ECLI:NL:RBLIM:2020:8119

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
8 oktober 2020
Publicatiedatum
21 oktober 2020
Zaaknummer
AWB 20/2219
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorzieningen inzake wijzigingsbesluit subsidie NWO

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Limburg op 8 oktober 2020 uitspraak gedaan op het verzoek om voorlopige voorzieningen van een verzoekster tegen de Raad van bestuur van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO). Het verzoekster heeft bezwaar gemaakt tegen een wijzigingsbesluit dat op 11 augustus 2020 door de NWO is genomen, waarbij een wijzigingsverzoek van een projectleider is goedgekeurd. De verzoekster, die eerder betrokken was bij het project, stelt dat het wijzigingsbesluit onterecht is genomen en dat er sprake is van plagiaat en schending van de Nederlandse Gedragscode voor Wetenschappelijke Integriteit. Ze vraagt de voorzieningenrechter om de subsidie te blokkeren en terugvordering van al uitgekeerde subsidiegelden te bevelen.

De voorzieningenrechter overweegt dat het wijzigingsbesluit enkel betrekking heeft op de wijziging van het projectplan en niet op de verleende subsidie zelf. De rechter stelt vast dat het verzoek om voorlopige voorzieningen niet kan worden toegewezen, omdat het buiten de reikwijdte van de hoofdzaak valt. De rechter concludeert dat de subsidieverlening pas aan de orde is wanneer deze wordt vastgesteld of gewijzigd. Uiteindelijk wijst de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorzieningen af, omdat de gevraagde maatregelen niet kunnen worden getroffen in deze procedure.

Uitspraak

RECHTBANK limburg

Bestuursrecht
zaaknummer: AWB 20/2219
uitspraak van de voorzieningenrechter van 8 oktober 2020 op het verzoek om voorlopige voorzieningen in de zaak tussen

[verzoekster] , wonende in [woonplaats] , verzoekster,

en
de Raad van bestuur van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO), verweerder.
Als derde-partij heeft aan het geding deelgenomen:
het College van Bestuur van de Universiteit Maastricht.

Procesverloop

Bij besluit van 11 augustus 2020 (het wijzigingsbesluit) heeft verweerder het door
[naam] gedane wijzigingsverzoek goedgekeurd.
Verzoekster heeft tegen het wijzigingsbesluit bezwaar gemaakt. Zij heeft de voorzieningenrechter verzocht voorlopige voorzieningen te treffen.

Overwegingen

1. De voorzieningenrechter doet op grond van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak zonder zitting.
Vaststaande feiten
2. Bij besluit van 18 juli 2019 heeft het bestuur van het NWO-domein Sociale- en Geesteswetenschappen de subsidieaanvraag voor het project met de titel ‘Motor-auditory oscillatory coupling in human beat and rhythm perception’, ingediend door [naam] onder verantwoording van derde-partij, in het kader van de NWO subsidieregeling 2017, gehonoreerd en een subsidie toegekend ter hoogte van maximaal € 766.437,-. In het projectplan is vermeld dat verzoekster zal worden ingehuurd als lid van het onderzoeksteam. Bij brief van 2 februari 2020 heeft [naam] een verzoek gedaan tot wijziging van het projectplan. In het gewijzigde projectplan komt verzoekster niet meer voor. Op het wijzigingsverzoek is het wijzigingsbesluit genomen.
Het verzoek om voorlopige voorzieningen
3. Verzoekster is het met het wijzigingsbesluit niet eens en heeft daartegen bezwaar gemaakt. Zij heeft aangevoerd dat sprake is van plagiaat door de projectleider, het niet in acht nemen van de Nederlandse Gedragscode voor Wetenschappelijke Integriteit bij het nemen van het bestreden besluit, onduidelijkheid/misleiding in de besluitvorming en het onvolledig informeren van een geraadpleegde externe expert. Verzoekster vraagt de voorzieningenrechter de verstrekking van de subsidie zo snel mogelijk te blokkeren, omdat het wellicht later moeilijk is de uitgekeerde subsidie terug te vorderen. Zij vraagt de voorzieningenrechter daarnaast verweerder op te dragen de al uitgekeerde subsidie zo snel mogelijk terug te vorderen.
Het wijzigingsbesluit
4. De voorzieningenrechter beoordeelt ambtshalve of het wijzigingsbesluit bevoegd is genomen. Het wijzigingsbesluit is genomen namens het NWO-domein Sociale- en Geesteswetenschappen en ondertekend door [naam directeur] , directeur. In artikel 4.1 van het Domeinreglement Toegepaste en Technische Wetenschappen 2017 is bepaald dat de domeindirecteur bevoegd is namens het domeinbestuur te beslissen over verzoeken tot wijziging binnen het kader van de toegekende subsidie, indien deze geen belangrijke veranderingen brengen in het doel waarvoor de gelden beschikbaar zijn gesteld. Dit laatste is volgens het wijzigingsbesluit het geval. Uit het wijzigingsbesluit blijkt echter niet dat het besluit namens het domeinbestuur is genomen. De voorzieningenrechter gaat uit van een kennelijke verschrijving op dit punt en neemt aan dat het wijzigingsbesluit namens het domeinbestuur is genomen. Volgens het Bestuursreglement NWO 2017 en de Bevoegdhedenregeling NWO 2017 beslist een domeinbestuur onder mandaat van de Raad van bestuur van de NWO. De voorzieningenrechter beschouwt het wijzigingsbesluit daarom als een namens het domeinbestuur van het NWO-domein Sociale- en Geesteswetenschappen in naam van de Raad van bestuur van de NWO bevoegd genomen besluit. Zou sprake zijn van een bevoegdheidsgebrek kan de Raad van bestuur van de NWO, die zelf op bezwaar beslist, dat gebrek in bezwaar zonder meer herstellen en heeft dat gebrek in deze procedure daarom geen consequenties.
De beoordeling van het verzoek
5. Uit artikel 8:81 van de Awb vloeit voort dat wat in de hoofdzaak niet kan worden bereikt ook niet in een voorlopige voorzieningenprocedure kan worden bereikt. In deze voorlopige voorzieningenprocedure ligt alleen het wijzigingsbesluit ter beoordeling voor. Het wijzigingsbesluit gaat uitsluitend over de wijziging van het door NWO gesubsidieerde projectplan. Het besluit gaat niet over de verleende subsidie. Het verzoek om voorlopige voorzieningen gaat waar het in de bezwaar- en beroepsprocedure over kan gaan, namelijk of verweerder heeft kunnen besluiten de door [naam] gevraagde wijziging goed te keuren, daarom te buiten. Over het stopzetten van de verleende subsidie en het terugvorderen van uitkeerde subsidiegelden kan dus in de hoofdzaak geen beslissing worden genomen, zodat de gevraagde voorlopige voorzieningen niet kunnen worden getroffen en het verzoek tot het treffen ervan daarom al moet worden afgewezen.
Overigens
6. De subsidieverlening is pas weer aan de orde als de subsidie wordt vastgesteld of als verweerder beslist, al dan niet op verzoek, over de intrekking of wijziging van de subsidieverlening.
Conclusie
7. Het verzoek moet worden afgewezen.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorzieningen af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. N.J.J. Derks-Voncken, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. A.W.C.M. Frings, griffier
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 8 oktober 2020.
De rechter is niet in de gelegenheid de uitspraak te ondertekenen.
griffier
Afschrift verzonden aan partijen op: 8 oktober 2020

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.