Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
2.De beoordeling
- dagvaarding € 85,09
- griffierecht
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft de kantonrechter op 23 september 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen de stichting Woningstichting Heemwonen, eisende partij, en een gedaagde partij die op een geheim adres woont. De eisende partij vorderde ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde vanwege een huurachterstand van € 2.736,05 tot en met juni 2020. De gedaagde partij heeft na verkregen uitstel niet meer gereageerd op de dagvaarding. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de dagvaarding voldoet aan de vereisten van de wet en dat de gedaagde partij vermoedelijk een consument is. De kantonrechter heeft geoordeeld dat er geen schendingen zijn van de beschermende bepalingen van het Europees consumentenrecht.
De kantonrechter heeft de vorderingen van de eisende partij toegewezen, waarbij de huurovereenkomst is ontbonden en de gedaagde partij is veroordeeld om het gehuurde binnen twee weken te ontruimen. Daarnaast is de gedaagde partij veroordeeld tot betaling van de huurachterstand, de huurprijs voor de periode na 1 juli 2020, en de kosten van de procedure, die in totaal zijn begroot op € 584,09. De kantonrechter heeft ook bepaald dat de gedaagde partij in de kosten van de procedure wordt veroordeeld en dat het vonnis uitvoerbaar bij voorraad is verklaard. Het meer of anders gevorderde is afgewezen.