 2012 middels achterlating in gesloten envelop aan [eiseres in het verzet] is overbetekend. Nu niet gebleken is dat de betreffende exploten inhoudelijke informatie over het verstekvonnis bevatten, volgt daaruit niet dat [eiseres in het verzet] bekend is geworden met (de hoofdinhoud van) het vonnis. Voorts heeft [eiseres in het verzet] betwist dat zij naar aanleiding van de overbetekening op 12 maart 2012 telefonisch heeft aangegeven dat zij wist waar de vordering op zag. Evenmin is gebleken dat door Sevagram een (eerste) uitbetaling heeft plaatsgevonden en het beslag doel heeft getroffen. Het voorgaande heeft tot gevolg dat de verzettermijn pas is gaan lopen op of na 3 maart 2020, de dag waarop [eiseres in het verzet] naar haar zeggen naar aanleiding van de betekening van het beslag (productie 2 verzetdagvaarding) contact opnam met haar gemachtigde en op 13 maart 2020 het verstekvonnis ontving. Immers, niet is gesteld of gebleken dat het verstekvonnis of enige uit kracht daarvan of ter uitvoering daarvan strekkende akte aan [eiseres in het verzet] in persoon is betekend of dat [eiseres in het verzet] vóór genoemde datum enige daad van bekendheid met het verstekvonnis of met tenuitvoerlegging daarvan heeft gepleegd dan wel dat [eiseres in het verzet] er in heeft berust. Dat betekent, gelet op de verzettermijn van vier weken, dat [eiseres in het verzet] met haar dagvaarding van 18 maart 2020 ingevolge artikel 143 lid 2 Rv tijdig in verzet is gekomen van het verstekvonnis en aldus in dat verzet kan worden ontvangen.
3.4.
Nu [eiseres in het verzet] ontvankelijk is in haar verzet, komt de kantonrechter toe aan de verdere inhoudelijke beoordeling.
3.5.
[eiseres in het verzet] betwist dat zij een overeenkomst met @Home, de rechtsvoorganger van Ziggo, heeft gesloten en dat de algemene voorwaarden van toepassing zijn. Verder voert [eiseres in het verzet] aan dat (de rechtsvoorganger van) Ziggo heeft nagelaten relevante stukken, waaronder de overeenkomst, in het geding te brengen. [eiseres in het verzet] heeft geen correspondentie ontvangen.
3.6.
Gelet op het feit dat [eiseres in het verzet] het bestaan van de overeenkomst betwist, is de kantonrechter van oordeel dat op grond van de door @Home bij dagvaarding aangehaalde feiten en omstandigheden onvoldoende is gebleken dat er tussen partijen een overeenkomst is gesloten. De kantonrechter is van oordeel dat van Ziggo verwacht mocht worden, althans dat het op haar weg had gelegen, ter noodzakelijke ondersteuning van haar stellingen de overeenkomst in het geding te brengen, dan wel nader te onderbouwen op welke wijze de overeenkomst tot stand is gekomen. Ziggo heeft zulks nagelaten.
3.7.
Gezien het verweer van [eiseres in het verzet] en het feit dat (de rechtsvoorganger van) Ziggo niet geslaagd is in een onderbouwing van de vordering die zodanig is dat haar stellingen de vordering kunnen dragen, strandt de vordering van Ziggo als zijnde niet dan wel onvoldoende onderbouwd. Nu de aan de vordering ten grondslag gelegde overeenkomst in rechte niet is komen vast te staan, zal de vordering worden afgewezen.
3.8.
Op grond van hetgeen hiervoor is overwogen, behoort [eiseres in het verzet] van de jegens haar bij het verstekvonnis uitgesproken veroordeling te worden ontheven. Dit betekent dat het verzet gegrond zal worden verklaard en het door de kantonrechter tussen partijen gewezen verstekvonnis zal worden vernietigd. De vordering zal alsnog worden afgewezen met veroordeling van Ziggo, als de in het ongelijk gestelde partij, in de kosten van deze verzetprocedure. De kosten aan de zijde van [eiseres in het verzet] worden begroot op:
- dagvaarding € 105,50
- gemachtigde salaris €
72,00(2 punten x tarief € 36,00)
Totaal € 177,50

4.De beslissing

De kantonrechter
4.1.
verklaart het verzet van [eiseres in het verzet] gegrond,
4.2.
vernietigt het door de kantonrechter te Maastricht op 2 juli 2008 onder zaaknummer 295790 CV EXPL 08-4571 tussen @Home als eiseres en [eiseres in het verzet] als gedaagde gewezen verstekvonnis,
en
opnieuw rechtdoende:
4.3.
wijst de vordering af,
4.4.
veroordeelt Ziggo tot betaling aan [eiseres in het verzet] van de kosten van de verzetprocedure, die tot de uitspraak van dit vonnis worden begroot op € 177,50,
4.5.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.P.J. Quaedackers en in het openbaar uitgesproken.
CJ