Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
144,00( 2 x tarief € 72,00 )
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft Famed B.V. een vordering ingesteld tegen Parkstad Bewindvoering B.V. in hoedanigheid van bewindvoerder over de goederen van een onderbewindgestelde. De vordering betreft een openstaande factuur van € 232,42 voor orthodontistische behandeling van het minderjarige kind van de onderbewindgestelde. Famed stelt dat de bewindvoerder in gebreke is gebleven met de betaling van deze factuur, ondanks meerdere aanmaningen. Famed heeft de vordering ter incasso uit handen gegeven, wat heeft geleid tot buitengerechtelijke incassokosten.
De procedure omvatte een dagvaarding, een conclusie van antwoord, een conclusie van repliek en een conclusie van dupliek. De bewindvoerder erkent de vordering, maar stelt dat deze middels een betalingsregeling zal worden voldaan. De kantonrechter oordeelt dat een betalingsregeling niet kan worden opgelegd en dat de hoofdsom en de wettelijke rente tot 16 maart 2020 aan Famed moeten worden toegewezen.
Daarnaast wordt de vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten toegewezen, omdat deze voldoet aan de eisen van het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten. De kantonrechter wijst de wettelijke rente over de hoofdsom en de verschenen rente toe, evenals de wettelijke rente over de buitengerechtelijke kosten vanaf de datum van dagvaarding. De bewindvoerder wordt veroordeeld in de proceskosten, die op € 354,85 worden begroot. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad en het meer of anders gevorderde wordt afgewezen.