Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
2.De beoordeling
- dagvaarding € 102,96
- griffierecht € 499,00
- salaris gemachtigde €
Rechtbank Limburg
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Limburg op 14 oktober 2020, is de onderlinge waarborgmaatschappij Centrale Zorgverzekeraars Groep, Zorgverzekeraar U.A., gevestigd te Tilburg, als eisende partij opgetreden tegen een gedaagde partij die op een geheim adres woont en procedeert in persoon. De procedure is gestart met een dagvaarding, waarbij de gedaagde partij om uitstel heeft verzocht. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de dagvaarding voldoet aan de vereisten van artikel 111 lid 2 onder d Rv en artikel 21 Rv, waarbij de eisende partij de relevante feiten volledig en naar waarheid heeft aangevoerd.
De kantonrechter heeft geoordeeld dat de gedaagde partij vermoedelijk een consument is en dat de beschermende bepalingen van het Europees consumentenrecht ambtshalve toegepast dienen te worden. Echter, in deze zaak zijn er geen schendingen van deze beschermende bepalingen vastgesteld. De gedaagde partij heeft na het verkrijgen van uitstel niet meer gereageerd, waardoor de vordering van de eisende partij als niet weersproken vaststaat en als onvoldoende betwist wordt toegewezen.
De kantonrechter heeft de gedaagde partij veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 818,93 aan de eisende partij, vermeerderd met wettelijke rente over een deel van dit bedrag vanaf 26 juni 2020. Daarnaast is de gedaagde partij veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van de eisende partij zijn begroot op € 721,96. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en is openbaar uitgesproken door mr. R.H.J. Otto.