ECLI:NL:RBLIM:2020:8097

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
20 oktober 2020
Publicatiedatum
21 oktober 2020
Zaaknummer
03.188041.20
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor mensensmokkel met vier Vietnamese mannen

Op 20 oktober 2020 heeft de Rechtbank Limburg in Maastricht uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van mensensmokkel. De verdachte, geboren in 1983 en gedetineerd in P.I. Ter Apel, werd bijgestaan door advocaat mr. A. van Wijk. De zaak werd inhoudelijk behandeld op 6 oktober 2020, waarbij de verdachte en zijn raadsvrouw aanwezig waren. De officier van justitie stelde dat het tenlastegelegde feit wettig en overtuigend bewezen kon worden. De verdachte had vier Vietnamese mannen gesmokkeld, die illegaal in Europa verbleven. Tijdens de aanhouding op 20 juli 2020 werden de mannen aangetroffen in de auto van de verdachte, die onderweg was van Duitsland naar Venlo.

De rechtbank oordeelde dat de verdachte op basis van verschillende bewijsmiddelen, waaronder verklaringen van de Vietnamese mannen en gegevens van zijn telefoon, wist dat de mannen illegaal in Europa verbleven. De verdachte verklaarde dat hij als Uber-bezorger en taxichauffeur werkte en niet op de hoogte was van de illegaliteit van de mannen. De rechtbank achtte echter bewezen dat de verdachte, in samenwerking met een tussenpersoon, de mannen had geholpen bij hun wederrechtelijke doorreis. De rechtbank legde een gevangenisstraf van 18 maanden op, waarbij rekening werd gehouden met de ernst van het feit en de rol van de verdachte in de smokkelorganisatie. De rechtbank benadrukte dat mensensmokkel de internationale rechtsorde ondermijnt en leidt tot uitbuiting van kwetsbare mensen.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Maastricht
Strafrecht
Parketnummer : 03.188041.20
Tegenspraak
Vonnis van de meervoudige kamer d.d. 20 oktober 2020
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats verdachte] op [ geboortedatum verdachte] 1983,
wonende te [adresgegevens verdachte] ,
gedetineerd in P.I. Ter Apel, HvB te Ter Apel
De verdachte wordt bijgestaan door mr. A. van Wijk, advocaat kantoorhoudende te Venlo.

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 06 oktober 2020. De verdachte en zijn raadsvrouw verschenen. De officier van justitie en de verdediging hebben hun standpunten kenbaar gemaakt.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat de verdachte:
al dan niet samen met een ander of anderen vier personen heeft gesmokkeld.

3.De beoordeling van het bewijs

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het tenlastegelegde feit wettig en overtuigend bewezen kan worden. Daartoe heeft de officier van justitie het volgende aangevoerd: In de auto die verdachte bestuurde zijn vier Vietnamese mannen aangetroffen die allen illegaal in Europa bleken te verblijven. Passagiers [betrokkene 1] en [betrokkene 2] hebben verklaard dat een Vietnamese man hen heeft geholpen bij het contact met verdachte als bestuurder van de auto. [betrokkene 1] heeft verklaard dat deze Vietnamese man verdachte ook heeft betaald. In de telefoon van verdachte is een verwijzing gevonden naar bestemmingen in Brussel en Parijs en uit de overige inhoud van de telefoon en aangetroffen tankbonnen blijkt dat verdachte (in opdracht van derden) vaker mensen vervoerde vanuit Duitsland in de richting van Frankrijk.
3.2
Het standpunt van de verdediging
Verdachte heeft als volgt verklaard: Hij werkt als Uber-bezorger en als taxichauffeur. Het was zomer en hij wilde op reis richting een hotel aan zee. Hij heeft de mannen opgepikt bij een pompstation op een parkeerplaats maar hij weet niet meer waar dat was. Hij wist niet dat de vier Vietnamese mannen illegaal waren en ook niet dat hij met hen de grens niet over mocht. De raadsvrouw heeft vrijspraak bepleit en erop gewezen dat de Vietnamese mannen hebben verklaard dat verdachte niet wist dat zij illegaal waren.
3.3
Het oordeel van de rechtbank [1]
3.3.1
De bewijsmiddelen
Op 20 juli 2020, rond 13:30 uur, hebben verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] een door de verdachte bestuurde blauwe Skoda, type Fabia, voorzien van het Poolse kenteken [kenteken] , komend uit Duitsland en rijdend over de Rijksweg A67 richting Venlo , staande gehouden. Verbalisanten troffen in de door verdachte bestuurde auto, naast de bestuurder, vier mannen aan die niet reageerden op de aan hen in de Engelse en Duitse taal gestelde vragen. [2] Bij een van de passagiers is een paspoort aangetroffen dat op naam stond van [betrokkene 3] , geboren op [geboortedatum 1] te [geboorteplaats 3] , Vietnam. Bij de andere drie mannen zijn geen reisdocumenten aangetroffen. [3] De vingerafdrukken van de passagiers zijn ingevoerd in het Eurodac systeem en hieruit bleek dat geen van hen gekend was in het Schengengebied. [4]
[betrokkene 3] heeft verklaard dat hij onderweg was naar Frankrijk, dat hij de bestuurder van de auto, de verdachte, toevallig op straat tegenkwam en hij door de verdachte is meegenomen. Hij heeft daarnaast verklaard dat hij illegaal in Nederland is. [5]
[betrokkene 2] heeft verklaard dat zijn naam [betrokkene 2] is en dat hij is geboren op
[geboortedatum 2] te [geboorteplaats 1] , Vietnam. Hij kwam op de dag van de aanhouding uit Berlijn en was op weg naar Dortmund. Hij kende de verdachte, niet. Er was een Vietnamese man die voor hem vertaalde en die zei dat hij met de verdachte mee mocht rijden. Ze vertrokken vanuit het Dong Xuan Centrum in Berlijn. De reis heeft 5 uur geduurd en toen werden ze door de politie aangehouden. Hij is hier illegaal. [6]
[betrokkene 1] heeft verklaard dat zijn naam [betrokkene 1] is en dat hij is geboren op [geboortedatum 3] te [geboorteplaats 2] , Vietnam (ter terechtzitting heeft de officier van justitie aangegeven dat zijn achternaam niet [betrokkene 1] , maar [betrokkene 1] is). Hij is uit een Duits centrum voor asielzoekers weggegaan. Hij wilde naar Dortmund om daar bij een vriend te gaan wonen. Hij kende een Vietnamese man in het winkelcentrum in Berlijn, genaamd [betrokkene 4] , die hem met de verdachte, in contact heeft gebracht. Hij is met de metro naar het winkelcentrum Dong Xuan gegaan en daar is hij op de achterbank van de auto gaan zitten. Ze zijn om 05:00 uur uit Berlijn vertrokken. [betrokkene 4] heeft de verdachte geld gegeven. Ze hebben 5 a 6 uur in de auto doorgebracht. [7]
[betrokkene 5] heeft verklaard dat zijn naam [betrokkene 5] is en dat hij is geboren op [geboortedatum 4] ergens in Vietnam. Hij heeft op de dag van de aanhouding aan de verdachte, gevraagd of hij mee mocht. De eindbestemming maakte hem niet uit. Hij heeft ongeveer 4 a 5 uur in de auto doorgebracht. Hij is illegaal in Europa. [8]
De door de verdachte bestuurde auto is onderzocht en daarbij is gebleken dat deze auto is voorzien van een gastank. In het voertuig zijn twee tankbonnen aangetroffen met daarop de datum 20 juli 2020. De eerste tankbon betreft de aankoop van een 32,67 liter LPG om 08:43 uur die dag bij de Total Autohof in Maagdenburg. De tweede tankbon betreft de aankoop van 22,89 liter LPG om 12:03 uur die dag bij tankstation Bad Rhynern Nord te Hamm. Via Google Maps is door verbalisant [verbalisant 3] een zoekopdracht gegeven met als startpunt Berlijn en als eindpunt Venlo. Gebleken is dat de route overeenkomt met de route Berlijn, Maagdenburg, Hamm en als eindbestemming Venlo. [9]
Bij zijn aanhouding op 20 juli 2020 is onder de verdachte een Huawei-telefoon in beslag genomen (waarvan de verdachte ter terechtzitting heeft bevestigd dat het zijn telefoon is). Bij deze inbeslagname is geconstateerd dat op de telefoon de routeplanner Google Maps openstond en dat twee eindpunten op de kaart waren gemarkeerd op de Bonneelsstraat en de Tweetorenstraat in Sint-Joost-ten-Node. Geconstateerd werd dat het ging om een locatie aangeduid als ‘Winners’ en om een locatie aangeduid als ‘Tweetorenstraat 56’. [10] Bij onderzoek van de uit de telefoon van [betrokkene 5] veiliggestelde databestanden is een screenshot aangetroffen, gemaakt op 20 juli 2020, van een zoekopdracht naar het adres [adres 2] in Saint-Josse-Ten-Noorde. [11]
Bij onderzoek van de uit de telefoon van de verdachte veiliggestelde databestanden zijn via de app Telegram op 18, 19 en 20 juli gevoerde gesprekken aangetroffen tussen verdachte en een persoon genaamd ‘ [tussenpersoon] ’. De [tussenpersoon] gebruikt het telefoonnummer [telefoonnummer] . [12] Bij het onderzoek van de belgeschiedenis van de telefoon van [betrokkene 3] is gebleken dat op 20 juli 2020 om 06:20 uur gedurende 8 seconden telefonisch contact heeft plaatsgevonden met datzelfde nummer [telefoonnummer] . Daarnaast is tussen de telefoon van [betrokkene 3] en het nummer [telefoonnummer] contact geweest op 19 juli 2020 om 14:24 uur, 15:21 uur, 15:38 uur, 15:38 uur, 15:41uur en 15:58 uur voor de duur van respectievelijk 89, 81, 0, 0, 222 en 35 seconden . [13]
Uit een app tussen [tussenpersoon] en de verdachtewordt het volgende gecommuniceerd ( [X] = [tussenpersoon] en [Y] =verdachte): [14]
19- 07-2020
[X] : 14:48 uur, Ik moet morgenvroeg gaan.
[X] : 14:48 uur, 5 uur.
[Y] : 14:48 uur, Ok, ik zal om 5 ter plaatse zijn!
20- 07-2020
[Y] : 04:56 uur, Ik ben er.
[Y] : 05:04 uur, ?
[X] : 05:06 uur, we gaan over 1 uur weg.
[X] : 05:06 uur, Ok.
[X] : 05:06 uur, 6 uur.
[Y] : 05:06 uur, Ik wacht.
[X] : 05:06 uur, Ok.
[X] : 06:14 uur, [adres 2] , 1210 Saint-Josse-ten-Noode.
[X] : 06:15 uur, [adres 3] , 93160 Noisy-le-Grand.
[X] : 06:15 uur, [adres 4] , 75013 Paris, France.
Op 18 juli 2020 om 09:33 uur geeft [tussenpersoon] via de app het adres [adres 5] , 62100 Calais door. Om 19:52 uur bericht verdachte dat hij ter plaatse is. Vervolgens wordt er tussen de verdachte en [tussenpersoon] gecommuniceerd over twee personen die met de verdachte zijn meegekomen en waar die naartoe moeten worden gebracht en is sprake van twee andere personen die zijn gekomen. [tussenpersoon] geeft verdachte opdracht om hen allen in de auto te laten wachten. Om 21:12 uur bericht [tussenpersoon] aan verdachte ze allemaal te laten uitstappen en de reis te laten afmaken. Verdachte bericht kort daarna dat zij zijn uitgestapt. [tussenpersoon] bericht dan aan verdachte: “Kom terug naar Berlijn, misschien komt er morgen een nieuwe missie.” Waarop verdachte antwoordt: “ik ben onderweg, ik zal 3-4 uur moeten slapen”. [15]
In de telefoon van verdachte zijn foto’s aangetroffen van tankbonnen van 18 juli 2020 betreffende een aankoop van LPG om 12:44 uur bij een tankstation in Wendhausen, Duitsland, en een aankoop om 17:24 uur bij een tankstation in Vosselaar, België. Daarnaast is een tankbon aangetroffen van 18 juli 2020 betreffende een aankoop van LPG om 22:20 uur bij een tankstation te Mannekensvere, België en om 02:07 uur op 19 juli 2020 bij een tankstation te Bottrop, Duitsland. [16]
In de telefoon van de verdachte zijn eveneens via Telegram en Whatsapp gevoerde gesprekken met een zekere [betrokkene 6] en een zekere [betrokkene 7] aangetroffen. [betrokkene 6] bericht verdachte op 12 juli over een missie. Hij vraagt verdachte om zijn gps-positie zodat hij zijn klanten kan voorbereiden. [betrokkene 6] bericht verdachte dan dat hij een lading moet ophalen bij een nagelstudio in Berlijn. Verdachte zal zijn geld onderweg krijgen. Op 5 juli vraagt [betrokkene 7] aan verdachte waar hij heengaat, met hoeveel personen en hoeveel voorschot verdachte heeft gekregen. Verdachte antwoordt dat hij naar Brussel en Parijs gaat, met 4 personen en dat het voorschot 500 is. [17]
3.3.2
Bewijsoverweging
Gezien bovenstaande bewijsmiddelen staat, naar het oordeel van de rechtbank, vast dat de door [betrokkene 2] en [betrokkene 1] genoemde tussenpersoon [tussenpersoon] is. De verdachte is in opdracht van deze [tussenpersoon] terug naar Berlijn gekomen nadat hij in Calais twee personen had afgezet. Verdachte heeft vervolgens op aanwijzingen van [tussenpersoon] de vier Vietnamese mannen, die allen wederrechtelijke in Europa verbleven, opgepikt. [tussenpersoon] heeft aan verdachte de bestemmingen van de mannen opgegeven en heeft verdachte betaald, waarna verdachte op pad is gegaan richting de door [tussenpersoon] aan hem opgegeven bestemmingen. Verdachte heeft voor de berichten in zijn telefoon die duiden op deze gang van zaken geen aannemelijke verklaring gegeven. Gevraagd in het bijzonder naar de contacten tussen hemzelf en [tussenpersoon] , het contact tussen [betrokkene 3] en [tussenpersoon] , de aan hem opgegeven bestemmingen (die deels ook in de telefoon van een van de inzittenden (Tran zijn teruggevonden) en de verdere inhoud van de met [tussenpersoon] via Telegram gevoerde gesprekken, heeft verdachte slechts geantwoord dat hij het zich niet meer kon herinneren dan wel dat hij de vraag niet wilde beantwoorden. De rechtbank is dan ook van oordeel dat wettig en overtuigend is bewezen dat verdachte wist dat [betrokkene 3] , [betrokkene 2] , [betrokkene 1] en [betrokkene 5] illegaal in Europa verbleven en dat hij hen willens en wetens, behulpzaam is geweest bij de wederrechtelijke doorreis door Nederland. De rechtbank acht eveneens wettig en overtuigend bewezen dat verdachte dat tezamen en in vereniging met [tussenpersoon] heeft gedaan. [tussenpersoon] is immers degene geweest die verdachte opdracht heeft gegeven om terug te komen naar Berlijn en om de vier Vietnamese mannen richting België en Frankrijk te smokkelen, terwijl die [tussenpersoon] eveneens als tussenpersoon richting de Vietnamese mannen fungeerde.
3.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht bewezen dat de verdachte
op 20 juli 2020 in de gemeente Venlo, tezamen en in vereniging met een ander, [betrokkene 1] , geboren op [geboortedatum 3] te [geboorteplaats 2] , [betrokkene 5] , geboren op [geboortedatum 4] , [betrokkene 3] , geboren op [geboortedatum 5] te [geboorteplaats 3] en [betrokkene 2] , geboren op [geboortedatum 2] te [geboorteplaats 1] , behulpzaam is geweest bij de doorreis door Nederland, door die [betrokkene 1] , [betrokkene 5] , [betrokkene 3] en [betrokkene 2] te vervoeren in een door hem, verdachte, bestuurde personenauto terwijl verdachte en zijn mededader wisten dat die doorreis wederrechtelijk was.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. De verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert het volgende strafbare feit op:
Medeplegen van mensensmokkel.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten.

5.De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar, omdat geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

6.De straf

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd aan de verdachte op te leggen een gevangenisstraf voor de duur van 30 maanden, waarvan 10 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren, met aftrek van de tijd die verdachte reeds in voorarrest heeft gezeten. De officier van justitie is bij het bepalen van zijn strafeis uitgegaan van de ernst van het feit en de richtlijnen van het openbaar ministerie. In die richtlijnen wordt bij 4 tot 8 gesmokkelden uitgegaan van een gevangenisstraf van 12 tot 24 maanden. Als strafverzwarende omstandigheid heeft de officier van justitie in aanmerking genomen dat tussen de gesmokkelden een minderjarige was en dat verdachte door mensen te vervoeren een cruciale rol vervulde in de smokkelorganisatie.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft zich op het standpunt gesteld dat de strafeis van de officier van justitie, ook gezien de eigen richtlijn van 3 maanden per gesmokkelde en de jurisprudentie over vergelijkbare gevallen, veel te hoog is. Verdachte was slechts een kleine spin in het web, hij opereerde niet uit winstbejag en er was geen sprake van mensonterende omstandigheden. De raadsvrouw heeft dan ook verzocht de straf te matigen.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de op te leggen straf is gelet op de aard en ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een buitengewoon ernstig feit, namelijk mensensmokkel. Mensensmokkel ondermijnt de internationale rechtsorde en de bestrijding van illegaal verblijf in Nederland en andere Europese landen. Als gevolg van mensensmokkel neemt in de samenleving het draagvlak voor legale immigratie en het asielbeleid af. Mensensmokkel leidt bovendien tot allerlei vormen van uitbuiting van kwetsbare mensen. Deze mensen betalen met het weinige geld dat zij bij elkaar kunnen schrapen de criminelen die hen richting West-Europa smokkelen, met niet zelden als gevolg dat de zij in een vorm van moderne slavernij belanden. De rol van verdachte in dit proces is geenszins een onderschikte. Hij vervoerde immers vier illegaal in Europa verblijvende Vietnamese mannen vanuit Duitsland in de richting van België en Frankrijk, waarmee hij een cruciale rol vervulde in de smokkel van deze vier mannen. De rechtbank rekent dit verdachte zwaar aan en is dan ook van oordeel dat een forse, onvoorwaardelijke gevangenisstraf passend en geboden is.
Gelet op de straffen die in vergelijkbare zaken worden opgelegd, geldt als uitgangspunt een gevangenisstraf van drie maanden per gesmokkelde (zie bijvoorbeeld Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 5 februari 2020, ECLI:NL:GHARL:2020:1084). De rechtbank neemt echter het volgende in aanmerking. Er zijn duidelijke aanwijzingen dat de verdachte alleen al in de maand juli, en nog afgezien van de ritten op 18 en 20 juli, meerdere malen personen vanuit Duitsland richting Frankrijk heeft vervoerd. Verdachte maakt, naar het oordeel van de rechtbank, ook onderdeel uit van een organisatie, gelet op de eerder aangehaalde communicatie met de tussenpersoon en is als vervoerder een belangrijk onderdeel van de betreffende mensensmokkelorganisatie. Verdachte opereerde daarbij ook steeds uit winstbejag. De rechtbank merkt die omstandigheid aan als bijzonder strafverzwarend. Verdachte neemt daarbij op geen enkele wijze verantwoordelijkheid voor zijn daden, maar geeft ter terechtzitting slechts ontwijkende antwoorden. Ook die omstandigheid merkt de rechtbank aan als strafverzwarend. De rechtbank ziet daarentegen geen zaken die in strafverlichtende zin werken. De rechtbank zal de verdachte dan ook veroordelen tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 18 maanden.

7.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 47 en 197a van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.

8.De beslissing

De rechtbank:
Bewezenverklaring
  • verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hierboven onder 3.4 is omschreven;
  • spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
  • verklaart dat het bewezenverklaarde het strafbare feit oplevert zoals hierboven onder 4 is omschreven;
  • verklaart de verdachte strafbaar;
Straf
  • veroordeelt de verdachte voor tot een
  • beveelt dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van deze gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
Dit vonnis is gewezen door mr. W. Loof, voorzitter, mr. M.M. Beije en mr. G.P.C. Dijkshoorn-Sleebe, rechters, in tegenwoordigheid van mr. S.A.J. Wenders, griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 20 oktober 2020.
BIJLAGE I: De tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat
hij op of omstreeks 20 juli 2020 in de gemeente Venlo,
althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen
een ander of anderen, te weten
- [betrokkene 1] , geboren op [geboortedatum 3] te [geboorteplaats 2] en/of
- [betrokkene 5] , geboren op [geboortedatum 4] en/of
- [betrokkene 3] , geboren op [geboortedatum 5] te [geboorteplaats 3] en/of
- [betrokkene 2] , geboren op [geboortedatum 2] te [geboorteplaats 1] , behulpzaam is
geweest bij het zich verschaffen van toegang tot of doorreis door Nederland, een
andere lidstaat van de Europese Unie, IJsland, Noorwegen, in elk geval een staat
die is toegetreden tot het op 15 november 2000 te New York totstandgekomen
Protocol tegen de smokkel van migranten over land over de zee en in de lucht, tot
aanvulling van het op 15 november 2000 te New York totstandgekomen Verdrag
tegen transnationale georganiseerde misdaad,
of hem/hen daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft verschaft, door
die [betrokkene 1] en/of die [betrokkene 5] en/of die [betrokkene 3] en/of die [betrokkene 2] te vervoeren
in een door hem, verdachte, bestuurde personenauto terwijl verdachte, en/of zijn
medader(s) wist(en) of ernstige redenen had(den) te vermoeden dat die toegang of
die doorreis wederrechtelijk was.

Voetnoten

1.Waar hierna wordt verwezen naar paginanummers, wordt - tenzij anders vermeld - gedoeld op paginanummers uit het proces-verbaal van de Koninklijke Marechaussee, Landelijk Tactisch commando, Afdeling Tactische Opsporing, Robuustteam 3, proces-verbaalnummer 27FCC200014/20-053747, gesloten d.d. 6 augustus 2020, doorgenummerd van pagina 1 tot en met pagina 203.
2.Proces-verbaal d.d. 20 juli 2020, pagina 16 tot en met 20.
3.Proces-verbaal d.d. 21 juli 2020, pagina 55.
4.Ambtelijk verslag d.d. 6 augustus 2020, pagina 10.
5.Proces-verbaal van verhoor d.d. 20 juli 2020, pagina 56 tot en met 60.
6.Proces-verbaal van verhoor d.d. 20 juli 2020, pagina 62 tot en met 66.
7.Proces-verbaal van verhoor d.d. 20 juli 2020, pagina 67 tot en met 73.
8.Proces-verbaal van verhoor d.d. 20 juli 2020, pagina 74 tot en met 77.
9.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 22 juli 2020, pagina 80 tot en met 82.
10.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 21 juli 2020, pagina 24 en 25.
11.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 28 juli 2020, pagina 120 tot en met 124.
12.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 30 juli 2020, pagina 132 tot en met 134.
13.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 28 juli 2020, pagina 115 en 116.
14.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 30 juli 2020, pagina 132.
15.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 30 juli 2020, pagina 133 en 134.
16.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 30 juli 2020, pagina 134 en 135.
17.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 30 juli 2020, pagina 166 tot en met 182.