Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
2.De beoordeling
- dagvaarding € 102,96
- griffierecht € 124,00
- salaris gemachtigde €
Rechtbank Limburg
In deze civiele procedure, behandeld door de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 30 september 2020, is de onderlinge waarborgmaatschappij Centrale Zorgverzekeraars Groep, Zorgverzekeraar U.A., gevestigd te Tilburg, als eisende partij opgetreden. De gedaagde partij, die in persoon procedeerde, heeft na verkregen uitstel niet meer geantwoord op de dagvaarding. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de dagvaarding voldoet aan de vereisten van artikel 111 lid 2 onder d Rv en artikel 21 Rv, waarbij de eisende partij de relevante feiten volledig en naar waarheid heeft aangevoerd. De gedaagde partij wordt vermoed een consument te zijn, en de kantonrechter heeft ambtshalve de beschermende bepalingen van het Europees consumentenrecht toegepast. De kantonrechter oordeelt dat er geen schending van deze bepalingen heeft plaatsgevonden en dat de vordering van de eisende partij, die niet is weersproken door de gedaagde, toewijsbaar is. De gedaagde partij wordt veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 389,20, vermeerderd met wettelijke rente, en in de kosten van de procedure, die zijn begroot op € 298,96. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad en is openbaar uitgesproken door mr. R.H.J. Otto.