4.5.De kantonrechter is van oordeel dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] onder de huidige omstandigheden een groter belang heeft bij het uitsluitend gebruik van de woning dan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] , gelet op het feit dat zijn kinderen regelmatig bij hem verblijven en gelet op zijn onderneming. Daartoe wordt het volgende overwogen.
4.5.1.Het spreekt voor zich dat [minderjarige] , die haar hoofdverblijf heeft bij [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] , gebaat is bij een stabiele en vaste woonomgeving, maar zonder toelichting, die ook ter zitting niet is gegeven, valt niet in te zien dat [minderjarige] , die op een leeftijd van tien maanden is verhuisd naar elders, gebonden is aan de woning. Er is ook anderszins niet toegelicht waarom [minderjarige] juist daar haar hoofdverblijf dient te hebben. Daarbij komt dat dit argument in zekere zin evenzeer geldt voor [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] , nu [minderjarige] eveneens (maar in mindere mate) bij [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] verblijft en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] deze vaste plek voor haar wil continueren. Bij dit alles komt voorts nog dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] , onder verwijzing naar het rapport van de Kinderbescherming, erop heeft gewezen dat geenszins valt uit te sluiten dat [minderjarige] uit huis wordt geplaatst. Gesteld noch gebleken is overigens dat dit niet aan de orde is, ingeval [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] de beschikking krijgt over de woning, al is dat allemaal speculatief. Daar staat tegenover dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] nog drie kinderen heeft, die met regelmaat bij hem wonen en wiens belangen, om in de hun bekende woning te kunnen vertoeven en niet te hoeven “verhuizen”, niet mogen worden veronachtzaamd. Er is niet gesteld - en die conclusie kan op basis van de stellingen en stukken ook niet worden getrokken - dat de belangen van [minderjarige] , afgezet tegen de belangen van de andere drie (oudere) kinderen, zwaarder dienen te wegen. Voor zover de situatie van [minderjarige] bij de grootouders al onwenselijk zou zijn, is niet onderbouwd dat de situatie onhoudbaar is. Er is bovendien niet gesteld, noch gebleken dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] niet in staat is om een woning elders te huren, terwijl [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] daarentegen alleen al vanwege zijn vier kinderen is aangewezen op een grotere woning. Er is kortom niet aannemelijk gemaakt dat het belang van [minderjarige] meebrengt dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] thans naar de woning terugverhuist, terwijl de belangen van de kinderen van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] wel meebrengen dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] in de woning kan blijven.
4.5.2.Aan de hand van de stukken en het verhandelde ter zitting is aan twijfel onderhevig of [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] op korte termijn daadwerkelijk een gastouderopvang van de grond krijgt (ook indien zij het gebruiksrecht over de woning heeft). [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft de stelling van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] dat de vergunning nog immer in stand is gemotiveerd betwist, en daarbij mede verwezen naar de zorgen over [minderjarige] . Hij heeft gesteld dat de vergunning is ingetrokken, althans dat dit in de verwachting ligt, en [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] geeft toe dat onlangs met instanties nog gesprekken zijn gevoerd over het al dan niet behouden van de vergunning. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] kan daarmee niet volstaan met de blote stelling dat de vergunning nog in stand is. Het is bovendien niet aannemelijk geworden dat de woning in constructief opzicht al geschikt is voor gastouderopvang of dat daartoe al aanzienlijke investeringen zijn gedaan. Er is kortom niet aannemelijk gemaakt dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] voor haar inkomsten afhankelijk is van (juist) deze woning. Daar staat tegenover dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] zijn inkomsten krijgt uit zijn onderneming en dat hij die onderneming al voert vanuit de woning. Hij is ook voor de onderneming aangewezen op een grotere woning. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] brengt hiertegen in dat zijn spullen voor zijn onderneming redelijk eenvoudig zijn te verplaatsen naar de garage van zijn vader, maar - wat hiervan ook zij - [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft niets gesteld omtrent de noodzaak voor een grote, en juist deze, woning vanwege de kinderen.
4.5.3.Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen ten aanzien van de gastouderopvang in de woning, is onzeker of [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] de, relatief hoge, huur van de woning alleen kan dragen. Zij heeft slechts onderbouwd dat zij de afgelopen maand voldoende inkomsten heeft gehad. Daar staat tegenover dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] een stabiel en voldoende inkomen heeft, terwijl [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] de blote stelling van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] dat hij schulden heeft weerspreekt. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft altijd de huurpenningen betaald en de stelling van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] , dat de huurovereenkomst juist met het oog op zijn inkomen is aangegaan, is niet betwist. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft ook anderszins in de woning geïnvesteerd, nu hij de woning voor de huurbaas verbouwt.