Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
2.De beoordeling
- dagvaarding € 105,09
- griffierecht € 124,00
- salaris gemachtigde €
Rechtbank Limburg
Op 14 oktober 2020 heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, een vonnis gewezen in de zaak tussen de naamloze vennootschap ZILVEREN KRUIS ZORGVERZEKERINGEN N.V. en een consument, die procedeerde in persoon. De eisende partij, vertegenwoordigd door GGN Mastering Credit B.V., had een vordering ingesteld tegen de gedaagde partij, die niet op de dagvaarding had gereageerd na een verzoek om uitstel. De procedure is gestart met een dagvaarding waarin de eis en de gronden daarvan zijn vermeld, zoals vereist volgens de artikelen 111 lid 2 onder d en 21 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). De kantonrechter heeft vastgesteld dat de dagvaarding aan de wettelijke vereisten voldoet.
De kantonrechter heeft geoordeeld dat de gedaagde partij, vermoedelijk een consument, niet heeft gereageerd op de vordering, waardoor deze als niet weersproken vaststaat. De rechter heeft daarbij de beschermende bepalingen van het Europees consumentenrecht in overweging genomen, maar geconcludeerd dat deze in deze zaak niet zijn geschonden. De vordering van de eisende partij is toegewezen, en de gedaagde partij is veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 365,28, vermeerderd met wettelijke rente, en in de kosten van de procedure, die zijn begroot op € 301,09. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en is openbaar uitgesproken door mr. R.H.J. Otto.