Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
[handelsnaam] ,
[onderbewindgestelde],
1.De procedure
2.De beoordeling
- dagvaarding € 86,85
- griffierecht € 499,00
- salaris gemachtigde €
Rechtbank Limburg
Op 23 september 2020 heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, een vonnis gewezen in de zaak tussen BOL.COM B.V., eisende partij, en een consument die onder bewind staat, gedaagde partij. De procedure is gestart met een dagvaarding en een conclusie van antwoord. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de dagvaarding voldoet aan de vereisten van artikel 111 lid 2 onder d Rv en dat de eisende partij de relevante feiten volledig en naar waarheid heeft aangevoerd.
De kantonrechter heeft geoordeeld dat de gedaagde partij, vermoedelijk een consument, niet voldoende verweer heeft gevoerd tegen de vordering van de eisende partij. De rechter heeft daarbij de ambtshalve toepassing van de beschermende bepalingen van het Europees consumentenrecht in overweging genomen, maar geconcludeerd dat er in deze zaak geen schending van deze bepalingen heeft plaatsgevonden.
De vordering van BOL.COM B.V. is toegewezen, waarbij de gedaagde partij is veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 574,41, vermeerderd met wettelijke rente over een deel van dit bedrag vanaf 15 juli 2020. Daarnaast is de gedaagde partij veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 705,85. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en is openbaar uitgesproken door mr. R.H.J. Otto.