Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
2.De beoordeling
- dagvaarding € 86,85
- griffierecht € 124,00
- salaris gemachtigde €
Rechtbank Limburg
In deze zaak, behandeld door de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 21 oktober 2020, is de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid FAMED B.V., gevestigd te Amersfoort, als eisende partij opgetreden tegen een gedaagde partij die in persoon procedeerde. De procedure is gestart met een dagvaarding en een conclusie van antwoord. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de dagvaarding voldoet aan de vereisten van artikel 111 lid 2 onder d van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) en dat de eisende partij de relevante feiten volledig en naar waarheid heeft aangevoerd.
De kantonrechter heeft geoordeeld dat de gedaagde partij, vermoedelijk een consument, niet voldoende verweer heeft gevoerd tegen de vordering van de eisende partij. Dit is in lijn met de rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie, dat stelt dat beschermende bepalingen van het Europees consumentenrecht ambtshalve moeten worden toegepast. De kantonrechter heeft geconcludeerd dat er in deze zaak geen schendingen van deze beschermende bepalingen zijn vastgesteld.
De vordering van de eisende partij is toegewezen, waarbij de gedaagde partij is veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 133,94, vermeerderd met wettelijke rente. Daarnaast is de gedaagde partij veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op een totaal van € 246,85. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en is openbaar uitgesproken door mr. R.H.J. Otto.