Uitspraak
RECHTBANK
1.Het verloop van de procedure
2.De vordering
3.De beoordeling
72,00(2 x tarief € 36,00)
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 22 september 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen een verzoeker en Ryanair DAC. De verzoeker vorderde compensatie van € 250,00 wegens vertraging van zijn vlucht van Maastricht naar Girona op 9 oktober 2018. De vlucht was meer dan drie uur vertraagd, wat volgens de Europese Verordening 261/2004 recht geeft op compensatie. Ryanair voerde aan dat de vertraging het gevolg was van buitengewone omstandigheden, namelijk slechte weersomstandigheden, en dat zij daarom niet verplicht was tot betaling van compensatie. De kantonrechter oordeelde echter dat Ryanair haar beroep op buitengewone omstandigheden niet voldoende had onderbouwd. De rechter stelde vast dat de verzoeker recht had op compensatie, aangezien hij een bevestigde boeking had en zijn eindbestemming met aanzienlijke vertraging had bereikt. De kantonrechter wees de vordering van de verzoeker toe, inclusief de wettelijke rente vanaf de datum van de vertraging. Daarnaast werden de proceskosten aan de zijde van de verzoeker toegewezen, omdat Ryanair als de in het ongelijk gestelde partij werd beschouwd. De uitspraak benadrukt de bescherming van consumentenrechten in het kader van luchtvaartcompensatie en de noodzaak voor luchtvaartmaatschappijen om hun verweren adequaat te onderbouwen.