Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
2.De beoordeling
- dagvaarding € 105,09
- griffierecht € 996,00
- salaris gemachtigde €
Rechtbank Limburg
In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Limburg op 21 oktober 2020, heeft de kantonrechter uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen ASR Schadeverzekering N.V. als eisende partij en een gedaagde partij die in persoon procedeerde. De gedaagde had na verkregen uitstel niet meer geantwoord op de dagvaarding, waardoor de vordering van de eisende partij als niet weersproken werd beschouwd. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de vordering van ASR Schadeverzekering N.V. toewijsbaar is, aangezien deze onvoldoende betwist was door de gedaagde.
De kantonrechter heeft de gedaagde partij veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 12.887,56 aan de eisende partij, vermeerderd met wettelijke rente over een deel van dit bedrag vanaf 7 januari 2019. Daarnaast is de gedaagde partij veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 1.461,09. De kantonrechter heeft ook de gevorderde rente over de proceskosten toegewezen, met ingang van de vijftiende dag na betekening van het vonnis. Tevens zijn de nakosten toegewezen volgens de richtlijnen van het LOVCK&T, met een maximum van € 120,00 aan nakosten salaris.
Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. R.H.J. Otto.