Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.Het verdere verloop van de procedure
- de rolbeslissing van 15 april 2020;
- de akten uitlating verder procederen van partijen;
- de akte naamswijziging van de Woningstichting;
- de conclusie van repliek met producties 11 t/m 14;
- de conclusie van dupliek met een tweetal foto’s.
2.De feiten
) handelend als gemeld en tevens handelend als mondeling gevolmachtigde van de gemeente Voerendaal, verklaarden ter uitvoering van het tussen partijen overeengekomene de volgende kwalitatieve verplichtingen als bedoeld in artikel 6:252 Burgerlijk Wetboek te vestigen casu quo aan te nemen.
Koper verplicht zich jegens verkoper om de – voor zover aanwezig – rolluiken, screens, zonweringen en andere aan de straatzijde uitpandig aangebrachte voorzieningen uiterlijk bij aanvang van de geplande casco-renovatie werkzaamheden te hebben verwijderd, zulks op verbeurte van eendirect opeisbare boete ten behoeve van verkoper van vijftig euro (€ 50,--) per dag dat de overtreding voortduurt.
Bij niet-nakoming van enige door verkoper opgelegde verplichting, voortvloeiende uit de onderhavige koopovereenkomst, verbeurt de koper, na ingebrekestelling en na verloop van de in die ingebrekestelling bepaalde termijn, ten behoeve van verkoper een onmiddellijk opeisbare boete van tien procent van de koopprijs, met de bevoegdheid voor verkoper om daarnaast de eventueel meer geleden schade te vorderen.
Naast het gestelde in lid b. van dit artikel behoudt de Woningvereniging Voerendaal het recht om bij niet-nakoming van enige verplichting nakoming te vorderen.”
3.Het geschil
zowel de nieuwe voor- als achtergevel van de woning aan het adres [adres] roodkleurig is.
de Woningstichting overeenkomstig een afspraak tussen partijen de dakbedekking op kosten van de Woningstichting vernieuwd. Voor het gebied waarin de woning van [gedaagde] is gelegen (gebied II, [adres] buitenbocht) gold volgens de Woningstichting het voorschrift dat de nieuwe keramische dakpannen roodkleurig moesten zijn. In het Bewonersinformatieboekje staat op pagina 10 vermeld dat bij verkoop van de woningen in de koopovereenkomst regels met betrekking tot handhaving van het uiterlijk van de woning zullen worden opgenomen. Teneinde zeker te stellen dat [gedaagde] zich daaraan zou houden, werd een dergelijke verplichting opgenomen in de koopovereenkomst tussen partijen.
4.De beoordeling
Voerendaal) heeft gemaakt als bedoeld in artikel 6:253 BW. De Woningstichting, die ten behoeve van de gemeente Voerendaal in die artikelen iets heeft bedongen van [gedaagde] , kan op grond van artikel 6:256 BW vorderen dat [gedaagde] zijn verplichtingen uit dat derdenbeding jegens de gemeente Voerendaal nakomt. Het verweer van [gedaagde] , dat de onderhavige vordering niet door de Woningstichting zou kunnen worden ingesteld, maar enkel door de gemeente Voerendaal vindt derhalve geen steun in het recht.
jegens háárheeft gehandeld door het niet-naleven van de beweerde verplichtingen uit het Beeldkwaliteitsplan. Nu het beding niet is overeengekomen ten behoeve van de Woningstichting, betekent dat [gedaagde] niet toerekenbaar te kort kan zijn geschoten, noch dat [gedaagde] onrechtmatig kan hebben gehandeld jegens de Woningstichting, zoals gesteld door haar.
1.086,00(2,0 punten × tarief € 543,00);