Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.Onderzoek van de zaak
- [vader slachtoffer 1] en [moeder slachtoffer 1] , de nabestaanden van het overleden slachtoffer [slachtoffer 1] .
- [moeder slachtoffer 2] , moeder van het slachtoffer [slachtoffer 2] . Zij is bijgestaan door mr. L.P.H. Hameleers. [moeder slachtoffer 2] heeft zelf het spreekrecht uitgeoefend.
2.De tenlastelegging
3.De beoordeling van het bewijs
- zijn auto aan [medeverdachte] ter beschikking heeft gesteld (een actieve bijdrage);
- tijdens de fatale rit naast [medeverdachte] heeft gezeten en niet heeft ingegrepen (een passieve bijdrage).
- een taakstraf van 150 uur, subsidiair 75 dagen hechtenis;
- een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee maanden met een proeftijd van twee jaren;
- een rijontzegging van twee jaren.
- geen actieve handeling heeft verricht ter ondersteuning van het delict en dat het enkel nalaten om in te grijpen doorgaans geen medeplichtigheid oplevert. Dat is in deze zaak niet anders, aldus de raadsman;
- niet de vereiste opzet heeft gehad op de delictsgedraging.
Toetsingskader medeplegen
Vaststelling van de feiten door de rechtbank
- [medeverdachte] die avond tegen de verdachte heeft gezegd dat zij in [verdachte] auto wilde rijden;
- [verdachte] meermalen tegen [medeverdachte] heeft gezegd dat hij dit niet wilde;
- [medeverdachte] en [verdachte] hierover ruzie hebben gemaakt en dat [medeverdachte] bleef doordrammen;
- [medeverdachte] de reservesleutel van de auto heeft gepakt en in de auto is gaan zitten op de bestuurdersstoel;
- [verdachte] is meegegaan omdat hij niet wilde dat [medeverdachte] alleen ging;
- [medeverdachte] vervolgens haar vriendinnen [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] heeft opgepikt;
- ze vervolgens naar McDonald’s zijn gegaan;
- [medeverdachte] daarna verschillende keren met anderen in de auto van [verdachte] heeft gereden, waarbij hij niet aanwezig was;
- [verdachte] , [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] uiteindelijk weer bij [medeverdachte] in de auto zijn gestapt;
- [verdachte] ook toen heel vaak heeft gezegd dat hij wilde rijden en dat [medeverdachte] niet mocht rijden;
- [medeverdachte] hem hierop uitlachte;
- [verdachte] kwaad is geworden en zei dat [medeverdachte] niet luisterde;
- [medeverdachte] heeft verklaard dat zij een soort baas was over [verdachte] .
Toepassing van het toetsingskader medeplegen
Om tot een meting van de intellectuele capaciteiten te kunnen komen, is gebruik gemaakt van de WAIS-IV. Betrokkene presteert op matig verstandelijk beperkt niveau (TIQ=53).’(pagina 14/15 van het rapport)
- [verdachte] op geen enkele wijze heeft gewild dat zijn zus in zijn auto reed en dat hij dat keer op keer aan haar, ook in het bijzijn van de andere inzittenden, heeft kenbaar gemaakt;
- [verdachte] in feite alles heeft gedaan dat in zijn vermogen lag om zijn zus ervan te weerhouden in de auto te rijden;
- dit echter niet heeft geholpen.