ECLI:NL:RBLIM:2020:8146

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
21 oktober 2020
Publicatiedatum
22 oktober 2020
Zaaknummer
8668675 \ CV EXPL 20-3609
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wettelijke rente over proceskosten vanaf vijftiende dag na betekening vonnis

In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Limburg op 21 oktober 2020, heeft de kantonrechter uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen ASR Schadeverzekering N.V. als eisende partij en een gedaagde partij die in persoon procedeerde. De gedaagde had na verkregen uitstel niet meer geantwoord op de dagvaarding, waardoor de vordering van de eisende partij als niet weersproken werd beschouwd. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de vordering van ASR Schadeverzekering N.V. toewijsbaar is, aangezien deze onvoldoende betwist was door de gedaagde.

De kantonrechter heeft de gedaagde partij veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 12.887,56 aan de eisende partij, vermeerderd met wettelijke rente over een deel van dit bedrag vanaf 7 januari 2019. Daarnaast is de gedaagde partij veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 1.461,09. De kantonrechter heeft ook de gevorderde rente over de proceskosten toegewezen, met ingang van de vijftiende dag na betekening van het vonnis. Tevens zijn de nakosten toegewezen volgens de richtlijnen van het LOVCK&T, met een maximum van € 120,00 aan nakosten salaris.

Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. R.H.J. Otto.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: 8668675 \ CV EXPL 20-3609
Vonnis van de kantonrechter van 21 oktober 2020
in de zaak van:
de naamloze vennootschap
ASR SCHADEVERZEKERING N.V.,
gevestigd te Utrecht,
eisende partij,
gemachtigde mr. G.R.M. van den Assum,
tegen:
[geboorteplaats],
wonende [adres] ,
[woonplaats] ,
gedaagde partij,
procederende in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- het verzoek om uitstel van gedaagde partij.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De beoordeling

2.1.
Gedaagde partij heeft, na verkregen uitstel niet meer geantwoord. De vordering van eisende partij staat daarom als niet weersproken tussen partijen vast en behoort als onvoldoende betwist te worden toegewezen.
2.2.
Gedaagde partij zal worden veroordeeld in de kosten van de procedure. De kosten aan de zijde van eisende partij worden begroot op:
  • dagvaarding € 105,09
  • griffierecht € 996,00
  • salaris gemachtigde €
totaal € 1.461,09
2.3.
De gevorderde rente over de proceskosten zal worden toegewezen met ingang van de vijftiende dag na betekening van dit vonnis.
2.4.
De gevorderde nakosten zullen worden toegewezen overeenkomstig de richtlijnen van het LOVCK&T en worden begroot op een half salarispunt conform het liquidatietarief proceskosten met een maximum van € 120,00 aan nakosten salaris.

3.De beslissing

De kantonrechter
3.1.
veroordeelt gedaagde partij om aan eisende partij tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen een bedrag van € 12.887,56, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 11.806,95 vanaf 7 januari 2019 tot de dag van volledige betaling,
3.2.
veroordeelt gedaagde partij in de kosten van de procedure aan de zijde van eisende partij gevallen en aan die zijde tot op heden begroot op een bedrag van € 1.461,09, vermeerderd met de wettelijke rente met ingang van de vijftiende dag na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
3.3.
veroordeelt gedaagde partij onder de voorwaarde dat deze niet binnen twee weken na aanschrijving door eisende partij volledig aan dit vonnis voldoet, in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op:
- € 120,00 aan salaris gemachtigde, vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW met ingang van de vijftiende dag na betekening tot de dag der voldoening,
- te vermeerderen, indien betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met de explootkosten van betekening van het vonnis, vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW met ingang van de vijftiende dag na betekening tot de dag der voldoening,
3.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
3.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.H.J. Otto en in het openbaar uitgesproken.
type: JEC